Relaties EU-Cuba verzuren verder

Steen des aanstoots zijn de diplomatieke sancties die de EU op 5 juni afkondigde tegen Havana als reactie op de terechtstelling van drie kapers van een veerboot en de zware gevangenisstraffen die het Cubaanse regime in april uitsprak tegen 75 dissidente journalisten en mensenrechtenactivisten. De EU en haar lidstaten sturen voorlopig minder hoge delegaties naar het Caribische eiland, beperken de deelname aan culturele evenementen die met Cuba te maken hebben en gaan hun gemeenschappelijke positie ten opzichte van Cuba herbekijken. De EU heeft ook aangekondigd dat ze Cubaanse dissidenten zal uitnodigen op de vieringen van de Europese nationale feestdagen in Havana.

De Europese ambassades moeten zich ervan bewust zijn dat ze verzaken aan hun verplichtingen in het kader van de Conventie van Wenen over diplomatieke relaties als ze zichzelf laten gebruiken voor subversieve activiteiten tegen Cuba, dreigde de Cubaanse Buitenlandminister Felipe Pérez Roque woensdag. Cuba bestempelt de leden van oppositiegroepen als huurlingen die in dienst staan van de VS. Volgens Pérez Roque verleende tot hiertoe enkel de Spaanse ambassade openlijk steun aan dergelijke groepen.

Cubaanse dissidenten zijn blij met de erkenning door de EU, maar vrezen dat de Cubaanse regering hen nu nog harder zal aanpakken. Er zouden wel eens nog meer arrestaties kunnen komen - de regering denkt niet aan de politieke kost van wat ze doet, meent de dissidente econoom Vladimiro Roca. Roca werd in mei vorig jaar vrijgelaten nadat hij een gevangenisstraf van vijf jaar had uitgezeten. Baanbrekend is het Europese voornemen om oppositieleden uit te nodigen op Europese evenementen op Cuba volgens hem overigens niet - Groot-Brittannië, Zweden en niet-EU-lid Noorwegen deden dat in het verleden al.

De crisis tussen Cuba en de EU dreigt nog verder uit de hand te lopen wanneer Italië in de tweede helft van dit jaar het voorzitterschap van de EU overneemt. Italië nam op eigen houtje de beslissing zijn ontwikkelingshulp aan Cuba op te schorten. Manuel Cuesta Morúa, de woordvoerder van Arco Progresista, een groep van sociaal-democratische dissidenten, vreest dat andere Europese landen Italië zullen volgen met beslissingen die niet de regering maar wel de Cubaanse bevolking pijn doen. Volgens Cuesta Morúa is de confrontatie tussen de EU en Cuba een slechte zaak voor alle oppositiegroepen die voor dialoog met het regime kiezen. Hij vindt wel dat Cuba makkelijk voor een nieuwe dooi zou kunnen zorgen - bijvoorbeeld door een aantal van de 75 dissidenten vrij te laten die in de lente achter de tralies gingen.