Peruaanse vicepresident genoemd in spionageschandaal

“Ik verloochen mijn vrienden niet”, zei Luis Giampietri. Hij reageerde daarmee op persberichten die hem aan Elías Ponce linkten. Ponce, een gepensioneerde divisieadmiraal bij de directie van de inlichtengendienst van de Peruaanse marine (Dintemar), is eigenaar van Business Track, een privébedrijf dat zich naar buiten toe profileert als een specialist in het opsporen van verborgen camera’s en microfoons.
 
Eind vorig jaar werd Ponce opgepakt, samen met twee andere op rust gestelde surveillance-experts van de marine, Carlos Tomasio en Jesús Tirado. Ze worden ervan beschuldigd telefoons te hebben afgeluisterd. Ook Jesús Ojeda and Martín Fernández, twee technici die nog in dienst waren van Dintemar, en Giselle Gianotti, verkoopverantwoordelijke van Business Track, werden gearresteerd.

Zelden gezien

Vicepresident Giampietri, zelf ook een inlichtingenexpert, zegt nu dat hij niet op de hoogte was van Ponces illegale activiteiten. Hij leerde naar eigen zeggen Ponce kennen in de jaren tachtig tijdens de oorlog tegen de guerrillero’s van Het Lichtend Pad en de MRTA. “Nadien heb ik hem nog maar zelden gezien”, verklaarde Giampietri aan de pers.
De werkelijkheid ziet er iets minder eenvoudig uit. Eind 2006 hield de top van het Peruaanse leger een conferentie over de terroristische dreiging van radicale Bolivariaanse groepen. Giselle Giannotti, Elías Ponces rechterhand bij Business Track, gaf toen een uiteenzetting, op initiatief van Giampietri. De Powerpoint-presentatie bevatte foto- en filmmateriaal en e-mails van de verdachten en informatie over hun telefoongesprekken, materiaal dat via Business Track was verkregen, zeggen de legerbronnen. Niemand op de conferentie vroeg waar de informatie vandaan kwam, ook Giampietri niet.
Kort na Giannotti’s presentatie begon Elías Ponce zijn vriend Luis Giampietri te bezoeken in diens kantoor van voorzitter van de inlichtingencommissie van het parlement. Volgens een parlementair rapport vonden ontmoetingen plaats op 10 januari, 26 februari en 14 mei 2007. Toevallig onthulden de media in mei 2007 dat officieren van Dintamar voor private beveiligingsbedrijven werkten en geheime informatie verkochten. De belangrijkste verdachte was toen een korvetkapitein, Carlos Barba, die nog op zijn proces wacht en ondertussen voor Business Track werkt.
 
Vicepresident Giampietri zegt dat de recente persberichten deel uitmaken van een campagne om hem in diskrediet te brengen omdat “ik iemand ben die blijft strijden tegen links.”

Verdwijning van twee studenten

President Alan García besliste ondertussen Ponces bevordering tot divisieadmiraal van 2006 teniet te doen, “omdat hij toen geen actief militair was”. Het was nochtans de president zelf die de bevordering van Ponce had goedgekeurd, ook al was die al zes jaar met pensioen. Bovendien werd de officier beschuldigd van de ontvoering en verdwijning van twee studenten in 1993. In 2001 had het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten de Peruaanse staat verantwoordelijk gesteld voor de verdwijning.
Elías Ponce werkte voor Dintamar tijdens het regime van Alberto Fujimori (1990-2000). In die periode werden de inlichtingendiensten gecontroleerd door Fujimori’s adviseur Vladimiro Montesinos. Een groot deel van zijn carrière werkte Ponce voor admiraal Américo Ibárcena, die er door bemiddeling van Montesinos in slaagde op te klimmen tot commandant-generaal, een graad die nog geen enkele Peruaanse inlichtingenofficier ooit bereikt had. Ibárcena zit nu in de cel voor corruptie, ongeoorloofde zelfverrijking en machtsmisbruik.
Ponce richtte Business Track op in 2003 en nam zowel actief als gepensioneerd marinepersoneel in dienst. Volgens de technici Jesús Ojeda en Martín Fernández bezorgde Ponce hen telefoonnummers die ze maandenlang moesten afluisteren. Nadien bezorgden ze hem de opnames.