Rusland verbergt Joegoslavische oorlogsmisdadigers

Servische verdachten van oorlogsmisdaden houden zich schuil in Rusland, blijkt uit onderzoeksrapporten. De Russische autoriteiten ontkennen elke betrokkenheid, maar sluiten niet uit dat via informele netwerken Servische oorlogsmisdadigers worden beschermd.


Rusland kwam opnieuw als mogelijk toevluchtsoord in beeld nadat de voormalige Bosnisch-Servische politiechef Gojko Jankovic, die gezocht wordt door het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag, zichzelf vorige week vrijwillig aangaf. Jakovic werd gezocht voor oorlogsmisdaden tegen moslims, die gepleegd werden tijdens de oorlog van begin jaren negentig in voormalige Joegoslavië. Hij zou vijf jaar in Rusland hebben gewoond, voordat hij terugkeerde naar de Bosnisch-Servische hoofdstad Banja Luka.

Jankovics vrouw vertelde aan de lokale media dat ze hem vorig jaar december in Moskou bezocht had. Haar man zou haar een Russisch paspoort hebben laten zien met de naam ‘Sergey Plutsadiev’. Ze sprak ook over een ontmoeting met een man die zich identificeerde als een agent van de Russische Federale Veiligheidsdienst FSB, de opvolger van de KGB.

De Bosnisch-Servische autoriteiten weigerden te reageren op het nieuws. Het debat over de controversiële relaties tussen Serven en Russen woedt nu volop.

De Russische ambassade in Bosnië-Hercegovina beweert dat Rusland geen onderdak biedt aan verdachten van oorlogsmisdaden. Alle personen die verdacht worden van oorlogsmisdaden, moeten berecht worden, zei de ambassade in een verklaring. De Russische overheid heeft nooit overwogen om asiel te verlenen of staatsburgerschap te verlenen aan personen die verdacht worden van oorlogsmisdaden. Volgens de verklaring verleent Rusland volledige medewerking aan het Joegoslavië-Tribunaal. Dat werd opgericht om de verantwoordelijken voor de moorden op ongeveer 200.000 mensen, waarvan de meeste Bosnische moslims, te vervolgen.

Servië en Rusland onderhielden in de communistische periode nauwe banden en ze deelden ook hetzelfde orthodoxe christelijke geloof. Bij het begin van de oorlog in 1991, beschreef de voormalige Servische leider Slobodan Milosovic Rusland als de enige vriend van Servië.

Milosovics broer Borislav woont al sinds begin jaren negentig in Moskou. Eerst was hij daar Servisch ambassadeur, later zakenman. Na de val van Milosovic in 2000, vluchtte zijn zoon Marko naar Rusland. In 2003 kreeg hij gezelschap van zijn moeder, de eens invloedrijke Mira Markovic.

Als Rusland een toevluchtsoord is geworden voor oorlogsmisdadigers van Servische afkomst, dan is dat niet zozeer een gevolg van de oude vriendschap tussen beide landen, verklaarde generaal Aleksandar Vasiljevic, het voormalige hoofd van de Servische legerbeveiliging, recent tegenover Servische media. Privé-connecties tussen oud-medewerkers van de veiligheidsdiensten zijn de kanalen die bescherming bieden aan degenen die gezocht worden door het tribunaal. De Russische autoriteiten bemoeien zich er niet mee.

Het gaat allemaal om geld, zeggen anderen. Analist Aleksandar Radic: Aan het begin van de jaren negentig gingen agenten van de voormalige KGB in zaken en zo ontstonden contacten met Servische zakenmensen. Die zakenmensen onderhielden weer goede contacten met het regime van Milosovic toen Servië werd getroffen door internationale sancties vanwege de agressie tegen de Bosniërs.

Milosovic’ zoon Marko was een van de Servische zakenmensen die contacten onderhielden met de Russen. Rusland was tijdens de sancties een van de weinige landen waar nog commercieel aantrekkelijk deals gemaakt konden worden. Datzelfde netwerk wordt nu gebruikt om verdachten van oorlogsmisdaden te verbergen, aldus Radic.

Russische diplomaten in Belgrado sluiten niet uit dat zo’n netwerk bestaat. De KGB werd in 1991 hervormd, na het uiteenvallen van de Sovjet Unie. Veel agenten raakten hun werk kwijt en gingen het zakenleven in, zegt Alona Kudrijatavtzeva, eerste secretaris van de Russische ambassade. Het is mogelijk dat sommigen van hen bij illegale transacties betrokken zijn geraakt. Maar ik heb geen informatie over connecties met de Servische inlichtingendiensten of een netwerk dat voortvluchtigen beschermt tegen justitie.

Een van de voortvluchtigen die zich zou schuilhouden in Rusland, is politiegeneraal Vlastimir Djordjevic, in 1999 commandant in de Zuid-Servische provincie Kosovo. Het Joegoslaviëtribunaal zoekt Djordjevic voor zijn rol bij de massale verdrijving van 800.000 Albanezen uit hun huizen en voor zijn aandeel in de dood van zo’n 10.000 burgers. Destijds werd aangenomen dat Djordjevic in 2001 naar Servië was gevlucht.

Het uitleveren van verdachten van oorlogsmisdaden is een van de voorwaarden die de Europese Unie (EU) stelt voor een haalbaarheidsonderzoek naar toetreding van Servië tot de EU. De EU heeft de kwestie voor half april op de agenda staan. (JS/MM)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.