Op de bres voor ecologische rechtvaardigheid

De Green Belt Movement (GBM) is een niet-gouvernementele structuur van vrouwengroepen die zich inzetten voor lokale ontwikkeling en zorg voor het natuurlijk milieu. De twee belangrijkste principes zijn het mobiliseren van en kracht geven aan vrouwen die hun levensomstandigheden willen verbeteren. Duizenden vrouwengroepen richten kleine boomkwekerijen op en planten inlandse boomsoorten op hun eigen gronden en op openbare terreinen. Daarmee voorkomen zij bodemerosie en dragen zij bij tot het natuurbehoud. Voor de jonge bomen die overleven, krijgen zij een kleine vergoeding, zodat hun initiatief een inkomensverwervende activiteit wordt. Dat inkomen is hard nodig om te voldoen aan de behoeften van hun gezin.

  • VN Wangari Maathai, oprichtster van de Green Belt Movement, overleed op 25 september 2011. Op deze archieffoto wordt ze door VN-baas Ban Ki-moon erkend als VN-boodschapper van de vrede op de klimaattop in Kopenhagen in 2009. VN

Gedurende de bijna dertig jaren van haar bestaan is de GBM heel effectief geweest in het mobiliseren van de Keniaanse bevolking. Onder haar impuls werden dertig miljoen bomen geplant. De beweging zal een blijvende invloed hebben, omdat geleidelijk aan een cultuur is ontstaan van zorg voor bomen en voor het milieu. Lokale gemeenschappen hebben nu een beter inzicht in de verbanden tussen hun basisbehoeften en de toestand van het milieu. Daardoor is het actieterrein van de GBM geleidelijk aan ook breder geworden. Het omvat nu ook burgerschapsvorming, voedselzekerheid voor gezinnen, belangenverdediging en netwerkvorming en de organisatie van duurzame safari’s.

Dorpen zijn georganiseerd in kleine groepen en netwerken die instaan voor het behoud van het milieu. Zij leveren voedsel, hout voor de keukenvuren, materiaal voor de bouw van huizen en afsluitingen en veevoeder. De lokale gemeenschappen zorgen ook voor hun eigen veiligheid en voor een verantwoorde opvoeding van jongeren, door illegale alcohol en drugs te weren. Die actie beschermt vooral de jonge meisjes.

De GBM heeft zichzelf tot doel gesteld mensen en vooral vrouwen te mobiliseren voor zelfbeschikking, rechtvaardigheid en armoedebestrijding. Het planten van bomen is het vertrekpunt. De bredere doelstellingen zijn het bevorderen van een vrijwillige inzet voor het welzijn van de gemeenschap, eerbied voor het milieu, actie voor betere levensomstandigheden, openheid en het afleggen van verantwoording. Er zijn enkele mannengroepen bij GBM aangesloten, maar de overgrote meerderheid zijn vrouwengroepen. GBM overkoepelt ongeveer 100.000 vrouwen, verenigd in 6000 groepen die georganiseerd zijn in 600 netwerken.

De begunstigden

De allereerste begunstigden van de activiteiten van de GBM zijn vanzelfsprekend de vrouwen op het platteland. De meeste hebben een vorming gevolgd in bodembeheer en biologische landbouw en in de productie van voedingsproducten van een betere kwaliteit. Zij hebben ook geleerd om op te komen voor hun eigen rechten en voor het behoud van het milieu. Met de vergoedingen die zij ontvangen voor het kweken van bomen, kunnen zij elementaire werktuigen kopen.

Dat inkomen en de andere voordelen die deze vrouwen genieten, sijpelen door naar de lokale gemeenschappen. Als deze gemeenschappen braakliggende gronden kunnen recupereren voor productief gebruik, als greppels en sloten worden onderhouden en als erosie wordt voorkomen, komt dit het hele dorp ten goede. De vrouwen ontvangen slechts een kleine vergoeding voor de kweek van jonge bomen, maar elke geplante boom is op lange termijn een economisch rendabele investering. Iedereen die in de houtindustrie werkt, weet dat te waarderen. De inkomens uit het planten van bomen beperken de armoede en verbeteren de levensomstandigheden van de gezinnen. Sommige landbouwwerktuigen als schoppen, harken of kruiwagens kunnen ook voor andere, huishoudelijke taken worden gebruikt. Lokale gemeenschappen genieten ook mee als er meer drinkbaar water en producten uit het woud beschikbaar zijn en halen ook voordeel uit de stijging van de productiviteit van de grond.

De GBM heeft meer dan vierhonderd scholen in heel Kenia bijgestaan bij het planten van bomen. Op langere termijn zorgen deze bomen voor schaduw, bescherming tegen de wind en een fraaiere schoolomgeving. In Kenia is bescherming tegen stormen niet zonder belang, want er zijn heel wat scholen waarvan het dak ooit werd weggeblazen. De bomen leveren ook energie voor de schoolkeukens en hout om er schoolbanken van te maken.

Met haar vele activiteiten heeft de GBM bijgedragen tot de ontwikkeling van Kenia. De beweging heeft meegeholpen bij het behoud van de natuurlijke rijkdommen, door het vergroten van de beboste oppervlakte en van de beschikbare biomassa.. Het land gaat ook vooruit door het planten van bomen in waterrijke gebieden. Zo heeft de GBM mee bijgedragen tot de beschikbaarheid van water voor waterkrachtcentrales. Elke aantasting van deze bossen is een bedreiging voor de elektriciteitsproductie en de waterbevoorrading van de hoofdstad Nairobi. De beweging heeft ook heel wat bekendheid gekregen door haar acties voor de verbetering van het grote Uhuru-park in de hoofdstad.

Milieuzorg door het planten van bomen

Met het planten van bomen wil de GBM verwaarloosde openbare en particuliere gronden rehabiliteren, in het bijzonder bossen, beboste hellingen en de gronden langs wegen en de oevers van rivieren. Daarmee beschermen wij de lokale biodiversiteit en beletten wij de verdere degradatie van het milieu. Tussen 1977 en 1997 zijn twintig miljoen bomen geplant, bijna uitsluitend op privé-grond. In die jaren was de Keniaanse overheid het er helemaal niet mee eens dat er pogingen werden ondernomen om ook openbare bossen te onderhouden. Vaak reageerde zij daarop met geweld. Sinds de politieke ommekeer van december 2002 is daar gelukkig verandering in gekomen.

Vanaf 1997 heeft de GBM zich ook toegelegd op het planten van inlandse bomen en fruitbomen op openbare terreinen. In de daaropvolgende jaren werd veel aandacht besteed aan netwerkvorming van kleine plaatselijke vrouwengroepen. Vanaf 2004 richt de GBM haar aandacht op verwaarloosde bossen, omdat die essentieel zijn voor het beheer van de waterreserves. Dat is belangrijk voor ons land: in het algemeen wordt aanbevolen dat minstens tien procent van de oppervlakte van een land uit bossen bestaat, maar in Kenia is dat slechts een magere twee procent. Dat heeft een negatieve invloed op het grondwaterpeil en op het waterniveau in de rivieren, in die mate dat Kenia nu doorgaat voor een waterarm land.

Om een boomkwekerij te straten volgt de GBM een procedure in tien stappen. In een eerste fase geeft zij in een dorp informatie over het belang van het planten van bomen en over de filosofie van de beweging. Deze vorming is voor iedereen toegankelijk. In een tweede fase zullen animatoren van de GBM geïnteresseerde personen bijstaan om een groep op te richten. Die groepen worden meestal gevormd rond bestaande vrouwengroepen, kerkelijke verenigingen of schoolbesturen. De nieuwe groep kan dan officieel lid worden van de GBM. Na deze registratie krijgen de groepen hulp bij de voorbereiding van de boomkwekerij: de leden van de groep gaan in de bossen zaden verzamelen en planten die in de kwekerij. In sommige gevallen stelt de GBM de zaden ter beschikking. Als de zaden beginnen te kiemen, worden de plantjes in kleine individuele containers overgeplant.

De groep moet nu elke maand een rapport leveren over het aantal boompjes, het groeiproces, enzovoort. Als de jonge bomen klaar zijn voor het overplanten in de voorziene habitat, zal de groep geïnteresseerden zoeken die zich ertoe verbinden de jonge bomen te verzorgen en onderhouden. Op die manier worden verliezen beperkt. De leden van de groep controleren de voorbereidingen bij de gezinnen die zich hebben opgegeven om te planten. Ook hiervan worden maandelijkse rapporten opgesteld. Als de jonge bomen geleverd en geplant zijn, betaalt de GBM een symbolische vergoeding aan de groep. Ongeveer een maand na het planten volgt een controle door de leden van de groep en hierover wordt opnieuw gerapporteerd. Ongeveer twee maanden later volgt een tweede controle en een nieuw rapport voor de hoofdzetel van de GBM. Pas als dit rapport met een voldoende beoordeeld wordt, volgt de volledige betaling. Deze periode van drie maanden is essentieel voor de overlevingskansen van de jonge boompjes.

Waterbeheer

Gebrek aan water vormt een grote hinderpaal voor milieuzorg in Kenia en maakt het bereiken van voedselzekerheid vrijwel onmogelijk. In 1989 zijn wij gestart met een programma voor het beheer van de waterreserves en -bronnen. Deze actie kreeg de financiële steun van de Nederlandse niet-gouvernementele organisatie NOVIB. De belangstelling voor het goed beheer van de watervoorraden is langzaam gegroeid. De boeren gingen beseffen dat het wegsijpelen van water en de bodemerosie twee belangrijke bronnen van milieudegradatie zijn. Zij hebben ook ingezien dat het regenwater op natuurlijke wijze opgeslagen wordt in bossen, rivieren, bronnen en ondergrondse natuurlijke reservoirs. Als de bossen verdwijnen, wordt de regen minder goed opgevangen en wordt de grond droog en onproductief.

Omdat de achteruitgang van de waterhuishouding traag verloopt, duurt het lang vooraleer de boeren zich bewust zijn van de gevolgen. Elke generatie verbruikt kostbare milieugoederen en laat een erfenis van vervuiling en uitputting na aan de volgende generatie, zonder begrip voor de verbanden tussen de verschillende problemen. Boeren reageren dikwijls ook heel fatalistisch en wijten de achteruitgang van de kwaliteit van hun land en van het water aan onbeheersbare klimaatverschijnselen of aan bovennatuurlijke krachten. De GBM heeft het beheer van de watervoorraden tot een prioriteit van haar acties gemaakt en is begonnen met de bouw van aarden dammen in verwaarloosde en droge gebieden. De gezinnen gebruiken het water voor de productie van voedsel en zaden.

Voedselzekerheid voor het gezin

Het programma ter bevordering van de voedselzekerheid van de gezinnen is complementair met de andere activiteiten. Fruitbomen en inlandse voedselgewassen als cassave, suikerriet en bananen verbeteren zowel het milieu als het dieet van de gezinnen. Door deze bomen en gewassen te planten is het mogelijk voedseltekorten te verminderen in gebieden waar commerciële gewassen als koffie, thee of bloemen de lokale landbouweconomie domineren. De GBM richt haar energie dus zowel op de bescherming van het milieu en het behoud van de lokale biodiversiteit als op de bestrijding van honger en ondervoeding.

Tegelijk krijgen de boeren hulp om traditionele kennis en technieken te behouden, bijvoorbeeld inzake lokale voedselgewassen en hoe die zich vermenigvuldigen of hoe ze moeten worden bewaard en verwerkt. De lokale bevolking wordt zich meer bewust van de gevaren die haar traditionele gewassen bedreigen en kunnen via hun politieke vertegenwoordigers druk uitoefenen op het voedselbeleid van de regering. Tijdens vormingsbijeenkomsten wisselen de boeren hun kennis over de gewassen uit en leren zij van anderen met welke technieken deze gewassen verbeterd kunnen worden. Op het einde van een reeks bijeenkomsten krijgen de boeren zaden om die gewassen te beginnen kweken. Dit programma kent een groeiend succes en bewijst dat het verdwijnen van traditionele gewassen in de moderne landbouw enkel te wijten is aan een gebrek aan kennis over die gewassen.

Vogels zijn een andere, vrij onbekende oorzaak van voedselonzekerheid in gebieden waar vooral commerciële gewassen worden gekweekt. Als de vogels zich niet meer kunnen voeden met de traditionele zaden en vruchten, zoeken ze hun voedsel op de commerciële plantages en beschadigen daar de aanplantingen. De boeren gebruiken vergif om de vogels te doden en verergeren daardoor de lokale milieuproblemen. Om dit conflict te vermijden en de bedreiging voor de vogels te verminderen, worden de boeren aangemoedigd om gierst te planten.

Het vormingsprogramma voor voedselzekerheid omvat ook vorming in technieken voor het opvangen van regenwater: het aanleggen van terrassen, kleine dammen en waterputten en het planten van gewassen met veel bladeren om de grond te beschermen tegen uitdroging. Deze technieken helpen mee de erosie te beperken en verhogen de kwaliteit en productiviteit van de grond. In het centrale opleidingscentrum van de GBM brengen we in praktijk wat we prediken. We gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen en leren de boeren composteringstechnieken aan.

Vorming tot burgerzin en milieubescherming

De Green Belt Movement wil ook het milieubewustzijn bevorderen en vaardigheden helpen ontwikkelen die het sociaal en ecologisch welzijn van de Kenianen op duurzame wijze kunnen verhogen. Via vorming wil de GBM mensen erop wijzen dat zij verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen levensomstandigheden en voor de bredere gemeenschap waarin zij leven. De cursussen beklemtonen dat de huidige generatie het lot van de toekomstige generaties in handen heeft en dat gedragsregels voor een duurzame ontwikkeling slechts tot stand komen en gerespecteerd worden als hiervoor steun bestaat bij brede lagen van de bevolking.

Tijdens de jaren van politieke strijd voor meer democratie in Kenia (bedoeld wordt: de laatste jaren van het regime van de autoritaire president Daniel Arap Moi, die in december 2002 de verkiezingen verloor – nvdr.) voerde de GBM een grootschalige campagne. Met de steun van de Duitse Gesellschaft für Technische Zusammenarbeit (GTZ, de Duitse homoloog van onze Belgische Technische Coöperatie – nvdr.) werden honderden seminaries georganiseerd voor leraren, gemeenteraadsleden, lokale ambtenaren, religieuze leiders en leiders van plaatselijke gemeenschappen. Tijdens deze campagne werden over heel Kenia 250.000 ‘vredesbomen’ geplant. Gelukkig hebben deze campagnes resultaat opgeleverd.

De deelnemers aan de vormingsbijeenkomsten hebben hun ruimere kennis en groter zelfbewustzijn vertaald in honderden kleine acties en geestelijke leiders gingen meer begrip tonen voor het verband tussen de achteruitgang van het milieu en de armoede van de leden van hun kerken. Dat is heel belangrijk in Kenia, waar de invloed van niet-traditionele protestantse kerken buitengewoon snel groeit. Lokale groepen waarvan de leden hebben deelgenomen aan seminaries van onze beweging, zullen over het algemeen vlugger protesteren tegen het onwettig gebruik van openbare terreinen en tegen het kappen van bomen. De GBM is ervan overtuigd dat haar vorming in burgerschapszin en milieuzorg de bevolking weerbaarder heeft gemaakt en heeftgewezen op het belang van een democratisch politiek proces en van goed bestuur. Onze inspanningen hebben zeker bijgedragen tot de politieke omwenteling in Kenia van 2002.

In juli 2002 ontving de GBM een toelage van de Duitse Heinrich Böll Stiftung voor de vorming van een brede ecologische beweging in Kenia, naar het voorbeeld van de Society of the Greens in andere landen. De campagne begon met een reeks bijeenkomsten over ecologische problemen in Kenia, maar de invalshoek werd verbreed tot de studie van de doelstellingen en resultaten van de Wereldtop voor Duurzame Ontwikkeling in Johannesburg (september 2002). De Society of the Greens verenigt personen die zich inzetten voor het verantwoord gebruik van de natuurlijke rijkdommen en voor duurzame ontwikkeling. Zij verdedigen ook de principes van goed bestuur, respect voor de mensenrechten en rationeel gebruik van de middelen van een land. De leden komen uit vele verschillende hoeken van de samenleving.

Belangenbehartiging

Danzkij de Green Belt Movement zijn de reacties van de Keniaanse bevolking tegen slecht bestuur en de aantasting van de milieurechten bekend geworden in Kenia zelf en ook op het internationale toneel. De beweging gelooft dat belangenverdediging en vorming tot burgerschap en verantwoorde omgang met de natuur hand in hand kunnen en moeten gaan. Als de mensen de oorzaken van sociaal en ecologisch onrecht begrijpen, zullen ze vlugger in beweging komen om die oorzaken te bestrijden. Het grootste succes op dit gebied is de redding van het Uhuru-park in de hoofdstad Nairobi. De regering van president Arap Moi had in 1989 plannen om de grond te verkopen voor de bouw van een complex van 62 verdiepingen. Met de steun van vele andere groepen en burgerbewegingen slaagde de GBM erin het park te redden. In 1991 liet de projectontwikkelaar zijn idee varen.

In 1998 werd het Karura-bos ook bedreigd. Dit bos speelt een belangrijke rol in de waterhuishouding van Nairobi en wordt beschouwd als de ‘groene long’ van onze hoofdstad. De regering wilde geen rekening houden met de gerechtvaardigde protesten van de GBM en andere organisaties en delen van het bos werden toch gekapt. Deze wonden zijn nu nog zichtbaar, hoewel de volledige vernietiging van het bos uiteindelijk wel voorkomen kon worden. In januari 2003 organiseerde de GBM een rondleiding door het bos voor leden van de nieuwe regering. Er werden nieuwe bomen geplant, als teken dat de strijd voor het behoud van het bos tot een goed einde was gebracht. In 2004 liepen er in de Keniaanse rechtbanken nog altijd juridische conflicten over 170.000 hectare bos.

Door de vastberadenheid van de GBM is het in heel wat gevallen mogelijk geweest om gemeenschapsgronden te vrijwaren. Daardoor bleven bossen, speelruimte voor kinderen, parkeerplaatsen en sites van culturele betekenis behouden. De grootste vooruitgang is dat een kritische massa van Kenianen er nu van overtuigd is dat het nodig is het milieu en gronden voor openbaar gebruik te beschermen. Onder de nieuwe regering worden de GBM en andere organisaties niet meer met geweld bedreigd, maar een kritische houding tegenover het regeringsbeleid blijft noodzakelijk. Er zijn commissies opgericht die ecologische onrechtvaardigheden uit het verleden moeten onderzoeken en wij hopen dat de rechtvaardigheid uiteindelijk de bovenhand zal halen.

Vorming van internationale netwerken

De Green Belt Movement is ook betrokken bij de werking van een aantal internationale netwerken van organisaties met gelijkaardige activiteiten.

Afrikaans Netwerk voor Biodiversiteit

Het Afrikaans Netwerk voor Biodiversiteit is een informeel netwerk van enkele honderden Afrikanen die zich inzetten voor het behoud van de biodiversiteit, voor duurzame ontwikkeling en voor de bescherming van traditionele kennis en culturen. Het werd opgericht in 1996 en wil de stem van Afrika in de internationale fora luider laten weerklinken. Het is de bedoeling het beleid en de wetgeving voor de bescherming van de biodiversiteit te versterken.

Panafrikaans Initiatief

In 1985 werd gestart met de opbouw van een ‘groen’ Afrikaans netwerk. UNEP, het Milieuprogramma van de Verenigde Naties, leverde de fondsen die nodig waren om de nodige contacten te leggen tussen niet-gouvernementele organisaties uit de verschillende landen. Het informeel centrum van het netwerk is gevestigd in Nairobi, in het vormingscentrum van de GBM. De bijeenkomsten duren meestal twee weken en spitsen zich toe op het verband tussen de aantasting van het milieu, gezondheidsproblemen en kwesties van goed beheer en politiek leiderschap. De deelnemers bezoeken ook plattelandsgebieden en nemen deel aan boomplantacties en concrete projecten voor voedselzekerheid.

Duurzame safari’s

Met dit programma wil de GBM de bezoekers van Kenia op een ecologisch verantwoorde manier kennis laten maken met het land en tegelijk fondsen werven voor de andere activiteiten van de beweging. Het programma duurt vijf tot zeven dagen en de deelnemers aan deze safari’s bezoeken ook lokale projecten, nemen deel aan boomplantacties en vormingsseminaries. Zij logeren bij families, zodat een culturele uitwisseling tot stand komt en er ook kennis wordt uitgewisseld over Kenia’s rijke geschiedenis.

Elke safari wordt aangepast aan de vragen van de betrokken groep. De safari’s vertrekken altijd vanuit het vormingscentrum van de Green Belt Movement. Wij hebben dit centrum in 1996 kunnen aankopen met de steun van de Oostenrijkse regering. Het kan dertig personen huisvesten. Op het terrein wordt voldoende voedsel voortgebracht voor het verbruik van de gasten. Op het domein zijn een twintigtal inheemse boomsoorten te bewonderen en een grote verscheidenheid aan vogels.

Vrouwen voor verandering

Met het programma ‘Vrouwen voor verandering richt de Green Belt Movement zich specifiek tot meisjes en jonge vrouwen. Zij moeten belangrijke beslissingen nemen over hun seksualiteit, hun voortplanting en de bescherming tegen aids. Daarnaast ondersteunt de GBM hen bij het opzetten van inkomensverwervende activiteiten zoals het planten van bomen, het houden van bijen of het kweken van voedsel. Ten slotte leren wij hen ook de beginselen van gezonde voeding en het gebruik van voedzame inlandse gewassen. Dat is van groot belang in gebieden waar veel aids voorkomt.

De GBM werkt op dit terrein samen met middelbare scholen, met jeugdbewegingen zoals de meisjesgidsen en met vrouwenbewegingen. De Keniaanse overheid heeft onlangs ook een nationale preventiecampagne tegen aids opgestart. Deze campagne kan maar slagen als lokale besturen, niet-gouvernementele organisaties en scholen er ook aan meewerken. De Green Belt Movement is zich bewust van de omvang van de uitdaging en zet hiervoor al haar middelen in.

Wangari Maathai nam in 1977 het initiatief tot de oprichting van de Green Belt Movement, een Keniaanse niet-gouvernementele organisatie voor duurzame ontwikkeling die werkt met vrouwen.
In 2000 was Wangari Maathai covoorzitter van de Jubilee 2000 Africa Campaign voor de kwijtschelding van de schuldenlast. In december 2002 werd zij verkozen tot lid van het Keniaanse parlement, in januari 2003 werd zij onderminister voor Milieu en Natuurlijke Rijkdommen in de nieuwe regering van president Kibaki. In 2004 ontving zij de Nobelprijs voor de Vrede voor haar werk met de Green Belt Movement. Ze stierf op 25 september 2011 na een lange strijd tegen kanker.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.