Ook kleine Caribische eilanden zitten economisch in het slop

De weinig bekende OECS verenigt de meeste eilandjes uit de Kleine Antillen. Het gaat om Dominica, Grenada, St. Lucia, St. Vincent en de Grenadines, Montserrat, St. Kitts-Nevis, Antigua, Barbuda, Anguilla en de Britse Maagdeneilanden. Op Anguilla en de Maagdeneilanden na, allebei Britse kolonies, is er voor alle burgers sinds maart dit jaar vrij verkeer tussen de eilanden. Die maatregel zal tijdens de top geëvalueerd worden. Maar bovenaan het programma staan de economische problemen.

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) was de voorbije weken op bezoek in Dominica om er de overheid te adviseren. Dominica voert momenteel een aantal fiscale en economische maatregelen uit om de negatieve economische groei te counteren. Het land kan momenteel op weinig krediet rekenen bij internationale financiële organisaties. Het IMF wil daarom dat er sterk gesnoeid wordt in de overheidsuitgaven en het overheidspersoneel. Eerste minister Pierre Charles, liet echter al weten dat dit zeker geen wens van de overheid is. Hij staat onder zware druk van de vakbond van het overheidspersoneel (DPSU) om naar andere manieren te zoeken om te besparen.

De situatie van Dominica staat symbool voor die in de andere landen van de OECS. Overal ging de economische situatie er op achteruit. In St. Lucia groeide de economie in 1998 en 1999 nog met 3,1 procent. In 2000 haalde het land echter nog slechts 0,2 procent en in 2001 verwacht men een negatieve groei van 5.4 percent. Eerste minister Kenny Anthony wijt de problemen aan het verslechterde economische klimaat, samen met de droogte die de regio nu al 40 jaar teistert. Hoewel de steeds belangrijker wordende dienstensector mooie resultaten toonde
, krompen de sectoren die zorgen voor buitenlandse deviezen zoals de landbouw, de bouwsector, hotels en restaurants, groot- en detailhandel -allemaal samen goed voor 56 procent van het bruto binnenlands product- in. Ook al hoopt Anthony dat het huidige fiscale en monetaire beleid -het meest gediversifieerde in de OECS- het tij zal doen keren, waarschuwt hij zijn eilandbewoners om niet té optimistisch te zijn.

De bijeenkomst van de leiders van de Kleine Antillen valt samen met de 21st verjaardag van het verdrag van Basseterre op 18 juni 1981 dat leidde tot de oprichting van de OECS en een aantal gezamenlijke instituties voor burgerluchtvaart, defensie en buitenlandse vertegenwoordiging. De leiders zullen er een ontwikkelingscharter bekijken dat samen met de Oost-Caribische Centrale bank is opgesteld. Ze bekijken ook hoe ze een sterkere stem kunnen hebben in economische onderhandelingen op internationale forums als NAFTA, de Wereldhandelsorganisatie en de akkoorden van Cotonou. En er staan ook plannen op het programma voor een gezamenlijke magistratuur, een herziening van het OECS-rechtssysteem en een gemeenschappelijk beleid rond informatie- en communicatietechnologie.