Oxfam lanceert campagne tegen kindslavernij

Met zowat zeventig procent van de wereldwijde productie is West-Afrika de grootste cacaoproducent ter wereld. Voor landen als Ivoorkust, Ghana, Nigeria en Kameroen is cacao dus een belangrijke bron van inkomsten maar vaak gebeurt de teelt in slechte omstandigheden.
Het werk is zwaar en gevaarlijk, de arbeidslast is enorm, er worden pesticiden gebruikt en ook kinderarbeid -of zelfs kindslavernij- is schering en inslag.  Bovendien krijgen de boeren voor hun producten een te lage prijs door hun afhankelijk van tussenhandelaars. Een laag inkomen betekent ook slechte levensomstandigheden, zo kunnen veel kinderen niet naar school en kan ziekte soms niet behandeld worden.

Ivoorkust

Ivoorkust is de voornaamste producent van cacao. Ongeveer 800.000 boeren werken er in deze landbouwsector. Volgens een voorzichtige inschatting van Oxfam op basis van cijfers uit vorige studies, werken op deze plantages ruim 280.000 kinderen en zo’n 10.000 worden verhandeld als kindslaven.
De Internationale Arbeidsorganization (IAO) schat dat er wereldwijd meer dan tweehonderd miljoen kinderen werken, waarvan zeventig procent in de landbouw. Omdat de boeren geen helpers kunnen betalen, doen ze beroep op kinderen en kindslaven. De kinderhandel gebeurt voornamelijk tussen landen.
Kinderslaven in Ivoorkust komen dus meestal uit Burkina Faso of Mali, waar ouders hun kinderen verkopen omdat ze in extreme armoede leven. Een bijkomend probleem voor Ivoorkust is de slechte infrastructuur. Vooral tijdens de burgeroorlog legde de overheid hoge taksen op cacao maar in plaats van deze te investeren in wegen en transport werden ze aangewend om de strijd te financieren. Dat blijkt uit ‘Hot Chocolate: how cocoa fuelled the conflict in Côte d’Ivoire’, een rapport van Global Witness uit 2007.

Druk op industrie neemt toe

‘Kindslavernij lust ik niet!’, met deze slogan pleit Oxfam voor een eerlijke en menswaardige cacaoproductie, zonder kindslavernij.

De International Cocoa Organization (ICCO) verwacht dat de globale chocoladeconsumptie tegen 2012 met vijftien procent zal gestegen zijn t.o.v. 2006. De markt groeit dus maar ook de druk op de cacao-industrie neemt toe, er gaan meer en meer stemmen op om de sector duurzamer te maken.
Oxfam stelde vandaag een nieuwe campagne voor in Brussel, waarmee de ngo haar steentje wil bijdragen aan de eis voor een meer duurzame chocoladeproductie. Volgens Oxfam is fair trade  immers de beste garantie om kinderarbeid en kindslavernij tegen te gaan.
De extreme armoede, die aan de basis ligt van de kinderuibuiting, wordt aangepakt door de boeren een beter inkomen te garanderen. Er wordt een eerlijke, stabiele minimumprijs vastgesteld, er is mogelijkheid tot voorfinanciering en een fair trade premie wordt uitgekeerd. Deze premie kan worden gebruikt om te investeren in projecten voor de hele gemeenschap, bijvoorbeeld de bouw van waterputten, ziekenhuizen, scholen enz.
Oxfam wil met deze actie zowel de consument, de bedrijven als de overheid aanspreken. Bedrijven zouden volgens hen meer moeten investeren in de productie en minder in marketing. Een Nederlands voorbeeld bewijst dat werken met fair trade cacaobonen weldegelijk werkt en winstgevend is. Daar is Verkade Chocolade overgeschakeld naar 100% fair trade, wat een succes bleek.
Oxfam start ook met een verzoekschrift aan het Vlaams Parlement, ze formuleren vijf eisen en zoeken 15.000 ondertekenaars. Van de overheid vragen ze onder meer een kinderrechtentoets om subsidies toe te kennen aan (cacao)bedrijven, meer aandacht voor fair trade in het eigen aankoopbeleid enz. Ondertussen streeft Oxfam naar een zo goed mogelijke voorlichting van de consument. Enkel door deze bewust te maken kan er meer fair trade chocolade worden verkocht.