Rechter bedreigd in zaak over chemicus van Pinochet

Vrijdag bevestigde rechter Alejandro Madrid dat hij politiebescherming krijgt als gevolg van bedreigingen. Hij ontving meerdere anonieme telefoons, waarbij gedurende lange tijd niets gezegd werd. Zijn buren hebben bovendien iemand opgemerkt die zijn huis aan het fotograferen was. In 2006 had de rechter al eens bescherming moeten vragen in dezelfde zaak.
Het onderzoek naar de verdwijning van Eugenio Berríos, chemicus van de opgedoekte inlichtingendienst DINA, loopt al sinds 1993, drie jaar na het einde van de dictatuur. Vorige week begon de openbare fase, die op 18 augustus afloopt. Nadien moet rechter Madrid een vonnis vellen.
De regering van de socialistische president Michelle Bachelet reageerde meteen op de bedreigingen tegen rechter Madrid. “We zijn niet op de goede weg als we rechters beginnen bedreigen”, zei minister van Binnenlandse Zaken Edmundo Pérez Yoma. “Ik hoop daarom dat we de schuldigen zo snel mogelijk vinden.”

Zenuwgas

Eugenio Berríos was een expert in het fabriceren van dodelijke wapens zoals het zenuwgas sarin. In oktober 1991 werd hij clandestien naar Uruguay gebracht, waar hij bewaakt werd door Uruguayaanse militairen en Chilenen. Pinochets entourage wilde zo vermijden dat hij zou getuigen op het proces over de moord op Orlando Letelier, de minister van Buitenlandse Zaken in de regering van Salvador Allende (1970-1973), die in 1976 om het leven kwam bij een bomaanslag in Washington.
Berríos werd het laatst levend gezien op 15 november 1992. Toen verklaarde hij in een commissariaat in Parque del Plata dat hij ontvoerd was. Hij werd daar meegenomen door twee Urguayaanse militairen, de gepensioneerde kolonel Tomás Casella en luitenant-kolonel Eduardo Radaelli. In 1995 werd het levenloze lichaam van Berríos gevonden op een strand vlakbij bij Parque del Plata. Zijn hoofd vertoonde kogelwonden.

In 2006 werden Casella en Radaelli uitgeleverd aan Chili samen met kolonel Wellington Sarli. Ze werden in beschuldiging gesteld van de ontvoering van Berríos.

Bevel van Pinochet

Uit de publieke fase van het onderzoek zijn tot dusver onbekende feiten aan het licht gekomen, zegt Álvaro Varela, advocaat van ex-president Eduardo Frei Montalva (1964-1970), die in 1982, als leider van de oppositie tegen Pinochet, in vreemde omstandigheden overleed na een routine-operatie. In deze zaak, die eveneens onderzocht wordt door rechter Madrid, bestaat het vermoeden dat Frei Montalva vergiftigd werd en Berríos daarbij betrokken was.
“Men wist dat Pinochet aan de directeur van de militaire inlichtingendienst het bevel had gegeven om Berríos het land uit te brengen”, zegt Varela. “Wat we niet wisten, is dat Pinochet nadien op de hoogte werd gebracht dat de operatie uitgevoerd was en Berríos naar Uruguay gebracht was.” Pinochet kreeg ook informatie over de omstandigheden waarin Berríos om het leven was gekomen.