Ontwikkelingslanden verzuipen in de hulp

Begin september verzamelen arme en rijke landen in Accra, Ghana, om afspraken te maken over het beter organiseren van de wereldwijde ontwikkelingshulp. Minder versnippering, betere coördinatie, meer controle van de ontwikkelingslanden op projecten, programma’s en investeringen: niemand is tegen. Waarom gaat het dan zo moeizaam vooruit?
Europa moet op het Third High Level Forum on Aid Effectiveness in Accra met één stem spreken en een voortrekkersrol spelen, vindt Bernard Petit, onderdirecteur-generaal bij de Europese Commissie voor Ontwikkeling en Relaties met de landen van Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan. Petit benadrukt met name het belang van meer coördinatie in de ontwikkelingshulp.
‘Op dit moment zijn in Tanzania, alleen in de sector gezondheidszorg, zeshonderd projecten in uitvoering die elk over minder dan een miljoen dollar beschikken. In Kenia houden twintig donoren zich bezig met de aankoop van medicijnen via dertien agentschappen. Als je dat in een schema uittekent, lijkt het meer op het bedradingsplan van een complexe elektrische installatie dan op een efficiënt en beheersbaar plan om zoveel mogelijk mensen aan zo goed mogelijke medicijnen te helpen. Het aantal bilaterale donoren is gestegen van zeven in de vroege jaren zestig tot 53 vandaag, en daar bovenop verschijnen er steeds meer zogenaamde verticale fondsen die zich met veel geld op één thema storten. Voor klimaatverandering alleen al zijn er al tien dergelijke fondsen, die allemaal grotendeels hetzelfde doen.’

De versnippering waarover Petit klaagt, treft vooral de armste landen die net de minste beheerscapaciteit hebben. De Wereldbank signaleert bijvoorbeeld dat Tanzania in 2005 niet minder dan 541 donormissies ontving. Dat is geen alleenstaand geval, zegt Daniel Ottolenghi, Chief Development Economist bij de Europese Investeringsbank: ‘In dertig van de armste ontwikkelingslanden ontvangen de overheden elke dag, het hele jaar rond, minstens één hulpmissie. Zij zijn meer bezig met het vervullen van de vereisten van de donoren dan met het uittekenen en realiseren van een eigen ontwikkelingsbeleid.’
Ook Akihiko Nishio, directeur Concessional Finance and Global Partnerships bij de Wereldbank, bevestigt dat de kosten voor de ontvangende landen niet langer in verhouding staan tot de hulp die ze krijgen. ‘In 1960 had een regering in een derdewereldland gemiddeld te maken met twaalf partnerlanden. Vandaag is dat gemiddelde opgelopen tot 32. Bovendien wordt de bestemming van het ontwikkelingsgeld in toenemende mate vastgelegd in het donorland of door de internationale donor, ook al zegt iedereen dat het belangrijk is om de landen in het Zuiden eigenaar te maken van hun eigen ontwikkelingsproces.’
Volgens Bernard Petit zullen de Europese ministers van Ontwikkelingssamenwerking in Accra daarom pleiten voor het radicaal afschaffen van het voorwaardenbeleid, dat het grootste struikelblok is voor dat eigenaarsschap. Daarnaast wil de EU inzetten op een concrete taakverdeling onder donoren, afstemming op de eigen beleidskeuzes van de ontwikkelingslanden en meer voorspelbaarheid van de hulp, zodat de ontvangende landen ook echt een langetermijnbeleid kunnen voeren.

lokale overheid is cruciaal


Afrikaanse landen missen vaak de capaciteit om eigen ontwikkelingsprioriteiten te formuleren en te realiseren, zegt Ousmane Sy, voormalig minister van Lokale Administratie in Mali en laureaat van de Internationale Koning Boudewijnprijs voor Ontwikkelingswerk 2004-2005. Sy pleit niet noodzakelijk voor méér hulp, ‘want de hulp zoals die vandaag arriveert in Afrika versmacht onze samenlevingen en ontslaat onze regeringen van hun eigenlijke verantwoordelijkheden. Voor elk probleem wordt een projectaanvraag geschreven, in plaats van een eigen beleid ontwikkeld. En de schaarse middelen die de regeringen hebben, worden bijna uitsluitend uitgegeven in de hoofdsteden. In Mali werd enkele jaren geleden 87 procent van het overheidsbudget uitgegeven in Bamako. Zo komt van ontwikkeling natuurlijk nooit wat in huis.’
Ousmane Sy pleit daarom voor verregaande decentralisatie van het ontwikkelingsbeleid, omdat hij gelooft dat hoe dichter het politieke niveau bij de mensen staat die gesteund worden, hoe beter de middelen ingezet zullen worden. Ook de Europese Commissie wil die weg blijkbaar verkennen, aangezien de Europese Ontwikkelingsdagen in november zullen focussen op het belang van lokale actoren. Hoe decentralisatie in het Zuiden strookt met de roep om minder en dus ook grotere donoren in het Noorden, is nog niet duidelijk.
Het gaat ook helemaal niet over het aantal actoren dat zich inzet voor ontwikkeling, zegt Michele Ndiaye, ceo van het African Institute of Corporate Citizenship in Johannesburg. ‘Het gaat om de capaciteit om hulp te kanaliseren en te laten renderen. Er moet dus gewoon meer hulpgeld naar overheden zelf gaan, zodat die hun kennis en capaciteit kunnen opbouwen en op die manier hun kiezers beter kunnen dienen.’ Al voegt Ndiaye er wel meteen aan toe dat dit geen vraag om een blanco cheque is. ‘Wie ontwikkelingsgeld vraagt, moet ook begrijpen dat het gebruik daarvan opgevolgd moet worden –in wederzijds overleg.’

gidsland zweden


De 27 landen van de EU zorgden met 46 miljard euro in 2007 voor zestig procent van alle officiële ontwikkelingshulp –al waarschuwt de Europese ngo-koepel Concord voor overdreven optimisme aangezien de EU in 2006 nog 1,5 miljard euro méér uitgaf aan ontwikkeling dan vorig jaar. Bovendien vinden de ngo’s dat de cijfers grondig vervuild worden door het meerekenen van grote sommen schuldenkwijtschelding, studiebeurzen en repatriëringskosten van vluchtelingen.

De relatieve gulheid van de EU wordt bovendien niet vertaald in een vergelijkbaar grote impact op de richting die het ontwikkelingsdenken inslaat –daarvoor wegen de Wereldbank en de VN veel zwaarder door– noch in een opvallend grote efficiëntie of effectiviteit. Nochtans maakten de EU-lidstaten al bij herhaling afspraken om hun ontwikkelingsbeleid beter te coördineren. De Zweedse staatssecretaris Joakim Stymne belooft dat het Zweedse voorzittersschap van de EU in 2009 echt werk wil maken van de beloofde taakverdeling –waarbij elk van de lidstaten zich concentreert op een beperkt aantal landen en thema’s– maar ook van meer coherentie met andere beleidsdomeinen.
Zweden heeft op dat vlak een voorbeeldwetgeving die alle ministeries verplicht hun beleid te toetsen aan de impact op ontwikkelingslanden. Een regeringsstandpunt van maart 2008 herbevestigt dat beleid: ‘Het ontwikkelingsbeleid van de regering omvat zowel een effectieve ontwikkelingssamenwerking van hoge kwaliteit als een coherentiebeleid dat alle beleidsdomeinen bestrijkt. Heel wat andere beleidsdomeinen hebben immers toegang tot instrumenten die veel effectiever kunnen zijn in het verminderen van armoede dan de instrumenten binnen de ontwikkelingssamenwerking… Alle beleidsdomeinen en beleidsinstrumenten die de regering tot haar beschikking heeft, moeten worden gebruikt op een gecoördineerde en coherente manier opdat de bijdrage van Zweden tot mondiale ontwikkeling zo effectief mogelijk is.’
Die coherentie gaat dus veel verder dan de coördinatie waarover gesproken wordt in Accra en in de Verklaring van Parijs (2005) die daar geëvalueerd zal worden. Aangezien beleidsdomeinen zoals buitenlandse handel en landbouw grotendeels Europese gemeenschappelijke verantwoordelijkheden zijn, is het ook van groot belang dat de Zweedse inspanningen voor meer coherentie volgend jaar steun krijgen uit andere lidstaten, voegde Stymne er nog aan toe.

De interviews voor dit artikel gebeurden in voorbereiding op het Development Policy Forum dat op 12 juni in Brussel georganiseerd werd door Friends of Europe. www.friendsofeurope.org

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.