Onderzoekt linkt bisphenol-A met gedragsproblemen

Bisphenol-A is populair in de chemische sector om hard, transparant plastic te maken dat voor allerlei toepassingen gebruikt wordt, van dvd’s en tandvullingen tot conservenblikken en babyflesjes. Maar de stof is ook omstreden, omdat ze het menselijk hormoonstelsel kan beïnvloeden en de werking van het hormoon oestrogeen kan nabootsen. Begin dit jaar verbood de Europese Commissie het gebruik van de stof in babyflesjes.

Blootstelling zwangere vrouwen

De onderzoekers onderzochten 244 moeders en hun kinderen in het gebied rond de Amerikaanse stad Cincinnati. De moeders leverden tijdens de zwangerschap drie urinestalen, en de kinderen werden jaarlijks gecontroleerd tot de leeftijd van drie jaar. De moeders vulden ook een vragenlijst in over het gedrag van hun kind.

“De kinderen vertoonden klinisch weliswaar geen abnormale verschijnselen, maar sommige kinderen hadden meer gedragsproblemen dan andere”, zegt hoofdauteur Joseph Braun. “Daarop gingen we op zoek naar een verband tussen de concentratie aan BPA en de gedragingen”.

Hoge concentraties

Maar liefst 85 procent van de urinestalen van de moeders bleek sporen van bisphenol-A te bevatten. In de urine van de kinderen was dat zelfs 96 procent. Na het neutraliseren van externe factoren bleek een duidelijk verband tussen de mate waarin de moeder tijdens de zwangerschap was blootgesteld aan de stof en de gedragsproblemen bij de kinderen. Bij hogere blootstelling blijken vooral meisjes vaak hyperactief, agressief, angstig en depressief. Ze slagen er ook minder in om hun emoties te beheersen.

De studie bevestigt voorgaande onderzoeken die uitwezen dat BPA-blootstelling in de baarmoeder het gedrag van een kind kan beïnvloeden, maar het is de eerste dat aantoont dat de blootstelling tijdens de zwangerschap belangrijker is dan tijdens de kindertijd.