Pakistanen willen slachtoffers van drones zien

Inwoners van de Pakistaanse grensstreek met Afghanistan betwisten het officiële aantal doden als gevolg van de Amerikaanse drones-aanvallen. Ze hekelen dat ze geen namen of lichamen van de slachtoffers te zien krijgen.

  • IPS/Ashfaq Yusufzai Lokale leiders in een protestkamp tegen drones in Hayatabad in Pakistan. IPS/Ashfaq Yusufzai

Sinds 2008 kwamen bij meer dan 300 Amerikaanse drone-aanvallen in Pakistan 2160 terroristen en 67 burgers om het leven, aldus het Pakistaanse ministerie van Defensie. De meeste van deze aanvallen vonden plaats in de Federaal Bestuurde Stamgebieden, aan de grens met Afghanistan. De inwoners hier denken dat er meer burgerslachtoffers vallen dan officieel wordt meegedeeld.

“Er is geen bewijs dat de drones enkel militanten doden. We vernemen van gewone gezinnen dat ze leden hebben verloren bij deze luchtaanvallen”, zegt Sherin Mazari van de partij Pakistan Tehreek Insaf (PTI).

PTI, dat onder leiding staat van de gewezen cricketspeler Imran Khan, stelt dat de Amerikaanse drones al meer dan 1500 burgerslachtoffers hebben gemaakt. De partij, die de plak zwaait in de provincie Khyber-Pakhtunkhwa, heeft uit protest tegen de aanvallen NAVO-leveringen onder weg naar Afghanistan geblokkeerd.

Mysterie

Volgens Mazari schaart de Pakistaanse regering zich achter het Amerikaanse argument dat de aanvallen tegen leden van Al Qaeda en de taliban waren gericht, maar zijn er nog geen namen van gedode strijders en burgers vrijgegeven. “Nochtans zijn de Federaal Bestuurde Stamgebieden wettelijk verplicht om de namen van de slachtoffers te publiceren”, meent hij.

“De aanvallen met Amerikaanse drones zijn een mysterie. Op enkele grote namen na kan niemand met zekerheid zeggen wie de slachtoffers onder de taliban of Al Qaeda zijn”, verklaart ook Sadiqullah Shah, een 51-jarige leerkracht in Noord-Waziristan.

De lokale bevolking vindt dat de raketten die de drones afvuren, hun leven in gevaar brengen. Rafiq Rehman uit Noord-Waziristan verklaarde in oktober vorig jaar dat zijn moeder werd gedood bij een drone-aanval toen ze op het veld aan het werken was. Zijn dochter en zoon raakten gewond.

“Ik heb in de VS getuigd voor een parlementaire commissie over de dood van mijn moeder”, aldus Rehman.

Muhammad Ali, een politieagent in Miramshah in Noord-Waziristan, stelt dat de aanvallen onschuldige levens hebben geëist. “Drone-aanvallen hebben enkele strijders gedood, maar ook de lokale bevolking die in de buurt woont van de schuilplaatsen wordt vaak getroffen.”

In Pakistan is het niet ongewoon om de lichamen van criminelen publiek te tonen, maar volgens de lokale bevolking gebeurt dat niet met militanten die door drones gedood zouden zijn.

In de media

Na iedere droneaanval berichten de media op een gelijkaardige manier. Een journalist getuigt anoniem: “We baseren ons op de informatie van het leger. Het gebied wemelt van de strijders en er is een avondklok van kracht, dus we kunnen onmogelijk ter plaatse gaan na een drone-aanval.”

“We moeten de inlichtingendiensten geloven als ze zeggen dat één of andere Al Qaeda-leider om het leven kwam bij een drone-aanval”, zegt Adnan Khan, een 21-jarige student Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Peshawar. ” Maar hoe kunnen we geloven dat de raketten enkel militanten treffen?”.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.