Olie moet ook armen ten goede komen

“Ze zeggen dat de olie hier uit de grond spuit, maar ik heb er nog niet veel van gezien.” Faustin Gayande, een jongeman uit Tsjaad, vreest net als vele van zijn landgenoten dat de voorspelde olierijkdommen niet naar de armen, maar naar de corrupte kliek rond de regering van Idriss Deby gaan.

Sinds enkele weken wordt een nieuwe, 1070 kilometer lange oliepijpleiding tussen Tsjaad en Kameroen uitgetest. De aanleg van de leiding gebeurde met geld van de Wereldbank, de regeringen van Tsjaad en Kameroen en de oliemaatschappijen ExxonMobil, Chevron en Petronas. De pijp laat de exploitatie toe van enkele rijke olievelden in het arme Afrikaanse land. Volgens de Werelbank zal Tsjaad de volgende vijfentwintig jaar 2 miljard dollar (1,76 miljard euro) en Kameroen 500 miljoen dollar (440 miljoen euro) aan olie-inkomsten binnenhalen. In totaal waren de investeringen in de pijpleiding al goed voor 3,7 miljard dollar (3,2 miljard euro).



“De opbrengsten moeten redelijk worden verdeeld”, zegt Dobia Assingar, de voorzitter van de Liga voor de Mensenrechten van Tsjaad. “We zijn er dankzij druk bij de Wereldbank al in geslaagd een orgaan te creëren dat zorg draagt voor de controle en de monitoring van de olieopbrengsten. De regering van Tsjaad heeft ook een wet moeten ondertekenen waarin het de verdeling van de opbrengsten vastlegt.”

Assingar vindt het alvast spijtig dat van de 3,2 miljard euro reeds gedane investeringen nog niets naar de armen kon vloeien. “Het enige wat ze van de bouw van de pijplijn hebben overgehouden is stof. Nu de olie door de pijpleiding vloeit, is het eindelijk tijd om iets aan ontwikkeling te doen.”

Tachtig procent van de bevolking van Tsjaad, goed voor acht miljoen inwoners, leeft onder de armoedegrens van één dollar per dag. Als de olie-installaties volledig benut worden, vanaf december, zou Tsjaad dagelijks 225.000 vaten ruwe olie produceren. Volgens schattingen van de Wereldbank zouden de opbrengsten de overheidsinkomsten met 45 à 50 procent doen toenemen in 2004.

De regering van Tsjaad, die de reputatie heeft corrupt te zijn, beweert van de opbrengsten tien procent opzij te leggen voor de toekomst, vijf procent te herinvesteren in de petroleumindustrie, en tachtig procent te investeren in onderwijs, gezondheidszorg, landbouw en infrastructuur. Maar in het verleden kocht het regime van Idriss Deby al wapens met geld dat voor ontwikkeling was bestemd.

Kleine ondernemers en hulpverleners in de hoodfstad N’Djamena hebben niettemin goede hoop. “Door de olieproductie zal het aantal vluchten toe naar Tsjaad toenemen. Ngo’s zullen hier vaker langskomen. Daar kan onze hulporganisatie van profiteren”, zegt Aliouda Limane, van Mission Aviation Fellowship.

Berenice Rimarne, een zelfstandige verkoopster uit N’Djamena, ziet de toekomst ook rooskleurig. “Dankzij het oliegeld zullen de mensen minder op krediet moeten kopen. Op dit ogenblik is handeldrijven een echte marteling in Tsjaad. We lopen letterlijk achter de klanten om ons geld terug te krijgen. Hopelijk zal de koopkracht nu toenemen.”

De officiële opening van de oliepijpleiding vindt plaats in september in Tsjaad en in oktober in Kameroen. Door de afstand van 1.070 kilometer zal de olie er twee maanden over doen om van de olievelden in Tsjaad de uitvoerhaven in Kameroen te bereiken.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.