Officiële ontwikkelingshulp dient politieke en militaire belangen

Landen gebruiken ontwikkelingshulp steeds meer voor politieke en militaire doeleinden. Dat blijkt uit het rapport ‘Whose aid is it anyway’ van de ontwikkelingsorganisatie Oxfam. Volgens hen ondermijnt dat niet enkel de principes van de ontwikkelingshulp, maar ook het werk op het terrein.

Rond humanitaire en ontwikkelingshulp maakten donorlanden afspraken met de ontwikkelingslanden op conferenties in Stockholm in 2003, Parijs in 2005 en Accra in 2008. De hulp moet gebaseerd zijn op de reële noden, duurzaam zijn en de lokale bevolking en overheid moeten beslissingsrecht hebben. Deze principes komen nu echter in het gedrang. Vooral groepen die belangrijk zijn in de buitenlandse politiek van de donorlanden schijnen immers steun te krijgen. Het gaat vaak om kortetermijnprojecten die bedoeld zijn om snel de harten van de ‘locals’ te winnen en steun te krijgen voor hun militaire acties. De plaatselijke besturen hebben nauwelijks een vinger in de pap te brokken.

Enkele donorlanden die wel geopolitieke belangen hanteerden in hun ontwikkelingssamenwerking, lieten die belangen het afgelopen decennium minder spelen. Spanje, Canada en de Europese Commissie bijvoorbeeld hebben een beleid waarin ze humanitaire hulp verdelen op basis van enkele globale indicatoren, aldus het Oxfam-rapport. Op die manier zijn ze zeker dat verschillende crises en landen niet worden vergeten of te veel geld zouden krijgen. Dat beleid blijkt niet universeel te zijn.

Bijna 40 procent van de ontwikkelingshulp voor de OESO-landen gaat naar Irak en Afghanistan

In het verdrag dat de werking van Europese Unie regelt staat dat de ontwikkelingshulp van de EU armoedebestrijding als doel moet hebben. Vanaf 2010 valt ontwikkelingssamenwerking echter onder de nieuwe diplomatieke dienst van de EU. De Europese commissaris voor Ontwikkelingshulp heeft er nog altijd zijn zeg over, maar de eindverantwoordelijkheid ligt wel bij de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlands Beleid en Veiligheidsbeleid. Die belangen kunnen in de toekomst ook een rol gaan spelen.

De grootste voorbeelden van deze problematiek zijn Irak en Afghanistan. Sinds 2001 is de steun voor deze landen die op geopolitiek vlak toch redelijk belangrijk zijn, stevig gestegen. Bijna 40 procent van de ontwikkelingshulp van de OESO-landen gaat naar die twee landen, terwijl de andere 60 procent over 150 andere landen moet verdeeld worden. Bij militaire operaties zoals die in Irak en Afghanistan hebben de deelnemende landen de morele en legale plicht om te voorzien in de noden van de plaatselijke bevolking. Die noden zijn zeker groot, maar dat wil niet zeggen dat er minder aandacht moet zijn in de crises and conflicten elders in de wereld. Landen zoals Congo of de Centraal-Afrikaanse Republiek waar de toestand ook schrijnend is, moeten het met heel wat minder stellen.

Oxfam zegt niet dat de politieke context geen rol mag spelen. Voor goede ontwikkelingshulp is aandacht voor de plaatselijke politieke situatie een ‘must’. Anders kan die hulp de spanning tussen gemeenschappen aanwakkeren, of legers, krijgsheren en milities die mensenrechten schenden; meer middelen geven. Een blanco cheque is nooit de bedoeling.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.