Noodtoestand in Oost-Timor
Volgens Filomeno de Haornay, secretaris-generaal van de ‘Uni Timor Aswain’, een organisatie van Oost-Timorezen in Indonesië, had rebellenleider Alfredo Reinado veel aanhangers in Oost-Timor. ‘Zijn dood zal voor veel verzet zorgen. Als de overheid de zaken niet zeer voorzichtig aanpakt, zal de situatie snel verslechten’, zegt hij.
Troepen onderweg
Internationale troepen zijn al onderweg. Dinsdag kwamen de eerste Australische militairen aan in Dili om de internationale troepenmacht te helpen om de noodtoestand te handhaven. De internationale troepenmacht heeft al sleutelposities ingenomen in belangrijke gebouwen in Dili en heeft ook in de andere districten haar aanwezigheid versterkt.
Toch kan de sterkere troepenmacht precies de positie van de regering Horta verzwakken. ‘Het toont aan dat ze buitenlandse troepen nodig hebben om zich te beschermen tegen hun eigen volk, dat vecht voor een betere situatie’, zegt Filomeno de Haornay.
Jaren onlusten
Na vijf eeuwen koloniale bezetting door Portugal en twintig jaar bloedige onderdrukking door Indonesië, sprak de bevolking in 1999 zich uit voor onafhankelijkheid. De onlusten die hierop volgden, kostten het leven aan duizenden en driekwart van de bevolking sloeg op de vlucht.
De VN namen het bestuur van het land gedurende drie jaar integraal over, alvorens in 2002 de eerste president democratisch werd verkozen en het land eindelijk zijn onafhankelijkheid verkreeg. Hoe fragiel deze prille democratie was, bleek in april 2006, toen bij politieke en etnische wrijvingen tientallen doden vielen en een nieuwe massale vluchtelingenstroom op gang kwam.
In Oost-Timor laaide het geweld halfweg 2007 opnieuw hoog op nadat Xanana Gusmao tot nieuwe eerste minister werd benoemd. Honderden huizen en enkele overheidsgebouwen stonden in lichterlaaie en een VN-konvooi werd bestormd door een woedende menigte. Op dit moment leven nog steeds 30.000 vluchtelingen in tijdelijke kampen, waar eveneens geregeld conflicten ontstaan.
President Ramos-Horta
José Ramos-Horta werd in mei 2007 tot president van de jongste natie van de wereld verkozen. Hij is van Portugese afkomst maar beschouwt zichzelf voor de volle honderd procent als Oost-Timorees. In een interview met Gie Goris in 1997 zei Ramos-Horta dat hij met zijn publieke en politieke werk ging stoppen de dag dat Oost-Timor onafhankelijk wordt.
‘Ik zou nog niet deugen als parlementair, laat staan als minister of zo. Ik zou toch al na een paar maanden de laan uitgestuurd worden. Ik kan mijn mond niet houden. Wie deel uitmaakt van een regering moet rekening houden met zoveel verschillende en vaak tegengestelde belangen, dat je altijd wel zaken moet zeggen die je niet meent of dat je zaken waarin je gelooft moet inslikken’, antwoordde Ramos-Horta toen op de vraag of hij ooit nog president van Oost-Timor zou willen worden.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
#WijZijnHier
-
Reportage