Preventieve gezondheidszorg is onontgonnen goudmijn voor VS

Als de Amerikaanse overheid het roer niet omgooit, kan het jaarlijkse verlies oplopen tot bijna 6.000 miljard dollar (4.200 miljard euro) in 2050. Dat schrijft het Milken Institute, een denktank in Californië die is opgezet door Michael Milken, ex-grootaandeelhouder en nu filantroop.
Het bedrag is een optelsom van de behandelingskosten van zeven chronische ziektes – kanker, diabetes, hoge bloeddruk, beroertes, hartklachten, longziektes en geestelijke stoornissen – en de kosten van een lagere productiviteit van zieke werknemers. De studie gaat ervan uit dat die op termijn ook zullen leiden tot geringere investeringen in onderwijs en opleiding, wat de economie nog meer schade zal toebrengen.
Het rapport is dinsdag uitgebracht met geld van de Pharmaceutical Research and Manufacturers of America, een lobbyorganisatie.
“Het goede nieuws is dat we met bescheiden verbeteringen in preventie en vroege interventies de komende decennia miljarden dollars extra kunnen verdienen”, zegt Ross DeVol, de directeur gezondheidseconomie van het instituut en de hoofdauteur van het rapport.
Door enigszins betere preventie kunnen al 40 miljoen gevallen van chronische ziektes worden voorkomen. Dat zou de economische schade met een kwart verkleinen tegen 2023. Als alleen zwaarlijvigheid wordt aangepakt, kan er al 60 miljard dollar (42 miljard euro) worden bespaard op behandelingskosten en dat leidt tot een productiviteitsgroei van 254 miljard dollar (180 miljard euro).
Het rapport wil grotere prikkels voor preventie en vroege interventie. Dat zou moeten leiden tot een gezonder lichaamsgewicht en een betere levensstijl bij Amerikanen.
De aanbevelingen komen op het juiste moment, want met de verkiezingen in aantocht is het debat over de verbreding van de zorg en de ziektekostenverzekering in volle gang.
“De nationale discussie over gezondheidspolitiek gaat vooral over financiële mechanismen”, zegt Ken Thorpe, een gezondheidsexpert aan de Emory Universiteit en directeur van het Partnerschap ter Bestrijding van Chronische Ziektes. “In een vergrijzende samenleving is het echter net zo belangrijk om ziektes die voorkomen kunnen worden, te verminderen”. Zijn eigen onderzoek vormt de basis voor het Milkenrapport.
Voorstanders van een basisgezondheidszorg hebben al heel lang kritiek op de particuliere verzekeraars en de overheid omdat die wachten tot mensen ziek worden en vervolgens miljarden besteden aan de behandeling ervan. Voorkomen is veel goedkoper, zeggen ze.
De huidige Amerikaanse aanpak leunt zwaar op technologische interventies en volgens de voorstanders is de hele wereld er daarom jaloers op. Critici echter vinden het systeem, dat meer op winst gericht is dan op preventie, niet meer geschikt voor een bevolking die ouder en vetter is en vatbaarder voor chronische ziektes dan twintig jaar geleden. Er moet nodig meer geld besteed gaan worden aan low-tech preventie in plaats van aan grote en dure behandelingen, is hun conclusie.
De studie geeft niet aan hoe duur zo’n omschakeling is, maar volgens de voorstanders zullen de economische voordelen altijd groter zijn.