Prostitutie houdt Syrische Irakezen overeind

De Syrische overheid verbiedt de aanwerving van Iraakse vluchtelingen in formele jobs. Dat drijft de vluchtelingen naar illegale praktijken zoals prostitutie en kinderarbeid.
Syrië huisvest zo’n 1,5 miljoen Iraakse vluchtelingen. De Syrische wet verbiedt hen de toegang tot een formele job. Volgens een recente VN-studie over het Iraakse welzijn in Syrië, heeft drieëndertig procent van de ondervraagde huishoudens geen inkomen meer binnen de drie maanden. Vierentwintig procent rekent op steun van familie en vrienden in het buitenland.

Noodgedwongen maatregelen


Volgens het UNCHR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, is bijna de helft van de Iraakse vluchtelingen sinds vorige zomer noodgedwongen teruggekeerd naar hun onrustige thuisland. Voor de meesten onder hen was het leven in Syrië onbetaalbaar geworden.
De vluchtelingen die in Syrië blijven, moeten vaak hun toevlucht nemen tot ongewenste en illegale praktijken. De periferie van Damascus ondergaat een nachtclubexplosie, met Iraakse prostituees in de aanbieding. De uithuwelijking van jonge meisjes is een andere exploitatievorm. Plezierhuwelijken - voltrokken voor seksuele doeleinden, vaak van korte duur – maken de jonge Iraakse bruidjes vatbaarder voor seksuele uitbuiting.
Ook kinderarbeid manifesteert zich onder de vluchtelingen. Onderwijs moet in veel gevallen plaats ruimen voor een extra inkomen binnen het gezin. UNICEF schat dat tachtig procent van de Iraakse kinderen in Syrië geen onderwijs krijgt. Minstens tien procent van hen zou verplicht werken voor één dollar of minder.


Syrië verantwoordt zijn houding 


De Syrische overheid weerlegt de kritiek. De Irakezen genieten volop mee van het Syrische subsidiesysteem. De overheidssubsidies beschermen de bevolking tegen prijsschommelingen voor levensnoodzakelijke goederen zoals brood en elektriciteit. De Syrische overheid geeft toe dat haar economie aanzienlijk is gegroeid dankzij de Iraakse migratie. Het land kende een economische groei van zeven procent in 2007. De economie is dankzij de Iraakse migratie blijven groeien. Na bijna vijf jaar oorlog in Irak heeft het hoge aantal vluchtelingen - de Irakezen maken acht procent uit van de totale bevolking- een negatieve invloed op de inflatie. 
Volgens Abdullah Dardari, de Syrische minister van Economische Zaken, liggen de toegenomen subsidies aan de vluchtelingen, de tegenvallende landbouwoogsten, en het toegenomen toerisme aan de basis van de inflatie. Het hoge aantal Iraakse vluchtelingen dreigt de sociale infrastructuur te ontwrichten. Syrië heeft in oktober vorig jaar haar migratiewetten noodgedwongen verstrengd. Het land spendeert jaarlijks minstens één miljard dollar aan steun voor de Iraakse vluchtelingen. Dardari schat het subsidiebudget voor 2008 zelfs op zeven miljard dollar. Dat is liefst negentien procent van het Syrisch bruto binnenlands product.
Internationale afwezigheid
Syrië heeft veel kritiek op de internationale gemeenschap die te weinig bijdraagt in de financiële hulpverlening. Het UNCHR bevestigt de internationale afwezigheid in de Iraakse vluchtelingenproblematiek.De Europese Unie heeft in december vorig jaar 50 miljoen euro vrijgemaakt om Syrië en Jordanië te ondersteunen. De Verenigde Staten boden wel hulp aan Jordanië maar Syrië kreeg geen cent.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.