Rohingya-vluchtelingen zitten vast aan grens met Bangladesh

Berichten over slachtpartijen op Rohingya-moslims hebben de houding van de regering in Bangladesh niet veranderd. De Bengalese grenswachten kregen het strikte bevel om elke “indringer” uit Myanmar de toegang tot Bangladesh te ontzeggen, of ze nu met de boot of te voet komen. Daardoor zitten tientallen Rohingya vast in geïmproviseerde kampen langs de 270 kilometer landgrens.

De vluchtelingen hebben er vaak een lange, gevaarlijke tocht op zitten. “We reisden ‘s nachts om niet opgemerkt te worden”, zegt Ejaz Ahmed, die er in geslaagd is zijn familie de grens over te brengen. “Er leek geen eind aan te komen, de kinderen konden niet meer voort. Soms hadden we geen eten of water, soms wisten we helemaal niet waar we waren.”

Boeddhistische aanvallen

De Rohingya, een staatloze moslimminderheid in de westelijke provincie Rakhine, worden al jaren gemarginaliseerd. De voorbije maanden waren ze het doelwit van aanvallen door de boeddhistische meerderheid.

Het geweld ontstond toen eind mei het bericht circuleerde dat drie Rohingya-mannen een boeddhistische vrouw hadden verkracht. Duizenden Rohingya-families moesten hun huizen verlaten, zonder dat ze ergens heen konden. De vluchtelingen hadden geen toegang tot water, voedsel en medische voorzieningen.

Na een maand hadden al 83.000 van de 800.000 Rohingya hun huis verlaten in Rakhine. Tegen juni waren al 95 mensen vermoord.

Dood geslagen

De Myanmarese overheid zegt het etnische geweld in te dijken, maar blijft aanvallen op de Rohingya-moslims aanwakkeren, zegt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW).

Vluchtelingen die nu in kampen in Bangladesh verblijven, zeggen dat ze niet anders konden dan vluchten. “Ik zag hoe mijn buren uit hun huis gesleurd werden en dood werden geslagen”, zegt Rehana Begum. “Als we niet gevlucht waren, hadden ze ons ook gedood.”

“Op een donkere nacht viel een tiental mannen onze plaatselijke markt aan”, zegt Mujibor Rahman, een groenteverkoper uit het dorp Kyauktaw. “Ze haalden jonge moslimmannen op en staken hen neer met een degen. Velen stierven meteen, andere bleven kreunend liggen.”

Straks tienduizend teruggestuurd

Luitenant-kolonel Mohammad Khalequzzaman, commandant van de grenswacht in het district Cox’s Bazar, zegt dat sinds augustus al meer dan 1300 Rohingya zijn teruggestuurd via de grensovergangen Tumbru en Ghundum. Sinds de eerste golf vluchtelingen arriveerde, ongeveer vier maanden geleden, zijn al 2600 Rohingya teruggestuurd.

Het Bengalese ministerie van Binnenlandse Zaken schat dat er tegen begin volgend jaar bijna tienduizend vluchtelingen zullen zijn teruggestuurd.

De kustwacht heeft zijn patrouilles op de Nafrivier opgevoerd. Met speedboten gaan ze op zoek naar vluchtelingen. De Naf vormt een van de grenzen tussen beide landen.

Gammele bootjes

De enorme Golf van Bengalen, ten zuiden van Bangladesh en ten zuidwesten van Myanmar, biedt nog mogelijkheden voor de vluchtelingen. In gammele bootjes steken ze daar de grens over, meestal ‘s nachts.

“Het is zeer gevaarlijke om zo’n kustroute te nemen. De kustwacht van beide landen schiet vaak op ons”, zegt Mohammad Kalam Hossain, die pas met een groep van 26 mannen, vrouwen en kinderen in de Bengalese grensstad Teknaf is gearriveerd. Ze waren vertrokken uit het vissersdorp Ponnagyun.

Wie erin slaagt Bangladesh binnen te komen, is voortdurend bang verklikt te worden. Aangezien ze het lokale dialect spreken en sterk op Bengalen lijken, slagen veel vluchtelingen erin zich ongemerkt onder de plaatselijke bevolking te mengen. Maar als ze betrapt worden, dan kennen de autoriteiten geen genade, zeggen ze.

“De autoriteiten dwingen je te vertellen waar de anderen zich bevinden, en dan wordt iedereen teruggestuurd”, zegt Julekha Banu, die in september naar Bangladesh kon vluchten. “Daarom proberen we ons overdag zo weinig mogelijk te laten zien.”