Overheid schaart zich achter ggg's, ondanks rampzalige resultaten

In maart van dit jaar heeft het Genetic Engineering Approval Committee
(GEAC) groen licht gegeven voor de commerciële aanplanting van ‘Bt Katoen’.
Dat is katoen dat verrijkt is met de genen van de bacillus thuringiensis
(bt) en daardoor resistent is tegen bolwormpest. De gemanipuleerde
Bt-katoenplanten doden zelf de bolworm, die grote schade aan katoenvelden
berokkent. Het GEAC heeft het Bt-katoen, ontwikkeld in de VS door de
zadenreus Monsanto, toegelaten hoewel een negatief vonnis van het
hooggerechtshof het comité boven het hoofd hangt.

De boeren die in het experiment stapten, plukken er nu de bittere vruchten
van. In de drie staten waar het meest katoen wordt verbouwd, zijn een aantal
oogsten spectaculair mislukt. Volgens vertegenwoordigers van Monsanto zijn
de oogsten mislukt omdat er een aantal periodes van droogtes door ongewone
regens zijn gevolgd. Dit heeft wortelrot veroorzaakt, een kwaal waartegen bt
katoen niet bestand is.

Volgens de lokale media zijn de rampzalige oogsten in de staat Gujarat
echter niet te wijten aan regens maar aan aanvallen van uitgerekend de
larven waarvoor de bt katoenplanten immuun zouden moeten zijn. Dit zou
betekenen dat de genetische wijziging van het katoen blijkbaar niet het
gewenste resultaat zou opleveren. De Landbouwiniversiteit van Gujarat moet
nu in opdracht van de regering een gedetailleerd rapport afleveren over de
aanvallen van de larven op de 18.000 hectaren Bt-katoenplanten die recent
zijn aangeplant.

Toen de GEAC Bt-katoen toeliet, baseerde het zich vooral op China, dat goede
resultaten met het katoen haalde. Maar ondertussen heeft het Nanjing
Institute voor Milieuwetenschappen gemeld dat de Bt-genen in het katoen ook
de natuurlijke vijanden van de beruchte worm vernietigen en dat de
gewijzigde planten vatbaarder zijn voor andere ziektes dan gewoon katoen.
Een katoenexpert in India, K. Venugopal, bevestigt dat Bt-katoen vatbaar is
voor virussen waar de gewone katoenplant zich vrij probleemloos tegen kan
verdedigen.

Ondanks de problemen wil de Indiase regering doorgaan met een experiment op
een ander gewas. Het gaat om een soort kool waaraan Bt-genen zijn
toegevoegd. De kool wordt lokaal op brede schaal geteeld en elk jaar
vernietigt een bepaald soort mot kool ter waarde van een miljard dollar. De
Bt-genen in de kool moeten komaf maken met de mot. Volgens de wetenschappers
van het Indian Agricultural Research Centre, die de kool hebben gewijzigd,
is het belangrijkste voordeel dat er veel minder pesticiden zullen nodig
zijn. ‘In laboratoria is de genetisch gewijzigde kool voor 70 percent immuun
tegen zijn belangrijkste vijand, de mot’, zegt R.C. Bhattacharya, een
wetenschapper van het gerenommeerde instituut.

Die verhoogde immuniteit is zeker een voordeel, maar volgens Devinder
Sharma, directeur van het Forum for Biotechnology and Food Security (FBFS)
is het sop de kool niet waard. Kool is in India geen belangrijk gewas en
het geld dat in de genetische modificatie werd gepompt, zal niet renderen,
zegt Sharma. Bovendien is er een reëel gevaar dat de toxische Bt-genen in
de voedselketen geraken met onbekende gevolgen voor de volksgezondheid en
voor het milieu. Zelfs genetisch gemodificeerd materiaal dat helemaal niet
voor consumptie bedoeld is, belandt voor je het weet in de menselijke
voedselketen, waarschuwt Sharma.

De grootste zorg van de anti-ggo activisten in India is dat de GEAC de
verbouwing van genetisch gemodificeerd mosterdzaad zal toestaan. Het zaad is
ontwikkeld door een dochteronderneming van het Belgische Hoechst Shering
AgrEvo, Aventis/Proagro. Dit mosterdzaad zou inferieur zijn aan het
oorspronkelijke Indische mosterdzaad en er zou sprake zijn van de
grootschalige contaminatie van mosterdvelden door genetisch gewijzigde
planten in de buurt. Gene Campaigns, een niet-gouvernementele organisatie,
stelt dat de overheid lonkt naar de geldbuidel van de industrie, zelfs als
dat rampzalig kan uitpakken voor de boeren van India. Volgens onderzoek
kunnen de zaden van de genetisch gewijzigde mosterdplanten wel 200 meter
uitwaaieren, terwijl de verplichte afstand tot de andere velden maar 50
meter bedraagt.