Politiek geweld 'even erg als in de donkere jaren 80'

De Verenigde Naties en de Internationale
Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) moeten zich gaan bemoeien met de
mensenrechten in Guatemala. Dat zegt Sergio Morales, de Ombudsman voor de
Mensenrechten in Guatemala. Het kan zo niet verder, meent Morales. De
huidige regering onderneemt niets tegen de golf van politiek geweld die het
land sinds een jaar teisteren. Het ‘democratische’ Guatemala glijdt af naar
een niveau dat niet meer werd sinds de jaren 80.


Donderdag riep de Ombudsman op tot de oprichting van een internationale
commissie om de golf van geweld en intimidatie te onderzoeken. Morales’
bureau kreeg het afgelopen jaar een afschrikwekkend lange lijst binnen van
klachten over ontvoeringen, aanslagen en doodsbedreigingen. Het geweld van
de jongste maanden is gericht tegen mensenrechtenactivisten, rechters,
magistraten, agenten, advocaten, parlementariërs, politici, journalisten en
inheemse leiders.

In een gezamenlijke verklaring betuigden diverse Amerikaanse
mensenrechtenorganisaties gisteren (donderdag) hun steun aan de oproep voor
een internationaal onderzoek. Amnesty International USA, Human Rights Watch
(HRW), Washington Office on Latin America (WOLA) en the Lawyers Committee
for Human Rights (LCHR) vinden dat het de plicht is van de VN en alle andere
partijen die betrokken zijn bij de toepassing van het vredesakkoord van 1996
om zich te bemoeien met de mensenrechten in Guatemala.

Wie verantwoordelijk is voor het geweld, is duidelijk voor de
mensenrechtengroepen. De ontvoeringen, aanslagen en bedreigingen zijn het
werk van groepen die nauw verbonden zijn met de huidige en voormalige leden
van de veiligheidsdiensten. Ook president Alfonso Portillo heeft boter op
het hoofd: zijn regering slaagt er niet in om de daders te vinden en creëert
zo een klimaat van straffeloosheid.

Met de mensenrechten in Guatemala gaat het al opnieuw bergaf sinds 1998. De
vredesinspanningen leidden toen tot een onderzoek naar de wreedheden begaan
tijdens de 36 jaar durende burgeroorlog. Toen het onderzoek van de
mensenrechtenorganisaties en de katholieke Kerk de moordpartijen tegen de
Maya-gemeenschappen (in de jaren 80, onder voormalig president Efrain Rios
Montt) in het vizier kregen, kwam het tot een golf van intimidaties en
geweld. De brutale moord op de katholieke bisschop Juan Gerardi, die dood
werd geslagen in zijn garage, net twee dagen nadat hij het eindrapport van
de Waarheids- een Voorzieningscommissie had afgeleverd, was daarbij een
triest hoogtepunt. In het rapport werd het Guatemalteekse leger en de
daarmee gelieerde ‘Civiele Verdedigingspatrouilles’ van Rios Montt
verantwoordelijk gesteld voor 80 procent van de moorden tijdens de oorlog.
Rios Montt is nog steeds een machtige figuur in de regerende partij. Hij
hoopt Portillo op te volgen na de presidentiële verkiezingen in november.

De opsomming van intimidaties en geweldplegingen wijzen in de richting van
oude bekenden. In februari werd een gebouw in de as gelegd in Nebaj (Quiche)
dat documenten bevatte over de moord op Gerardi en forensische resultaten
uit massagraven uit de jaren 80. Een maand ontving Alvaro Ramazzini, de
bisschop van San Marcos, doodsbedreigingen. Eind april werd Guillermo Ovalle
de Leon van de Stichting Rigobertu Menchu Tum neergekogeld in een restaurant
in Guatemala Stad, kort nadat hij doodsbedreigingen had ontvangen. De
stichting had verschillende klachten ingediend tegen topmilitairen en Rios
Montt wegens genocide.

In mei verlieten vier forensische antropologen het land na
doodsbedreigingen. Inde zomer, tijdens het bezoek van de paus aan Guatemala,
werden er schoten afgevuurd op het gerechtsgebouw waar de zaak Gerardi werd
gevonnist. In september werd Manuel Garcia de la Cruz, een lid van de
Nationale Coördinatie van Guatemalteekse Weduwes, vermoord; hij werd
onthoofd en zijn oren, neus en ogen werden uitgesneden. De laatste maanden
van 2002 volgden er meer doodsbedreigingen tegen boeren- en vakbondsleiders.
Op 9 oktober werd Antonio Pop Caal, een advocaat en activist voor de
Maya-zaak, ontvoerd. Twee inheemse leiders werden in november vermoord in
Izabal. Vorige maand werd er herhaaldelijk geschoten op de activist Amilcar
Mendez, kort nadat die de procureur-generaal bewijsmateriaal leverde over de
ontvoering van Pop. Pops lichaam werd vijf dagen later teruggevonden in een
gracht bij de luchthaven van Coban.

Geen enkele van die incidenten werd afdoende onderzocht door de
Guatemalteekse overheid, zegt Geoff Thale, Guatemala-specialist bij WOLA.
De angst die de bedreigingen en aanvallen veroorzaken, is vergelijkbaar met
de donkerste dagen van de jaren 80. De Guatemalteekse
mensenrechtenorganisaties pleegden begin dit jaar overleg met de regering
maar ze stapten op na de derde vergadering omdat het geweld erger werd. De
regering stelde inmiddels een speciale rechercheur aan, maar daarvan werd
geen nieuws meer vernomen.

De oprichting van een prestigieuze internationale commissie met ervaren
internationale experts is volgens veel betrokkenen de enige uitweg. In 1993
werd een gelijkaardig initiatief genomen, met redelijk succes. Na een korte
opstoot van politiek geweld slaagde de Grupo Conjunto erin om de aanvallen
terug te brengen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.