Religies, rituelen en taboes als wapen tegen klimaatverandering

Terwijl het klimaat langzaam maar heel zeker verandert, kibbelen regeringen over verantwoordelijkheden, knutselen sommige bedrijven in de marge en dreigen bewuste burgers ontmoedigd te geraken. ‘We moeten de hulp inroepen van spirituele tradities die met hun rituelen en taboes veel diepgaander communiceren dan de meeste rapporten of campagnes’, zegt Gary Gardner van Worldwatch Institute.
Als Pan Yue, China’s vice-minister van Milieubescherming, tegenwoordig pleit voor ecologische maatregelen, maakt hij vaak gebruik van een ongebruikelijk instrument: China’s spirituele erfenis. Confucianisme, taoïsme en boeddhisme kunnen volgens Pan krachtige wapens zijn om een milieucrisis te voorkomen aangezien elk van die tradities een stevig respect voor de natuur herbergt. ‘Pan realiseert zich dat de ecologische crisis ook een crisis van de cultuur en de menselijke geest is’, zegt Mary Evelyn Tucker, onderzoekster van het confucianisme aan de universiteit van Yale.
Religieuze groepen hebben met interesse gereageerd op Pans ouvertures. In oktober 2008 vergaderden een groep taoïstische meesters om een formele respons te formuleren op de klimaatverandering, met initiatieven die varieerden van tempels op zonne-energie tot taoïstische milieu-acties. Centraal stond daarbij het taoïstische concept van yin en yang, het samenspel van tegengestelde krachten om een evenwichtig geheel te creëren. Daarmee gaven ze de hele klimaatcrisis een injectie van transcendentale betekenis.
De Chinese taoïsten zijn niet alleen. Gestimuleerd door de Verenigde Naties en de Britse ngo Alliance for Religions and Conservation lanceerden ook baha’i, christenen, hindoes, joden en moslims in november 2009 een zevenjarenplan voor klimaat en milieu. Hiermee willen de religies een antwoord geven op de duurzaamheidscrisissen van onze tijd: klimaatverandering, ontbossing, waterschaarste en het verdwijnen van biodiversiteit. Door hun activiteiten te vergroenen en door de groene dimensies van hun heilige teksten bloot te leggen of opnieuw te benadrukken, dragen religieuze en spirituele groepen bij tot het creëren van duurzame culturen.
Hoeveel impact deze inspanningen zullen hebben, is nog onduidelijk. Binnen de meeste geloofsovertuigingen zijn milieu-activisten een kleine minderheid. Maar in principe zouden gelovige mensen –vier op vijf mensen op aarde definiëren zich zo vandaag– een enorme kracht kunnen zijn in het ontwikkelen van nieuwe duurzaamheidsculturen, net zoals ze vroeger tot de drijvende krachten behoorden achter de sandinistische revolutie in Nicaragua, de anti-apartheidsstrijd in Zuid-Afrika, de beweging voor schuldenkwijtschelding aan de Derde Wereld en de initiatieven tegen kernbewapening in de jaren tachtig. En inheemse volkeren helpen, vanuit hun intieme en wederkerige relatie met de natuur, mensen uit allerlei culturen opnieuw aan te knopen bij de wereld van de natuur die alle menselijke handelen mogelijk maakt.

De vergroening van religies


De voorbije twee decennia hebben religies en spirituele tradities zich steeds uitdrukkelijker met ecologische thema’s beziggehouden. Volgens het Wereld Waarden Onderzoek, een bevraging in tientallen landen, vindt 62 procent van de mensen het gepast dat religieuze leiders zich uitspreken over milieuthema’s.
In de Verenigde Staten bleek uit een andere peiling dat het geloof bij 72 procent van de Amerikanen op een of andere manier een rol speelt in hun visie op klimaatverandering en het rentmeesterschap van het milieu.
Tientallen universiteiten bieden vandaag cursussen aan rond religie en duurzaamheid, en ook het Parlement van de Religies van de Wereld organiseerde in 2009 belangrijke debatten over het thema.

Een greep uit de voorbeelden


Religieus geïnspireerd milieu-activisme is nu wijd verspreid, georganiseerd en geïnstitutionaliseerd. Met name op het vlak van waterbeheer, bosbehoud en energie en klimaat wordt voelbaar hoe breed gedragen dit activisme wel is, dat blijkt uit drie voorbeelden.
Patriarch Bartholomeus, de oecumenische leider van meer dan 300 miljoen orthodoxe christenen, stichtte in 1995 Religie, Wetenschap en Milieu, met de bedoeling de wetenschappelijke en religieuze problemen rond de grote rivieren en zeeën aan te pakken. RWM organiseerde symposia met wetenschappers, religieuze leiders, onderzoekers, journalisten en beleidsmakers rond de problemen van de Egeïsche, Zwarte, Adriatische en Baltische zeeën, over de Donau, de Amazone en de Mississippi, en over de Arctische oceaan.
Deze bijeenkomsten zorgden voor een groter bewustzijn over de problemen waarmee specifieke waterwegen te kampen hebben én ze brachten initiatieven voort op het vlak van vorming, samenwerking en netwerking tussen lokale gemeenschappen en beleidsverantwoordelijken. Ook paus Johannes Paulus II zette zijn schouders mee onder het initiatief en tekende samen met patriarch Bartolomeus een gezamenlijke verklaring over de noodzaak om de planeet te beschermen.
In Thailand hebben “ecologische monniken” duidelijke standpunten ingenomen tegen ontbossing, garnalenkwekerijen en de trend naar commerciële landbouw. In heel wat gevallen hebben ze gebruik gemaakt van boeddhistische rituelen om bomen te wijden in bedreigde wouden, waardoor die in de ogen van de dorpsbewoners een heilige status kregen, wat dan weer het begin was van milieubeschermingsmaatregelen. Een van de monniken die bij dergelijke boomwijdingen betrokken was, heeft een ngo opgericht om de inzet van monniken te versterken door de ecologische activiteiten van dorpsgroepen, overheidsagentschappen en andere betrokken organisaties te coördineren. 
Vanuit San Fransisco helpt het Interfaith Power and Light-initiatief (IPL) geloofsgemeenschappen hun gebouwen te vergroenen, energie te besparen,  vorming op te zetten zond energie en klimaat, en beleidsbeïnvloedend werk te doen op het niveau van de deelstaten en de federale regering. IPL wordt geleid door Sally Bingham, een episcopaalse priester, is intussen actief in 29 staten en werkt met 10.000 parochies, congregaties en gemeentes.
De organisatie heeft een resem innovatieve programma’s ontwikkeld om geloofsgemeenschappen te helpen hun werk en vieringen te vergroenen. Een daarvan is Cool Congregations, dat de koolstofuitstoot online berekent én jaarlijks een prijs van 5000 dollar geeft aan zowel de gemeenschap die de laagste uitstoot per lid heeft als aan de gemeenschap die haar uitstoot het meest gereduceerd heeft.
Er zijn nog duizenden andere voorbeelden: van baha’i milieugroepen over zonne-energiecursussen bij plattelandsvrouwen in India en de vele acties van de “groene nonnen” tot de geloofsgemeenschappen in de Appalachen die zich verzetten tegen de destructie van heuvels door mijnbouwactiviteiten. Zo groeit de idee dat religieuze en spirituele tradities minstens partners –of zelfs voortrekkers– kunnen zijn in de inspanningen om duurzame culturen op te bouwen.

Stilte of valse goden?


Terwijl de religieuze tradities behoorlijk actief zijn op het vlak van ecologische uitdagingen, blijken ze vreemd genoeg minder actief in de strijd tegen een losgeslagen consumptiecultuur.
Er is absoluut geen gebrek aan religieuze waarschuwingen tegen uitspattingen en overdreven afhankelijkheid van de materiële wereld. Sinds millennia verbinden religieuze tradities rijkdom en bezitsdrang –sleutelkenmerken van het heersende – met gulzigheid, corruptie, zelfzucht en andere menselijke tekorten. Meer nog: geloofsgemeenschappen beschikken, bovenop de ecologische argumenten van seculiere actiegroepen, over de morele overtuiging, heilige teksten, rituelen en liturgische praktijken om de spirituele wortels van het consumentisme aan te pakken. Tempels, parochies, ashrams en andere geloofsgroepen zijn ook vaak sterk verbonden gemeenschappen die zouden kunnen functioneren als steungroepen voor leden die hun consumptiegedrag zouden willen veranderen.
Bovendien zijn seculiere organisaties er tot nu niet echt in geslaagd om greep te krijgen op welvaart, naast bevolking en technologie een van de drie sleutelfactoren van ecologische impact, wat juist heel sterk samenhangt met consumptie. Persoonlijke consumptie blijft immers stijgen, zelfs in de rijke landen, en de hele consumptielevensstijl verspreidt zich razendsnel naar de opkomende landen. Er bestaan maar weinig instellingen die een soberder leven promoten, en degene die bestaan, hebben weinig impact. Dat verklaart waarom duurzaamheidsverdedigers zich tot de religies gewend hebben om hun steun te verkrijgen.
Toch blijft de tussenkomst van religies op dit vlak sporadisch en eerder retorisch dan volgehouden en programmatisch. Het is niet zo makkelijk om religieuze initiatieven te vinden die de idee van een soberder leven actief promoten of die hun gelovigen helpen om in te gaan tegen het consumentisme in de moderne economieën. Er zijn wel stellingnamen in die zin, zoals de encycliek Liefde in Waarheid, waarin paus Benedictus in 2009 in sterke bewoordingen de ongelijkheid hekelde die voortkomt uit het kapitalisme en de schade die de planeet en de mensen erdoor lijden. Alleen is er nauwelijks aandacht voor dit soort uitspraken. En als mensen die religieuze geloften afleggen in uiterste eenvoud gaan leven, dan kunnen ze vaak wel rekenen op het respect van anderen, maar zelden op navolging.
Het is niet onmogelijk dat een sterke nadruk op een andere, aandachtige omgang met consumptie slecht zou vallen bij een aantal gelovigen, maar het zou wel een antwoord bieden op een van de grootste bedreigingen waarmee religies en spirituele tradities vandaag geconfronteerd worden: de heilloze boodschap dat geluk en zin te vinden zijn in consumptie. Die ketterij aanpakken zou heel wat religieuze tradities kunnen terugvoeren naar hun eigen spirituele en schriftelijke wortels –hun echte bron van kracht en legitimiteit– en daardoor juist meer volgelingen aantrekken op langere termijn.

‘De grootste bedreiging waarmee religies en spirituele tradities vandaag geconfronteerd worden is de heilloze boodschap dat geluk en zin te vinden zijn in consumptie.’
Een diepere waarheid


Om onze culturen van consumptie te transformeren in duurzaamheidsculturen zullen we onder andere ook een beroep moeten doen op rituelen en taboes. Rituelen helpen mensen om diep gewortelde waarden te internaliseren en te communiceren. En taboes –culturele verboden op bepaalde handelingen en producten– kunnen helpen om menselijke activiteit te reguleren in een wereld die ecologisch aftakelt.
Volgens cultureel ecoloog E.N. Anderson hebben inheemse culturen hun natuurlijke hulpbronnen gedurende lange periodes duurzaam beheerd dankzij de ‘religieuze of rituele voorstelling van het grondstoffenbeheer’. Antropoloog Roy Rappaport suggereert dat rituelen een krachtigere vorm van communicatie zijn dan taal, en dat dit voordeel ingezet kan worden voor milieubescherming, zeker in inheemse culturen die zo diepgaand verweven zijn met hun natuurlijke omgeving. Rituelen drukken diepe, cultureel aanvaarde waarheden uit op manieren die ontoegankelijk zijn voor taal, die al te vaak gemanipuleerd wordt en ingezet voor valse waarden.
In de jaren negentig, bijvoorbeeld, ontstond er in de Canadese provincie Nova Scotia een discussie over mijnbouw op een voor de Mi’kmaq heilige berg. De actiegroepen gebruikten feiten, cijfers, analyses en retoriek om de impact van het mijnbouwproject duidelijk te maken en hun verzet vorm te geven. Voor het betrokken bedrijf was het geen moeite om dat te beantwoorden met eigen statistieken en analyses.
De Mi’kmaq benaderden het gegeven anders: ze bouwden een zweethut, gebruikten drumrituelen en pow-wows als hun “argumenten”, en documenteerden de heiligheid van de site voor hun volk. Het bedrijf wist niet goed hoe daarop te reageren, omdat de rituelen ‘immuun zijn voor bureaucratische controle’, volgens de Zweedse godsdiensthistorica Anne-Christine Hornborg. Of, zoals een andere wetenschapper het uitdrukte: ‘Je kan niet discussiëren met een lied.’ Uiteindelijk ging het mijnbouwproject niet door.
Volgens Hornborg speelde de Mi’kmaq daarin een doorslaggevende rol.
Rituelen en taboes worden meestal verbonden met spirituele praktijken, maar ze zijn net zo goed een seculier als een religieus fenomeen. Een premier die het volkslied zingt met zijn rechterhand op zijn hart, bijvoorbeeld, stelt een krachtige rituele daad die veel van zijn landgenoten zal aanspreken. Vandaag zijn de meeste rituelen en taboes trouwens ingeschakeld in het onderbouwen, doorgeven en versterken van de consumptieculturen waarin we leven, waardoor ze ook de milieuproblemen helpen vergroten. Denk maar aan de manier waarop overgangsrituelen zoals huwelijken, begrafenissen, bar/bat mitzvahs, quinceañeras of plechtige communies verworden zijn tot consumptie-evenementen.
Ook traditionele feesten als Kerstmis of Ganesh Chathauri hebben een vergelijkbare verschuiving meegemaakt van spirituele betekenis naar consumptiefestijn, met alle vervuiling die daarmee gepaard gaat.
Moderne rituelen voor duurzaamheid blijven echter mogelijk en kunnen gebouwd worden op zowat elk existentieel aspect van de menselijke ervaring. In de Australië, Canada, Europa en de Verenigde Staten worden “groene begrafenissen” steeds populairder. Daarbij wordt het lichaam niet langer gebalsemd en kiezen de familieleden voor een laken of een uiterst eenvoudige houten kist voor de overledene.
Ook het vieren van het nieuwe jaar kan gepaard gaan met meer reflectie op het oude gedrag –de consumptiecultuur– dat we achterwege willen laten, in plaats van het juist een exces van die destructieve cultuur te laten zijn. Zowat elke religieuze traditie kent het ritueel van vasten. Dat wordt op heel wat plaatsen gebruikt als een instrument om meer bewustwording voor een duurzame wereld te creëren. De bisschoppen van Liverpool en Londen riepen in 2009 de christenen op in die zin te vasten en in Chicago worden moslims opgeroepen tot een “groene ramadan” door lokaal geteeld voedsel te bereiden voor de ifthar.
Er ontstaan ook een rist nieuwe initiatieven die zich kunnen ontwikkelen tot mondiale rituelen van de duurzaamheidscultuur die we nodig hebben: de Dag van de Aarde wordt intussen door 15.000 groepen in 174 landen gevierd, en Buy Nothing Day, World Carfree Day, TV Turnoff Week en Take Back Your Time Day krijgen ook steeds meer aanhang. In dit tijdsgewricht, dat schreeuwt om een snelle en omvattende culturele transformatie, zal de mensheid elk instrument moeten gebruiken dat voorhanden is in de culturele gereedschapskist.
Dit essay is een ingekorte bewerking van de hoofdstukken Engaging Religions to Shape Worldviews en Ritual and Taboo as Ecological Guardians, verschenen in State of the World 2010: Transforming Cultures. From Consumerism to Sustainability. www.worldwatch.org

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.