Pakistaanse madrassa's: zegen of vloek ?

De 15-jarige Mehboob Illahi heeft er genoeg van. Hij kan niet wachten om de Pakistaanse godsdienstschool waar zijn vader hem op elfjarige leeftijd uit de VS naartoe bracht, te verlaten. Er is veel kritiek op de zogenaamde ‘madrassa’s’, omdat het enge wereldbeeld dat ze hun studenten inlepelen in de vorm van klassieke koranverzen de grondslag zou vormen voor moslimterrorisme.
Illahi werd drie jaar geleden door zijn vader ingeschreven in Jamia Binoria, de grootste madrassa van de Pakistaanse havenstad Karachi. Sindsdien is hij niet meer in de Verenigde Staten geweest, waar hij is opgegroeid. Als Illahi zijn opleiding zal hebben voltooid is hij een ‘hafiz’, iemand die de dertig hoofdstukken van de Koran in klassiek Arabisch uit zijn hoofd heeft geleerd. In de meeste madrassa’s is dat het leerprogramma in het basisonderwijs voor kinderen van 6 tot 15 jaar.

“In het begin heb ik veel gehuild”, zegt Illahi in Amerikaans Engels met een zwaar accent, “Ik had moeite om gewoon te raken aan het leefpatroon en had last van het stof.” De studenten hebben geen toegang tot kranten, televisie of internet. De enige toegestane vorm van vermaak is een spelletje voetbal of cricket in de avonduren. Illahi geeft toe dat hij, wanneer hij in de vakantie zijn oom bezoekt, wel eens televisie kijkt, computerspelletjes speelt en zelfs gaat zwemmen.

De 28-jarige Abdul Momin uit Niger is al een hafiz en zit al acht jaar op de school. Hij studeert verder om als religieuze leraar (aalim) terug te keren naar zijn land. Hij kwam naar Pakistan omdat de madrassa’s “in de hele islamitische wereld bekend zijn voor hun uitstekende onderwijs.” De 32-jarige Asri Abdel Aziz uit Thailand geeft dezelfde reden. De studenten met hun fijne omgangsvormen lijken helemaal niet op het stereotype van de enggeestige en radicale moslimstudent.


Kweekschool van terroristen ?



“Dat is een vooroordeel dat de regering heeft verspreid”, zegt de directeur en stichter van de school, moefti Muhammad Naeem. “Je mag radicalisme niet zien als een geïsoleerd fenomeen. Wat jullie globalisering noemen, is eigenlijk westers imperialisme. De consumptie- en genotscultuur die steeds meer Pakistanen nastreven is een onbekende vorm van collaterale schade door de Amerikaanse oorlog tegen de terreur. Dat de regering wordt gezien als lakei van de VS, maakt het alleen maar erger.”

Er zijn in Pakistan tussen 20.000 en 25.000 madrassa’s die onderwijs en onderdak verschaffen aan 1,6 miljoen kinderen, ongeveer 8 procent van de schoolgaande jeugd. In tegenstelling tot Illahi en de andere buitenlandse studenten komen de meeste studenten naar de madrassa omdat ze geen alternatieven hebben. “De armen sturen hun kinderen naar de madrassa omdat ze geen geld krijgen van de overheid om ander onderwijs te betalen”, zegt moefti Naeem. Volgens de schooldirecteur drijven vooral sociale uitsluiting en economisch problemen de jeugd in de armen van militante religieuze groepen.

In de gebieden langs de grens met Afghanistan, waar de Pathanen de grootste bevolkingsgroep uitmaken, is er bijna geen landbouw of industrie. De meeste jonge mannen zijn uitgeweken naar de stad en sturen geld terug naar huis. Voor de achtergebleven families bieden de madrassa’s een minimale vorm van sociale zekerheid. De kinderen krijgen regelmatig iets te eten en zijn trots dat ze naar school kunnen gaan.

Volgens politoloog Hasan Askari-Rizvi bestaat er minstens een indirecte band tussen de madrassa’s en het terrorisme. “De scholen geven de jongeren een bijzonder eng wereldbeeld mee en dat maakt hen kwetsbaar voor extremistische oproepen om mee te vechten in een ‘jihad’ of heilige oorlog.” Volgens Rizvi steunde ook de school van moefti Naeem actief de strijd van de overwegend Pathaanse Taliban tegen de rivaliserende milities van de Noordelijke Alliantie in Afghanistan.


Meer controle



Onder Amerikaanse druk begon de militaire regering van de Pakistaanse president Pervez Musharraf in 2005 de madrassa’s strenger te controleren. Er werden enkele politieraids uitgevoerd om opruiend materiaal in beslag te nemen. Alle scholen moesten zich laten registreren, hun curriculum moderniseren en klaarheid scheppen over hun financiering. Tegen eind 2007 was ongeveer driekwart van de scholen gemoderniseerd.

“De meeste scholen, ook de onze, verzetten zich tegen de inzage die de regering vraagt in de financiën”, zegt moefti Naeem. Om de 4000 jongens en meisjes in zijn school een maand lang eten, onderdak en onderwijs te geven heeft hij 83.000 dollar per maand nodig (53.000 euro). Daarvoor krijgt hij geen geld van de Pakistaanse overheid.

“We willen onze bronnen niet bekendmaken omdat veel van onze financiers gesteld zijn op discretie”, zegt Naeem. Veel Pakistaanse geldschieters hebben volgens hem al afgehaakt uit angst in verband te worden gebracht met het terrorisme.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.