Nieuwe waterindex brengt wereldwijde watervoorziening inkaart

Het verband tussen waterschaarste en armoede lijkt voor de hand te liggen.
Maar het is de eerste keer dat die link wetenschappelijk is onderzocht en
geanalyseerd, zegt William Cosgrove, vice-president van de World Water
Council. Het resultaat van dat onderzoek, de gisteren (woensdag)
gepubliceerde Water Poverty Index, bevat enkele interessante conclusies.
Het is niet de hoeveelheid water die een invloed heeft op de armoede maar de
efficiëntie waarmee dat water gebruikt wordt, zegt Caroline Sullivan, een
Britse economieprofessor die het onderzoek coördineerde. Haïti en de
Dominicaanse Republiek bijvoorbeeld, hebben ongeveer dezelfde watervoorraad
maar Haïti scoort het slechtst van alle 147 landen terwijl de Dominicaanse
Republiek op nummer 64 staat.

De index is een puntensysteem waaruit blijkt in welke mate de overheid het
beschikbare water (voor de consument, voor de industrie en voor de landbouw)
optimaal ontsluit voor de bevolking. Daarbij werden vijf criteria
gehanteerd: watervoorraad, toegang, capaciteit, gebruik en ecologische
waarde. De

Omdat de WPI-index op geofysische en sociaal-economische parameters
gebaseerd is, schetst hij een goed beeld van waar er nog werk aan de winkel
is wat betreft watervoorziening. Finland, Canada, Ijsland en Noorwegen
scoren het best. Water is er dus ruim beschikbaar of wordt er voldoende
aangekocht, het wordt efficiënt verdeeld en de watervoorraad is er van
optimale kwaliteit. Op de vijfde en zesde plaats staan twee
ontwikkelingslanden: Guyana en Suriname. Het zijn vooral de Afrikaanse
lelijke eendjes die de rode lantaarn dragen. Haïti, Niger, Ethiopië,
Eritrea, Malawi, Djibouti, Tsjaad, Benin, Rwanda en Burundi scoren het
slechtst op de Water Poverty Index.

Enkele van ‘s werelds rijkste landen scoren verrassend laag op de index. De
Verenigde Staten staan op de 32ste plaats omdat er zo kwistig wordt
omgesprongen met water in huishoudens, de industrie en de landbouw. Dat is
niet verwonderlijk als je weet dat de waterconsumptie in de VS zo hoog is.
Ook Japan - op een 114de plaats - doet het slecht. De scores van de
industrielanden worden ook vaak naar beneden gehaald door de vervuiling van
het grondwater. Dat is onder meer het geval voor België, dat uitkomt op de
56ste plaats. De Belgen halen in de WPI-index brons wat betreft de toegang
tot water, maar behoort samen met Haïti, Marokko, Mauritius en Jordanië bij
de absolute laagvliegers voor wat betreft de ecologische kwaliteit van het
(oppervlakte)water en de watervoorziening. Nederland doet het op dat vlak
veel beter en staat dan ook op de 17de plaats.

De Water Poverty Index werd ontwikkeld door een team van 31 onderzoekers van
het Centre for Ecology and Hydrology in Groot-Britannië en van de World
Water Council. Ze werkten samen met meer dan 100 waterexperts over de hele
wereld. Het verband tussen water en armoede wordt een hoofdthema op het
derde Wereld Water Forum in het Japanse Kyoto in maart 2003. Ongeveer 10.000
experts en beleidsmensen zullen zich daar buigen over de wereldwijde
watercrisis.