Ondernemers doen werknemers de staking betalen

De algemene staking tegen de Venezolaanse
president Hugo Chávez heeft tienduizenden banen doen verdwijnen in het
Zuid-Amerikaanse land. Vooral de laatste weken van de staking regende het
ontslagen. Intussen is de actie zowat overal doodgebloed, maar de gevolgen
blijven doorwerken. Veel werknemers die voorlopig nog in dienst kunnen
blijven, hebben ingestemd met een - onbetaalde - loopbaanonderbreking, zijn
vervroegd met vakantie gestuurd, hebben een arbeidsduurvermindering moeten
slikken of werken nu voor een lager loon.


Vooral de bedrijven waarvan de directies het actiefst waren in de staking,
moeten nu hun personeel uitdunnen: de producenten van levensmiddelen die hun
fabrieken stillegden, winkels en supermarkten waar de rekken niet werden
aangevuld of die hun deuren sloten en de private omroepen die in december
duurbetaalde reclamespotjes vervingen door politieke propaganda tegen de
president. Ook de allesbepalende petroleumindustrie is veranderd in een
sociaal slagveld. Bij het staatsbedrijf Petróleos de Venezuela (PDVSA)
werden 6.000 kaderleden, ingenieurs en bedienden ontslagen omdat ze de
staking steunden; de regering is met een haastige reorganisatie begonnen die
hun terugkeer bemoeilijkt.

Minister van Arbeid María Cristina Iglesias zegt dat haar administratie in
december en januari meer dan 3000 klachten in verband met illegale ontslagen
heeft behandeld. In de meeste gevallen heeft het ministerie de werkgevers
opgelegd de buitengezette medewerkers weer in dienst te nemen. Veel
bedrijven hebben met hun werknemers overeenkomsten gesloten over tijdelijke
ontslagen, maar volgens de nieuwe Venezolaanse grondwet mogen werknemers
niet op een dergelijke manier aan hun rechten verzaken. De werkgevers
proberen de arbeiders te doen betalen voor een staking die ze niet gewild
hebben, oordeelt Iglesias. Het zijn de mensen die hebben aangestuurd op
het conflict die de rekening moeten vereffenen.

De staking tegen Chávez werd geleid door het ondernemersverband Fedecámaras
en de vakbondskoepel CTV; daarnaast speelden ook oppositiepartijen en
maatschappelijke organisaties een rol.

Sinds begin deze maand zijn de meeste winkels en franchisezaken van grote
internationale bedrijven in Venezuela weer normaal geopend. Samen hadden die
voor het begin van de staking op 2 december ongeveer 300.000 mensen in
dienst. In het beste geval zullen die ondernemingen met vijf procent
krimpen; dat betekent dat zeker 15.000 mensen hun baan zullen verliezen,
zegt Luis León, de directeur van het enquêtebureau Datanálisis.

Venezuela heeft een actieve bevolking van 11,8 miljoen mensen. In oktober
zat daarvan 16,6 procent - ongeveer 2 miljoen mensen - zonder werk. Nog eens
ruim vijf miljoen mensen werken in de informele economie - zonder
arbeidscontract of sociale zekerheid. Economen denken dat de sterke terugval
van de inkomsten uit de export van aardolie - de sector die het zwaarst
getroffen werd door de staking - dit jaar tot een zware recessie zal leiden.
Het bruto binnenlands product zou met 10 tot 20 procent kunnen krimpen,
terwijl de werkloosheid boven de 25 procent zou kunnen uitstijgen. Dat
betekent dus nog eens een miljoen nieuwe werklozen. Volgens CTV-medewerker
Pablo Castro kan Venezuela binnenkort met 3,4 miljoen werklozen opgescheept
zitten.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.