Ontwikkelingslanden willen geen overhaasting in internationale handelsronde

De armste ontwikkelingslanden achten een spoedige overeenkomst over landbouw in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) onhaalbaar. Ze voeren onder meer aan dat de snelle stijging van de voedselprijzen een “koerscorrectie” nodig maakt in de internationale onderhandelingen over een verdere handelsliberalisering.
De lidstaten van de WTO onderhandelen al sinds 2001 over de verdere vrijmaking van de wereldhandel. De handel in landbouwproducten blijkt een harde dobber en belet ook vooruitgang op andere terreinen. De ontwikkelingslanden willen dat de rijke landen hun subsidies afbouwen en hun markten verder openstellen, maar de industrielanden willen daar maar in beperkte mate aan toegeven.
Pascal Lamy, de directeur-generaal van de WTO, had eind vorige week aangekondigd dat hij de onderhandelingen over landbouw en markttoegang voor nijverheidsgoederen (NAMA) in mei wil afronden. Maar de ontwikkelingslanden uit Afrika, de Caraïben en de regio van de Stille Oceaan (de ACP-landen) waarschuwen Lamy om het onderhandelingsproces niet te forceren.
“Lamy zingt zijn vertrouwde deuntje: we hebben veel vooruitgang geboekt en een consensus over teksten waarover op het allerhoogste niveau kan worden beslist, is nabij”, zegt een Afrikaanse onderhandelaar die niet met naam wil worden genoemd. “We hebben inderdaad veel vooruitgang geboekt op het vlak van landbouw, maar wij zeggen dat een ministeriële bijeenkomst prematuur zou zijn. Het zou een stap achteruit zijn, want er zou verzet komen.”
Horizontaal proces
Lamy kondigde vorige week aan dat de onderhandelingen op 5 mei naar een hoger niveau zouden verhuizen, het zogenaamde ‘horizontale proces’. Daarbij kunnen toegevingen op het vlak van landbouw en nijverheidsgoederen en rond andere onderwerpen tegen elkaar worden afgewogen. In een eerste fase van die onderhandelingen zullen hoge vertegenwoordigers van slechts vijfentwintig tot dertig landen samenkomen in zogenaamde Green Room-vergaderingen. Daarna wil Lamy een week lang Green Room-bijeenkomsten op ministerieel niveau houden. Zijn secretariaat treft al voorbereidingen om die mini-ministeriële top in de week van 19 mei te doen plaatsvinden. Als de knopen daar zijn doorgehakt, kunnen alle 139 lidstaten van de WTO bijeengeroepen worden om het resultaat goed te keuren.
De ACP-landen willen de procedure volgen zoals ze eerder was vastgelegd: verder apart onderhandelen over landbouw en nijverheidsgoederen om tot volledige afspraken over alle onderwerpen te komen, die dan eerst door alle lidstaten en de groepen waarin ze zich hebben georganiseerd kunnen worden geëvalueerd. Pas daarna zou er een horizontaal proces kunnen starten.
Volgens de WTO-ambassadeur van Jamaica, Gail Mathurin, begint er nu pas vaart te komen in de besprekingen over sommige onderwerpen die van belang zijn voor de ACP-landen. Die dynamiek mag niet afgebroken worden door “artificiële tijdschema’s.”
Gevoelige producten 
Om welke onderwerpen gaat het? Vorige week liepen onder meer de onderhandelingen over ‘gevoelige producten’ in het slop, landbouwgoederen waarvoor de industrielanden en de grote ontwikkelingslanden speciale beschermingsmaatregelen willen zien. Die vallen dan in het nadeel uit van armere landen die deze goederen uitvoeren.
Er is ook een conflict gaande tussen kleine landen over markttoegang. Producenten van “tropische levensmiddelen” als Costa Rica en Ecuador zouden zo snel mogelijk vrij willen kunnen exporteren naar de EU. Maar de ACP-landen willen maatregelen om het verdwijnen van hun preferentiële markttoegang tot de EU te compenseren. Ze hopen dat de EU de handel met partners buiten de ACP langzamer gaat liberaliseren, vooral voor die producten die ze nu voordelig naar de EU uitvoeren. Het probleem is dat er een grote overlapping bestaat tussen de “tropische levensmiddelen” en de producten die de ACP-landen willen veiligstellen. Dat is bijvoorbeeld het geval voor bananen en suiker.
Er is ook nog geen overeenstemming over twee andere onderwerpen waar de ontwikkelingslanden al jaren voor vechten: de uitzonderingsregeling voor ‘speciale producten’ die belangrijk zijn voor de voedselveiligheid en het levensonderhoud van de plattelandsbevolking, en een speciale vrijwaringsclausule die landen in staat zou stellen hogere invoerheffingen in te stellen voor landbouwproducten waarvan de import plots snel oploopt.
En dan is er het nieuwe thema van de stijgende voedselprijzen. Volgens de Jamaicaanse ambassadeur Mathurin “worstelen” de ACP-landen “met uiteenlopende beleidsalternatieven” om de problemen die daaruit voortvloeien aan te pakken. “We moeten lessen uit de huidige crisis trekken. Misschien is er wel een koerscorrectie nodig.”
Te snel
Nogal wat ontwikkelingslanden morren dat Lamy niet ingaat op de eis van de meeste lidstaten om meer tijd uit te trekken voor al die onderwerpen. Naast het secretariaat van de WTO dringen ook de Europese Unie, de VS en Brazilië aan op een snelle procedure. Maar India, dat lang de zijde van Brazilië koos, twijfelt er nu ook aan dat een akkoord in mei mogelijk is.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.