Palestijnse schoolkinderen moeten spitsroeden lopen

“Naar school lopen is echt griezelig. We weten nooit wanneer de kolonisten zullen aanvallen en ons slaan”, zegt de tienjarige Rima Ali uit Tuba, een dorpje op de Westelijke Jordaanoever op twee uur rijden van Jeruzalem. “We moeten altijd uitkijken of we geen kolonisten zien; als ze opduiken moeten we ons snel uit de voeten maken.”
Ali heeft nog altijd een litteken onder haar oog, een herinnering aan een duw die ze van een kolonist kreeg en die haar onzacht op de grond deed belanden.

Alleen voor kolonisten

Honderden Palestijnse kinderen uit Tuba en de omliggende dorpen moeten elke dag door vijandig terrein op weg naar hun school in het bedoeïnendorp At Tuwani. Op een heuvel boven At Tuwani ligt de nederzetting Ma’on en de buitenpost Havot Ma’on. Ma’on is naar internationale normen onwettig, omdat de nederzetting is gebouwd op bezet gebied. Havot Ma’on is zelfs volgens de Israëlische regering illegaal.
De enige weg die de Palestijnen in At Tuwani verbond met de naburige dorpen en de Palestijnse stad Yatta wat verderop, mag alleen nog door de kolonisten worden gebruikt. De Palestijnen moeten onverharde wegen nemen die een wijde boog maken rond de nederzettingen en de hoofdweg.
Overal op de Westelijke Jordaanoever proberen kolonisten het leven van hun Palestijnse buren tot een hel te maken. Ze steken velden in brand, hakken olijfbomen om, vergiftigen bronnen en doden dieren. Aanvallen op Palestijnen zijn geen zeldzaamheid. Meestal kijken de Israëlische ordediensten de andere kant op.

Escortes

De aanvallen op schoolkinderen zette internationale vrijwilligers van de Christian Peacemaker Teams (CPT) ertoe aan kinderen te begeleiden. Ook het Israëlische leger organiseert op verschillende plaatsen dagelijkse escortes. Maar kinderen klagen dat die begeleiding vaak onbetrouwbaar is. Sommige soldaten gedragen zich zelf ook vijandig tegen de Palestijnse kinderen.
Het aantal en de intensiteit van de aanvallen is verminderd in vergelijking met de voorbije jaren, maar de kolonisten hebben de strijdbijl nog niet begraven. Vorige week vielen ze een jong Palestijns koppel met drie kleuters aan. Het gezin kon ontkomen, maar een van de twee begeleiders van de CPT, de Italiaanse Laura Ciaghi, werd op de grond gegooid en in de ribben en de rug getrapt.
De Israëlische politie werd erbij geroepen, maar tot een grondig onderzoek kwam het niet. Volgens de Israëlische mensenrechtenorganisatie Yesh Din laten de politie en het gerecht het in dergelijke gevallen vaak helemaal afweten. Van de zaken die toch in behandeling worden genomen, leidt minder dan 10 procent tot een veroordeling. Palestijnse aanvallen op Israëlische kolonisten worden volgens Yesh Din wel gedegen onderzocht.