Ondernemers investeren via website in ontwikkelingshulp

Geld storten voor ontwikkelingssamenwerking en zeker weten dat het onmiddellijk en integraal op de plaats van bestemming terecht komt, het lijkt een utopische gedachte. Toch bestaat er sinds kort een methode, waarbij de gulle schenker zich geen zorgen meer hoeft te maken. De Amerikaanse website Kiva.org verzekert de volledige overdracht.
  • kiva.org Screenshot van de website van Kiva kiva.org
In ons land is de organisatie vrijwel onbekend, slecht enkele bloggers hebben de link opgenomen en zijn al fervent aanhanger. Eén van hen is Sandra Vrijdags uit Dendermonde. Zij leerde de site kennen via een Nederlandse blog.
“Mijn man en ik zijn zelf ondernemers en ik was meteen te vinden voor het idee dat je een andere ondernemer in een onderontwikkeld land kon helpen door een kleine bijdrage te storten. Het is een renteloze lening en dat idee sprak mij ook aan omdat je het geld in principe terug krijgt en het niet zomaar een gift is.
Ondertussen heb ik vandaag mijn zestiende Kiva-lening afgesloten door een ondernemer in Palestina te steunen.  Van zodra er wat geld terugbetaald is, investeer ik het ook opnieuw in Kiva. Mijn plan is om uiteindelijk zo’n veertigtal ondernemers tegelijk te steunen. Kiva werkt. Daar ben ik inderdaad van overtuigd.”

Enorme sommen geld


Bij Kiva is transparantie het toverwoord. Hoewel het allemaal heel simpel lijkt, blijkt de methode te werken. Kiva maakt het mogelijk om via Paypal kleine geldbedragen te lenen aan mensen die het nodig hebben. Kiva werkt samen met bestaande instanties in hulpbehoevende landen die microleningen uitkeren. In de praktijk kan een boer uit Bolivia een post doen op de website waarbij hij om een lening vraagt om bijvoorbeeld een tractor te kopen.
Bezoekers van de site kunnen dan een renteloze lening geven vanaf 25 dollar. Kiva verzamelt al het geld en zorgt ervoor dat het integraal bij de boer terechtkomt. Volgens de statistieken worden  leningen in 99 procent van de gevallen binnen de twee jaar terugbetaald. Het systeem houdt zichzelf ook in stand omdat de meeste schenkers die hun geld terugbetaald krijgen, opnieuw investeren in een ander project.
Al jaren worden er enorme sommen geld gestuurd naar ontwikkelingsgebieden. Over de efficiëntie daarvan is al jaren discussie, maar het tij lijkt te keren. De zogenaamde ‘vierde pijler’ biedt een alternatief voor de klassieke ontwikkelingssamenwerking. Die vierde pijler is een heterogene groep van organisaties die zich inzetten in het Zuiden. De naam komt  van professor Patrick Delvetere van de KU Leuven. In 2005 maakte hij een onderscheid tussen de verschillende soorten van ontwikkelingssamenwerking. Hij definieerde bilaterale samenwerking als eerste pijler, multilaterale valt dan onder de tweede en niet-gouvernementele organisaties belichamen de derde pijler.

Doegerichter


“Veel vierde-pijlerinitiatieven gaan er prat op dat hun kostenplaatje veel kleiner is dan dat van ngo’s, maar daar kan over gediscussieerd worden”, zegt Tom De Bruyn van het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) aan de KU Leuven, dat in 2007 een uitgebreid onderzoek deed naar het fenomeen. “Die mensen verrichten het nodige werk in hun vrije tijd. Al het geld gaat rechtstreeks naar het Zuiden, maar de kosten en de tijd die hier geïnvesteerd worden, worden niet in kaart gebracht. Dat gaat goed zolang de organisatie klein blijft.”
Vierde-pijlerinitiatieven leggen heel hard de focus op persoonlijke contacten met de lokale bevolking in een ontwikkelingsland. Ze werken ook ad hoc. Wat is de nood en hoe kunnen we hier structureel en op korte termijn iets aan veranderen? Ook hier kunnen de wapenfeiten variëren van het bouwen van waterputten tot complexere thema’s als onderwijs of gezondheidszorg.

Toiletpapier


Omdat de efficiënte geldbesteding het stokpaardje is van vele vierde-pijlerinitiatieven, dagen ze ook de ngo’s uit tot meer transparantie. Ze verwachten dat de ngo’s veel doelgerichter werken en hun boodschap beter overbrengen, al is dat niet altijd zo evident. “Het lijkt makkelijk om ngo’s ertoe te dwingen om de bedragen die gestort worden integraal te verantwoorden, maar omdat zij met bezoldigd personeel werken, is het moeilijk om alle kosten, van lonen tot toiletpapier, in kaart te brengen”, zegt De Bruyn.
Bogdan Vandenberghe, algemeen secretaris van de koepelorganisatie 11.11.11., beaamt dat: “Het is onmogelijk om iedere gespendeerde euro te verantwoorden, maar we doen wel inspanningen om dat zoveel mogelijk na te streven. Zo hebben we Ngo-openboek opgericht, een website over en van de Belgische ngo’s voor ontwikkelingssamenwerking waarop iedere organisatie de kans krijgt om uitleg te geven over hoe giften en subsidies worden gespendeerd. Omdat we ook fiscale attesten geven, worden we ook gecontroleerd door onder andere DGOS, de federale overheidsdienst voor ontwikkelingssamenwerking.”

Managers zonder Grenzen


Een aantal initiatieven heeft eveneens ontdekt dat geld niet altijd de oplossing is. In plaats daarvan vertrekken ze vanuit hun eigen expertise. Eén daarvan is Ex-Change, een Vlaams uitzendplatform voor experts. Ex-Change werd in 2001 opgericht naar het voorbeeld van de PUM, een Nederlandse organisatie die al dertig jaar experts uitstuurt.
“De nadruk moet steeds meer worden gelegd op ondernemerschap in het zuiden en de ondersteuning daarvan”, legt communicatieverantwoordelijke Sabine Soetens uit.
“Wij werken daarom op aanvraag van ondernemers in het Zuiden. Kmo’s uit ontwikkelingsgebieden die nood hebben aan expertise komen bij ons en wij gaan voor hen op zoek naar mensen met de juiste kennis en ervaring die die ter plekke op vrijwillige basis willen exploiteren. Wij stellen onze kennis ter beschikking en tonen als het ware hoe het moet. Al is het niet zo dat we de lokale bevolking bij het handje nemen en de boel van begin tot einde bemoederen. We stellen in samenspraak met hen bijvoorbeeld een businessplan op, maar van de uitwerking houden we onze handen af.”
In 2009 behandelde Ex-Change 160 projecten, het doel van 2010 is om er 180 te halen. Tot voor kort was er Managers zonder Grenzen, een initiatief dat werd opgericht door Vlerick Alumni, maar zij zijn samengesmolten met Ex-Change. “Wij zijn ervan overtuigd dat wij een alternatief hebben gevonden hebben voor de klassieke ontwikkelingssamenwerking, maar willen de bestaande instanties niet beconcurreren”,” besluit Soeten nog.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.