Politiek gevangen in Philadelphia

Politieke gevangenen zijn sinds kort weer brandend actueel in de VS, vanwege de rechtszaak tegen Bradley Manning, die drie jaar geleden werd vastgezet voor het lekken van militaire informatie aan Wikileaks. Assata Shakur, de Black Panthers-activiste die dertig jaar geleden uit de gevangenis naar Cuba vluchtte, werd begin mei opnieuw op de Most Wanted-lijst van het FBI gezet. MO* ging naar Philadelphia om te polsen hoe het intussen enkele andere politieke gevangenen vergaat: Russell Maroon Shoatz (70), Mumia Abu Jamal (59) en de leden van de MOVE-organisatie.

  • MO*/Olivia Rutazibwa Russell Shoatz III: 'Mijn vader, intussen zeventig, zit al 23 jaar in eenzame detentie. Zogenaamd omdat hij vluchtgevaarlijk is. Het mag duidelijk zijn dat dat op zijn leeftijd geen steek meer houdt.' MO*/Olivia Rutazibwa
  • MO*/Olivia Rutzibwa Ramona Africa: 'De VS afficheren zich in het buitenland graag als het land van de vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid. Dat is een leugen.' MO*/Olivia Rutzibwa

Russell Shoatz III, zoon van Amerika’s langst geïsoleerde gevangene, Russell Maroon Shoatz, slalomt behendig door de stad in een poging de files te ontwijken. Na een goed uur bereiken we State Road aan de noordoostelijke rand van het enorme Philadelphia (het stadsgewest is nagenoeg even groot als de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant samen): aan weerszijden van de brede weg ligt de ene gevangenis na de andere. We stoppen voor het vuilroze hoofdgebouw, dat met een vrolijke muurschildering en het opschrift ‘Een kans om in alle waardigheid te veranderen’ het macabere van de gevangenisindustrie poogt op te fleuren.

Russell III moet er wrang om lachen. Zijn vader zit in een andere gevangenis, de State Correctional Institution (SCI) Mahanoy op enkele uren van de stad. ‘Nu kan ik mijn vader elke maand zien. Eerder zat hij veel verder weg, in de maximaleveiligheidseenheid van de maximaleveiligheidsgevangenis SCI Greene ten zuiden van Pittsburgh. We konden hem maar om de zes maanden opzoeken.’

Russell en velen met hem zien het als een weloverwogen tactiek om gevangenen van hun familie te isoleren. ‘De gevangenissen zitten vol Afro-Amerikanen en de meesten van ons hebben de middelen niet om zich vaak ver te verplaatsen.’ Het gaat niet alleen om isolement, maar ook om geldklopperij: ‘Ze vinden altijd manieren om munt te slaan uit de gevangenen’, gaat hij verder. ‘Ze bellen vaak naar hun familieleden op kosten van de ontvanger. De gevangenis rekent daarvoor een exuberant tarief aan dat nog eens boven op de gewone telefoonkosten komt. Mensen kunnen dat uiteindelijk niet meer dragen en hun telefoonlijn wordt afgesloten.’

Russells vader heeft de afgelopen 23 jaar zonder onderbreking in eenzame opsluiting doorgebracht: 23 uur per dag in een piepkleine cel. ‘Een deel van het isolement is dat hij geen enkel fysiek contact mag hebben. Hij heeft dus in twintig jaar niemand aangeraakt’, verduidelijkt zijn zoon. ‘Twintig jaar geleden konden we hem nog in de bezoekersruimte zien. We haalden wat smakeloos eten uit de automaat, maar konden het tenminste delen met elkaar.’ Maroons gevorderde leeftijd brengt ook heel wat gezondheidsproblemen met zich mee. ‘Zijn geest is sterk, maar het gaat hier om een bejaarde man. Mensen sterven langzaam aan geneesbare aandoeningen omdat ze moeten smeken om een arts te zien. Bovendien zijn de gevangenisartsen niet top, vaak hebben ze elders medische fouten begaan. De enige plek waar je dan nog werk kunt krijgen is de gevangenis.’

Waar nog het volgende bijkomt. Toen het schandaal van de Irakese Abu Ghraib-gevangenis aan het licht kwam, raakte ook bekend dat een van de mishandelende Amerikaanse militairen bewaker was in SCI Greene. SCI Greene was eind jaren negentig verwikkeld in een schandaal van mishandeling van gevangenen, die ook door Amnesty International gedocumenteerd werd. ‘De gevangenis waar zowel mijn vader als Mumia Abu Jamal lange tijd zat’, onderstreept Russell.

Mentale marteling

Officieel zit Russell Maroon Shoatz vast omdat hij in 1969 betrokken zou zijn geweest bij de moord op een politieagent. Hij werd uiteindelijk in 1971 opgepakt en veroordeeld tot verschillende levenslange gevangenisstraffen. ‘Mijn vader groeide als tiener in de jaren vijftig en de turbulente jaren zestig op in West-Philadelphia’, vertelt Russell. ‘Hij deed alles wat jongeren zoal doen: zingen op de hoek van de straat, bendeoorlogjes en zo meer. Af en aan zat hij vast in jeugdinstellingen.’ Voor zijn medestanders bestaat er echter geen twijfel over dat hij een politiek gevangene is. ‘Op een dag kwam hij thuis en was hij gepolitiseerd. Hij ging naar New York en hoorde er Malcolm X spreken. Helemaal in de ban van de man besloot hij daarop zijn leven te wijden aan sociale rechtvaardigheid.’

Maroon richtte de Black Unity Council (BUC) op, die zich organiseerde tegen het politiegeweld waar Afro-Amerikanen in die dagen in Philadelphia onder leden. De BUC fuseerde met de Black Panthers Party en Maroon sloot zich ook aan bij de gewapende Black Liberation Army, een organisatie die andere gevangenen probeerde te bevrijden. Eenmaal zelf opgepakt belandde Shoatz in eenzame opsluiting – het hol of de vergeetput – omdat hij tot tweemaal toe met succes was gevlucht.

‘Er is niet echt een juridische basis waarop je iemand voor twintig jaar in eenzame opsluiting kunt houden. Het is jaren geleden door de VN onwettig verklaard, omdat jarenlange detentie zonder interactie een aanslag is op iemands mentale gezondheid’, licht Russell III toe. Maar er zijn in “het hol” nog een heleboel andere bepalingen die er volgens Russell speciaal op gericht zijn de gevangenen gek te maken. ‘Eerst word je eenzaam opgesloten, dan wordt bepaald hoeveel je naar iemand mag schrijven.’ Hij corrigeert zichzelf: ‘Vergeet zelfs even hoeveel je precies mag schrijven, het gaat zo ver als hoeveel licht er is en hoe vaak, hoe koud of hoe warm het is of hoeveel lucht wordt aangevoerd, zoals verwarming tijdens de zomer, of heel de nacht het licht aan. Dat heeft allemaal mentale gevolgen.’

Maandelijks wordt Maroons status in “het hol” geëvalueerd door een commissie, maar lang geleden werd hem al te verstaan gegeven dat hij nooit meer uit eenzame opsluiting zou komen. Officieel omdat zijn vluchtgedrag een gevaar zou zijn voor zichzelf en de rest van de gevangenen. ‘Twintig jaar geleden hield dat nog steek, vandaag is mijn vader zeventig, de kans dat hij het op een lopen zet is klein’, zegt Russell III laconiek. ‘Het kan niets anders dan een persoonlijke vendetta zijn. Het is zelfs niet eens dat hij geen berouw toont, maar de gevangenis staat in direct contact met het politiekorps. Als je zit voor het neerschieten van een agent, weet je dat de gevangenisoverheid je niet zacht zal behandelen.’

Move

SCI Mahanoy huisvest een andere bekende politieke gevangene, Mumia Abu Jamal. Ook Abu Jamal werd beschuldigd van moord op een politieagent, Daniel Faulkner, en in 1982 ter dood veroordeeld. Als journalist en schrijver bleef hij vanuit zijn dodencel de buitenwereld beroeren. Hij verwierf zowel nationaal als internationaal steun voor zijn zaak en voor zijn strijd tegen het gevangeniswezen en het onrecht in de Amerikaanse samenleving in het algemeen. In 2001 werd zijn doodstraf omgezet in levenslang, maar hij bleef nog tien jaar extra in de dodencel omdat de aanklagers beroep bleven aantekenen tegen de opheffing van zijn doodstraf. In 2012 kreeg hij uiteindelijk een gewoon gevangenisregime.

Vanwege zijn banden met de Black Panthers in de jaren zeventig wordt ook Abu Jamal door medestanders als politiek gevangene gezien. Daarnaast was hij als journalist in 1980 een van de weinigen die sympathie had voor de radicale MOVE-beweging in Philadelphia en de moeite deed om hun verhaal anders te brengen. MOVE is een radicaal ecologische organisatie die begin jaren zeventig het levenslicht zag onder leiding van de autodidact John Africa. Alle leden van de organisatie namen ‘Africa’ als achternaam aan. ‘Mumia berichtte over de radicale groep MOVE omdat hij zich realiseerde dat de overheid hen slecht behandelde’, aldus Russell Shoatz III.

‘De overheid geeft niet om de klachten van zwarte mensen. Ze hebben geprobeerd ons uit te roeien omdat we non-stop ijverden voor de bevrijding van onze gevangen medestanders.’
Wie in Philadelphia MOVE zegt, denkt meteen terug aan het Osage-bombardement in 1985. Op moederdag, 13 mei 1985, werd op bevel van de toenmalige burgemeester Wilson Goode, de eerste Afro-Amerikaanse in de geschiedenis van Philadelphia, een bom gegooid op het MOVE hoofdkwartier in een dichtbevolkte wijk rond Osage Avenue, West-Philadelphia, na een urenlange gewapende confrontatie tussen de bewoners en de politie. 61 huizen gingen in vlammen op en elf MOVE-leden, onder wie ook kinderen, verbrandden levend of werden neergeschoten.

Burenruzie

Terug in de stad zet Russell III me af voor een kleine gezonde eettent in West-Philadelphia, waar ik de MOVE-leden Pam en Ramona Africa ontmoet. Ramona is de enige volwassene overlevende van het Osage-bombardement. Ze is klein van postuur en draagt grijzende dikke dreadlocks op schouderlengte.

‘Ik was een middenklassemeisje dat rechten en politieke wetenschappen studeerde aan de Temple University. In mijn laatste jaar kwam ik in aanraking met MOVE’, vertelt Ramona. ‘Ik wist echt niets over revoluties. Wij waren heel uitgesproken tegen alles wat het leven in gevaar brengt. Doden, uitbuiting, slavernij, alles.’ Voor hun kinderen verkiezen ze thuisonderwijs, omdat ze anders slaven van het systeem worden. ‘Onze kinderen krijgen wijsheid aangeleerd. Wijsheid is niet het woord lucht kunnen spellen, maar lucht naar waarde kunnen schatten. John Africa leerde ons in de vroege jaren zeventig dat voedsel geen afval is. Je gooit geen eierschalen, pitten of schillen weg. Je geeft ze terug aan de aarde. In die tijd waren mensen geconditioneerd hiervoor hun neus op te halen. Vandaag noemen ze het composteren en is het aanvaard.’

Die levensstijl wordt hun op het einde van de jaren zeventig, begin jaren tachtig niet in dank afgenomen. Afgezien van het ongedierte dat hun composthopen aantrokken, en hun weigering om levende wezens te doden, lokten hun politieke boodschappen die de hele dag door de luidsprekers van hun hoofdkwartier schalden de nodige buurtklachten uit. Voor Ramona was dat niettemin geen geldig excuus voor het buitensporige politieoptreden tegen hen. ‘Er is geen buurt in de VS waar er geen klachten zijn. Is dat een manier om een burenruzie op te lossen, de buurt bombarderen, kinderen levend verbranden?’ vraag ze zich kwaad af. ‘De overheid geeft niet om de klachten van zwarte mensen. Het was gewoon om ons uit te roeien omdat we non-stop ijverden voor de bevrijding van onze MOVE 9.’

In augustus 1978 waren negen MOVE-leden opgepakt en veroordeeld voor het neerschieten van een politieagent tijdens een belegering van hun voormalige hoofdkwartier omdat MOVE geen gehoor had gegeven aan een uitzettingsbevel. MOVE-medestanders beklemtonen dat uit ballistisch onderzoek is gebleken dat de politieman onmogelijk door iemand van MOVE in het huis kan zijn neergeschoten en allicht door politievuur om het leven is gekomen. Niettemin werden de MOVE 9 opgepakt en veroordeeld tot levenslange gevangenisstraffen. Vijfendertig jaar later – ze zijn intussen herleid zijn tot MOVE 8 omdat één van hen in de gevangenis is overleden – zitten ze nog steeds vast.

Ramona komt gehavend uit het bombardement en brengt drie maanden in het ziekenhuis door, eer ze veroordeeld wordt tot zestien maanden à zeven jaar. ‘Na zestien maanden waren ze bereid me vrij te laten als ik alle banden met MOVE verbrak. Ik heb mijn zeven jaar uitgezeten’, vertelt ze gelaten. Dan, met meer vuur: ‘De VS afficheert zich in het buitenland als het land van vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid. Dat is een leugen. Wie zijn al die mensen waar ze het over hebben? Niet de Afrikanen die ze hierheen hebben gesleept, noch de vrouwen, noch de Indianen, en zelfs niet de blanken die geen land bezaten. Over wie hebben ze het dan?!’

Ramona spande een zaak aan tegen de stad voor het bombardement, en de brandweer, de politie en de stad werden verantwoordelijk bevonden. De politie en de brandweer moesten gedurende elf jaar een dollar per week betalen, de stad een schadevergoeding van een half miljoen. ‘Een vrouw vervolgde McDonald’s omdat er koffie over haar heen gegoten was en die kreeg een miljoen. Het gaat me niet om het geld’, preciseert Ramona, ‘maar het zegt iets over hoe ze ons leven zien.’ Uiteindelijk gaf de rechter de politie en de brandweer immuniteit omdat ze al genoeg hadden meegemaakt en kwam er geen schadevergoeding.

Dissidente stem

Voor hun tegenstanders zijn Abu Jamal, Shoatz en de MOVE 9 niet meer dan ordinaire cop-killers en is MOVE een verzameling radicale gekken, terwijl hun medestanders vasthouden aan de termen politieke gevangenen en zelfs oorlogsgevangenen. Ik vraag Russell Shoatz III waarom ze die termen gebruiken. ‘De term oorlogsgevangene verwijst naar het feit dat de instituten die gebruikt zijn om de activisten in de jaren zestig, zeventig en tachtig te bestrijden, zoals de CIA, de Nationale Garde of het FBI, instituten zijn die ook in een oorlogssituatie worden gebruikt. Het contraspionageprogramma COINTELPRO van de FBI, dat tot de huidige dag loopt, was erop gericht mensen die aan sociale rechtvaardigheid werkten tegen elkaar op te zetten.’

Hij citeert toenmalig inlichtingendiensttopman Edgar Hoover, die openlijk verklaarde dat het tegengaan van het opstaan van een zwarte Messias een zaak van nationale veiligheid was. ‘Niet alleen de zwarte bewegingen, maar ook de Indianenbewegingen, of de blanke marxisten-leninisten, iedereen die een dissidente stem vormde tegen het systeem’, gaat Russell verder. ‘Tegen al deze mensen hebben ze de trucs toegepast die ze normaal alleen in het buitenland gebruiken.’

In het voorjaar kwam de film Long Distance Revolutionary uit over Mumia Abu Jamals leven. Terwijl Abu Jamals team een manier zoekt om zijn zaak te heropenen heeft Russell Maroon Shoatz intussen een boek gepubliceerd, Maroon the Implacable. Intussen krijgt hij hulp van het gerenommeerde advocatenkantoor Reed Smith. Dat heeft begin mei een klacht ingediend tegen Maroons decennialange eenzame opsluiting. Het echte werk gebeurt volgens Russell III aan de basis en moet daar ook worden voortgezet: ‘We moeten onze eigen gemeenschappen bewust maken van de valkuilen van het gevangeniswezen. Van het huidige gevangenissysteem moeten we af, want we weten dat het niet werkt. Je kunt hard zijn tegen criminaliteit, maar als je mensen niet rehabiliteert, en dat gebeurt dus niet, dan creëer je een draaideursysteem. Mensen komen nog bozer uit de gevangenis dan toen ze erin gingen, zeker als ze in “het hol” worden gestopt.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.