Noord-Korea op rand van hongersnood

“We zijn bezorgd dat er de komende maanden een voedseltekort ontstaat en dat dit kan leiden tot hongersnood zoals die vroeger in het land voorkwam”, zegt woordvoerder Paul Risely. Ook waarnemers van andere internationale organisaties bevestigen een dreigende hongersnood. “De situatie is erg akelig geworden, vooral na de terugschroeven van voedseltoevoer na de rakettentesten en de atoomproef in Noord-Korea”, zegt Vitit Muntarbhorn, de VN-mensenrechtengezant voor Noord-Korea.

Noord-Korea kende in de jaren negentig een hongersnood en het land is “vandaag net zo kwetsbaar voor hongersnood als toen”, knikt Peter Beck, hoofd voor Noordoost-Azië bij de International Crisis Group (ICG), een denktank met hoofdkwartier in Brussel.

Intern wordt de crisis volgens Beck veroorzaakt doordat Pyongyang eind vorig jaar besliste het openbaar verdeelsysteem voor voedsel weer in te voeren. De ineenstorting van datzelfde systeem leidde in de jaren negentig tot de hongersnood, zegt hij. Dit jaar zit de natuur ook niet mee. Hevige regens in juli hebben bijna een tiende van de oogst vernield, en dat terwijl het land zelfs in goede omstandigheden niet in staat is zijn eigen basisnoden te leningen.

Voeg daaraan toe dat “Noord-Korea meer geïsoleerd is dan ooit tevoren”, zegt Beck. Na de serie rakettentesten in juli en de atoomproef begin oktober “zijn landen niet meer zo geneigd voedselhulp te bieden”, zegt Muntarbhorn, de VN-gezant. Ook Risely van het Wereldvoedselprogramma bevestigt dat: “Zuid-Korea heeft zijn voedselhulp opgeschort en er komt ook minder voedsel uit China.”

Na de hongersnood in de jaren negentig, waarbij tussen een half miljoen en drie miljoen Noord-Koreanen stierven, leverde het Wereldvoedselprogramma acht jaar lang meer dan zes ton voedsel en voedde zo bijna een derde van de 23 miljoen inwoners van Noord-Korea. Zelfs toen suggereerden rapporten van VN-agentschappen dat ondervoeding wijdverbreid was, met 37 procent van de kinderen met groeibelemmering en 23 procent van de kinderen met ondergewicht. Eind vorig jaar riep Noord-Korea op het programma stop te zetten.

De ICG publiceerde vorige week een rapport over de “duizenden wanhopige Noord-Koreanen die hun land ontvluchten”. Volgens de studie zijn de honger en het gebrek aan economische mogelijkheden de belangrijkste reden waarom een Noord-Koreaan zijn land verlaat, niet politieke onderdrukking. De ICG en andere internationale organisaties waarschuwen dat de huidige beperkte toestroom van asielzoekers uit Noord-Korea een vloed kan worden.