Ontwikkelingslanden moeten meer investeren in landbouwonderzoek

Het rapport, dat werd voorgesteld op de eerste Wereldconferentie rond Landbouwonderzoek en Ontwikkeling in het Franse Montpellier, stelt India, China, Brazilië, Thaïland en Zuid-Afrika met hun vijven goed zijn voor meer dan de helft van het landbouwonderzoek in ontwikkelingslanden. De andere ontwikkelingslanden hebben jaren achterstand opgelopen. Ze moeten hun investeringen optrekken tot minstens 1,5 procent van het bruto binnenlands product om die achterstand in te halen..
Volgens de auteurs van de studie gaat het echter de verkeerde richting uit met de investeringen in onderzoek en ontwikkeling. “Momenteel ervaren veel landen druk op hun economie”, stelt het rapport. “Afgezien van China, Brazilië en India hebben de meeste landen hun landbouwsector verwaarloosd.” Dat is nefast, zeggen ze, want zonder geschoolde onderzoekers op nationaal en lokaal niveau gaan veel inspanningen op internationaal niveau verloren. “Gezien de vertraging van zeven tot twintig jaar voor onderzoek resultaten op het terrein oplevert, moet er nu 1 tot 1,5 procent van het bruto binnenlands product geïnvesteerd worden.”
De auteurs breken een lans voor duidelijke, ambitieuze doelstellingen, de nodige middelen voor onderzoek en een systeem om de vorderingen en investeringen te evalueren.