Noord-Zuidconflicten blijven Doharonde overschaduwen

Vijf dagen resten de lidstaten van de
Wereldhandelsorganisatie (WHO) nog om tot een vergelijk te komen over twee
belangrijke dossiers in de vorig jaar in Doha opgestarte multilaterale
onderhandelingsronde over de verdere vrijmaking van de wereldhandel. Maar de
toegang van arme landen tot goedkope geneesmiddelen en de speciale en
gedifferentieerde behandeling van ontwikkelingslanden zorgen nog steeds voor
onoverbrugbare meningsverschillen tussen de ontwikkelingslanden en de
industriestaten.


De nieuwe WHO-onderhandelingen die in november vorig jaar in Qatar op de
sporen werden gezet, werden de ‘Doha Development Round’ gedoopt omdat er
extra aandacht zou worden besteed aan de belangen van de
ontwikkelingslanden. Maar in de praktijk blijkt daarvan weinig in huis te
komen. De afspraak van de 144 lidstaten van de WHO om eind dit jaar - en dus
in feite eind deze week, voor het begin van het eindejaarsreces van de
organisatie - tot een akkoord te komen over de import van goedkope
generische geneesmiddelen en over een voorkeursbehandeling van
ontwikkelingslanden, dreigen dode letter te blijven.

De verklaring van Doha geeft arme lidstaten die geconfronteerd worden met
een zware epidemie, het recht farmaceutische bedrijven op eigen bodem door
middel van dwanglicenties in staat te stellen goedkope kopieën aan te maken
van de geneesmiddelen waarmee die noodtoestand kan worden bestreden. Die
afspraak vormt een belangrijke aanvulling op het WHO-akkoord over de
Handelsaspecten van Intellectuele Eigendomsrechten (TRIPS), dat onder meer
de internationale bescherming van het octrooien op geneesmiddelen regelt. In
Doha werd ook afgesproken dat er voor eind 2003 een bijkomende regeling zou
worden uitgewerkt voor de talrijke ontwikkelingslanden die geen eigen
geneesmiddelenindustrie hebben en dus aangewezen zijn op de import van
goedkope medicijnen tegen verwoestende ziekten als aids, malaria en
tuberculose.

Maar de WHO-lidstaten raken het niet eens over die bijkomende regeling.
Rijke landen als de VS, de EU-staten en Zwitserland waar grote
farmaceutische bedrijven zijn gevestigd, dringen aan op een zo restrictief
mogelijke oplossing. Ze willen bijvoorbeeld dat er een onderscheid wordt
gemaakt tussen de 49 Minst-Ontwikkelde Landen - de allerarmste landen
waarvoor de import van goedkope medicijnen van levensbelang is - en
ontwikkelingslanden als Zuid-Korea en Singapore maar ook Brazilië, India en
Zuid-Afrika, die wel in staat worden geacht zelf de nodige medicijnen aan te
maken of tegen de normale marktprijzen aan te kopen. Maar de
ontwikkelingslanden voeren aan dat er in Doha voor dit punt geen
verschillende categorieën van landen werden ingevoerd.

De ontwikkelingslanden blijven er ook op hameren dat er in Doha niet werd
afgesproken om de regeling te beperken tot enkele welomschreven ziekten. Met
name de VS zouden alleen een uitzondering op de TRIPS-regels willen zien
voor aids, malaria, tuberculose en eventueel nog enkele andere besmettelijke
ziekten die veel doden eisen.

En dan is er nog de procedure die arme landen zouden moeten volgen om
goedkope geneesmiddelen te kunnen importeren. Volgens de ontwikkelingslanden
en niet-gouvernementele organisaties die het thema volgen, sturen de rijke
landen aan op een procedure die tot grote vertragingen leidt en de
industrielanden alle mogelijkheden biedt om potentiële exporteurs van
goedkope geneesmiddelen onder druk te zetten. Maar de rijke landen willen de
nodige waarborgen dat de goedkope geneesmiddelen niet via allerlei
sluipwegen in de industrielanden op de markt worden gebracht.

De onderhandelingen, die gevoerd worden in de TRIPS-raad van de WHO, worden
voortgezet tot 20 december, voor de WHO de laatste werkdag van het jaar.
Volgens de Canadees Sergio Marchi, de voorzitter van de Algemene Raad van de
WHO, is de politieke wil nog altijd aanwezig om tegen eind deze week een
oplossing te vinden voor al de meningsverschillen.

Een tweede discussie waar het voorlopig nog geen eind aan lijkt te komen,
heeft betrekking op de speciale en gedifferentieerde behandeling waarop de
ontwikkelingslanden volgens de Verklaring van Doha recht hebben, gelet op
hun economische achterstand die hen met ongunstige ruiltermen opzadelt. De
industrielanden verzetten zich tegen voorstellen van de ontwikkelingslanden
om die voorkeursbehandeling in te bouwen in alle internationale
handelsakkoorden. De zaak had eigenlijk al in juli uitgeklaard moeten zijn,
maar intussen is de deadline ook tot 20 december opgeschoven.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.