Overheden grote spelers op internationale investeringsmarkt

In 2010 wierpen bedrijven waarin de staat een grote aandeelhouder is, zich vol enthousiasme op de internationale investeringsmarkt en bevond België zich qua buitenlandse investeringen op een verrassende vierde plaats in de top tien van ontvangende landen. Dit zijn enkele opvallende conclusies uit het 26ste World Investment Report van de VN-organisatie voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD).

  • Reuters Frans president Sarkozy stelt CEO Mestrallet van GDF Suez France (rechts) voor aan Russisch president Medvedev. GDF Suez France is een voorbeeld van een multinational waarvan een groot deel van de aandelen in handen is van de staat. Reuters

Het rapport focust op de in- en uitstroom van directe buitenlandse investeringen (FDI) en probeert zo het reilen en zeilen van multinationale bedrijven in kaart te brengen. ‘Directe buitenlandse investeringen zijn een kind van de jaren negentig’, aldus Daniël Van Den Bulcke. De professor internationaal management en ontwikkeling aan de Universiteit Antwerpen stelde het World Investment Report 2011 voor in Brussel. ‘Voor 1990 werd wereldwijd amper 200 miljard dollar geïnvesteerd in het buitenland. In 2007, vlak voor de economische crisis, bereikte de globale FDI de kaap van 2000 miljard dollar.’


De inwaartse FDI-stroom per continent, 1990-2010. Beweeg over de grafiek voor de exacte cijfers. Bron: UNCTAD

Motor van de wereldeconomie

Een bescheiden groei van vijf procent in 2010 suggereert dat buitenlandse investeringen de economische crisis overwonnen hebben. ‘Maar’, zegt Van Den Bulcke, ‘buitenlandse investeringen liggen nog steeds vijftien procent lager dan hun gemiddelde niveau van voor de crisis. De investeringsmarkt is dus nog niet volledig gerecupereerd.’

In 2010 absorbeerden ontwikkelingseconomieën bijna de helft van alle buitenlandse investeringen. Diezelfde ontwikkelingslanden investeerden tegelijk zelf ook meer dan ooit tevoren in andere ontwikkelingslanden. ‘Dit wijst op het groeiende belang van ontwikkelingseconomieën voor de wereldeconomie’, aldus Van Den Bulcke.

Per regio zijn de verschillen in FDI echter groot. In Noord-Amerika verdubbelde het aantal investeringen net niet, in Europa daalde de FDI-instroom met 19 procent. En hoewel investeerders de voorbije jaren steeds makkelijker hun weg vonden naar het Afrikaanse continent, zag Afrika buitenlandse investeringen met negen procent dalen. Landen in Zuidoost-Azië zagen de buitenlandse investeringen in de regio dan weer met een kwart stijgen. ‘Je hoort vanalles over de opkomende BRIC-landen, maar de echte motor van de wereldeconomie zou wel eens in Zuidoost-Azië kunnen liggen’, meent Van Den Bulcke.

De staat en zijn multinationals

Hoewel liberalisering nog altijd de boventoon voert, namen nationale overheden het de voorbije jaren steeds vaker op voor binnenlandse bedrijven. Aan het begin van de 21ste eeuw waren zo goed als alle wetswijzigingen aangaande buitenlandse investeringen ter promotie van FDI, tien jaar later is wereldwijd een derde van de nieuwe wetten bedoeld om FDI’s te beteugelen. Nationale overheden beschermen vooral strategische sectoren zoals de mijnbouw en andere ontginningsindustrieën.

‘Deze evolutie valt mogelijk te verklaren door het succes van de Chinese en Zuid-Koreaanse economieën waar staatsinterventie hand in hand gaat met economische groei’, zegt Van Den Bulcke. ‘Anderen volgen hun voorbeeld.’ Nutsvoorzieningen zoals elektriciteit, water en gas zijn echter niet langer strikt nationale aangelegenheden en komen steeds vaker in buitenlandse handen terecht.

Multinationale ondernemingen (MNO’s) waren in 2010 goed voor een vierde van het mondiale BBP of zo’n slordige 11 biljoen euro. UNCTAD definieert staatsbedrijven als bedrijven waar de staat minstens 10 procent aandelen in heeft en dus de nodige invloed uitoefent binnen het bedrijf. De 650 “staatsbedrijven” maken amper 1 procent uit van alle MNO’s maar vertegenwoordigen wel 11 procent van alle buitenlandse investeringen. Die bedrijven zijn volwaardige internationale spelers geworden, die vaak tot de grootste ter wereld behoren. GDF Suez France, Lukoil OAO en General Motors zijn hier enkele voorbeelden van.

“Je hoort vanalles over de opkomende BRIC-landen, maar de echte motor van de wereldeconomie zou wel eens in Zuidoost-Azië kunnen liggen.”
“Staatsbedrijven” in ontwikkelings- en overgangseconomieën wagen zich ook vaker aan overnames en fusies dan hun westerse tegenhangers. Ook hier komen vooral de ontginningsindustrieën in het vizier. Staatsbedrijven in ontwikkelde landen richten zich eerder op nutsvoorzieningen.



De top 10 van grootste ontvangende en investerende landen. Bron: UNCTAD

Tot Van Den Bulckes verrassing was België in 2010 een van de grootste ontvangers van FDI. ‘De notionele interestregeling kan een mogelijke verklaring bieden.’ De notionele interest werd oorspronkelijk gecreeërd om het fiscale verschil tusssen vreemd en eigen vermogen weg te werken. Maar het toont volgens Van Den Bulcke vooral hoe vluchtig en wisselvallig de in- en uitstroom van FDI’s kan zijn. ‘Nederland, normaal onze concurrent en gelijke als het op FDI aankomt, bengelde het afgelopen jaar achterop met minder dan een miljard buitenlandse investeringen, terwijl België tussen de 50 en 99 miljard aan FDI ontving.’

NEM’s

Een laatste en misschien wel de belangrijkste vaststelling is de opmars van zogenaamde NEM’s (productiemethodes zonder aandelenkarakter). Deze NEM’s liggen tussen FDI’s en internationale handel. NEM’s zijn niet gebaseerd op aandelen zoals FDI’s maar op eerder losse contractuele relaties tussen bedrijven onderling, niet zelden tussen een multinational en een lokale onderneming in het Zuiden.

Van Den Bulcke geeft uitbestedingen als voorbeeld . ‘Neem nu een eenvoudige elektrische tandenborstel. De verschillende onderdeeltjes samen hebben zo’n twee keer de omtrek van de aarde afgereisd om uiteindelijk één tandenborstel te vormen. De fabrikant hoeft daarom niet te investeren in de bedrijven die de onderdelen produceren.’

NEM-productie komt vooral in ontwikkelingslanden voor. Dit gaat van contracten met kleine Mozambikaanse koffieboeren over franchising tot Indiase callcenters. UNCTAD schat dat er tussen de 18 en 21 miljoen mensen aan de slag zijn in bedrijven die onder de NEM-categorie vallen.

Voor multinationale bedrijven houdt NEM minder risico in dan een directe buitenlandse investering. Bovendien is het systeem veel flexibeler en kan men zich sneller aanpassen aan veranderingen.

‘In feite is deze vorm van samenwerking niets nieuws. Het nieuwe is echter de snelle groei van het fenomeen. MNO’s betrekken steeds vaker kleine lokale bedrijven in hun productieketen,’ zegt Van den Bulcke. ‘Maar in tegenstelling tot FDI bestaan hier bitter weinig globale cijfers over.’


De oorsprong van de kleding van Gap Inc. Bron: UNCTAD

De opmars van deze contractuele relaties tussen multinationals en lokale bedrijven roept ook een aantal vragen op. ‘De machtsbalans tussen de MNO en NEM-partner is op z’n minst onevenwichtig te noemen. Door de immer wisselende marktomstandigheden zijn deze samenwerkingen vaak erg tijdelijk en kunnen MNO’s gemakkelijk de productie naar een ander continent overhevelen,’ waarschuwt Van Den Bulcke.

De partnerbedrijven in lagelonenlanden maken zich soms ook schuldig aan milieuvervuiling of lappen internationale arbeidsnormen aan hun laars. Volgens Van Den Bulcke is het dan aan de internationale gemeenschap en de overheden om de MNO’s die met dergelijke bedrijven samenwerken, onder druk te zetten, zodat MNO’s hun verantwoordelijkheid nemen en hun partners in het Zuiden verplichten bepaalde standaarden na te leven.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.