Schuldkwijtschelding

Twee jaar geleden beloofde de G8 in het Schotse Gleneagles een verregaande schuldenkwijtschelding voor de armste landen. Deze maand komen de zeven rijkste landen plus Rusland opnieuw samen. Welk rapport kunnen ze in Heilgendamm voorleggen?
  • Gie Goris Rudy De Meyer: "Wij zijn blij als het IMF zijn greep op arme landen verliest" Gie Goris

Belofte maakt schuld


De Britse premier Tony Blair maakte van de G8-top van Gleneagles in 2005 een heus media-evenement met rocksterren als Bono en Bob Geldof, én met grote beloften over klimaat, meer ontwikkelingshulp en schuldkwijtschelding. Vooral aan dat laatste is sindsdien gewerkt, met name door het Multilateral Debt Relief Initiative op te starten. Dit MDRI voorziet een volledige schuldkwijtschelding van 55 miljard dollars vanwege het Internationaal Muntfonds (IMF), de Wereldbank, het Afrikaanse Ontwikkelingsfonds en de nadien bijgekomen Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) voor landen die aan het eindpunt van het bestaande HIPC-initiatief komen. Dat Heavily Indebted Poor Country-initiatief is een meerjarenprogramma, ontwikkeld in 1996, om de hoge schuldenlast van arme landen bij Wereldbank en IMF tot een draaglijk niveau terug te brengen.
Het MDRI  kan gezien worden als een aanvulling op het HIPC. Dat Wereldbank en IMF schulden kwijtschelden, is belangrijk omdat die schulden vaak de enige zijn die ontwikkelingslanden nog daadwerkelijk afbetalen. De kwijtschelding is daardoor meteen voelbaar in het budget van die landen en draagt er zo rechtstreeks toe bij dat de millenniumdoelen bereikt kunnen worden,  die tegen 2015 de armoede in de wereld moeten halveren. Het IMF, en in iets mindere mate de Wereldbank, fungeren ook als portier: hun schuldkwijtschelding opent de deur naar andere donoren, omdat die hun beleid afstemmen op het fiat van het IMF.
Het  Multilateral Debt Relief Initiative  hield overigens ook wat gevaren in. Voor de 22 landen die nu al toegang hebben tot het MDRI, loopt de totale schuld, gespreid over bijna veertig jaar, op tot 39,4 miljard dollar. Geld dat die landen nu dus niet meer zullen terugbetalen aan de Wereldbank en het IMF. Indien die sommen niet gecompenseerd worden door extra geld van de rijke landen –de voornaamste donoren van beide instellingen–, betekent dat dat Wereldbank en IMF minder geld beschikbaar hebben voor de ontwikkelingslanden en dat deze dus onrechtstreeks zelf de kwijtschelding financieren. Gelukkig lijkt dit niet het geval te zullen zijn. ‘De rijke landen hebben al toegezegd dat ze de kwijtschelding zullen compenseren en een aantal landen, waaronder België, heeft al de eerste bedragen hiervoor gestort’, zo verzekert Frans Godts, Administrateur Internationale en Europese Financiële Aangelegenheden bij de Belgische Schatkist. (rvdm/jvd)

De controleurs buitenspel?


Noord-Zuidorganisaties over de hele wereld hebben al vele jaren kritiek op het HIPC. Om tot het HIPC-eindpunt te geraken, moet een kandidaatland een armoedebestrijdingsplan schrijven en aan een waslijst van voorwaarden voldoen. De critici vinden dat die voorwaarden soms slecht zijn voor de economie en de sociale voorzieningen van het land. Een ander punt van kritiek is dat het HIPC-proces traag en beperkt is: in meer dan tien jaar doorliepen slechts 22 landen, waaronder 18 Afrikaanse, het hele proces. De critici vinden het ook onaanvaardbaar dat de schuldeisers het hele proces beheersen en eenzijdig bepalen welk land wanneer in aanmerking komt voor welke kwijtschelding. 
Ook het nieuwe MDRI krijgt de wind van voor vanwege de Noord-Zuidorganisaties. ‘De HIPC-voorwaarden blijven gelden en de schuldkwijtschelding gaat vaak gepaard met verlies van toekomstige ontwikkelingshulp’, verklaart Rudy De Meyer, hoofd van de 11.11.11-studiedienst. ‘De Internationale Financiële Instellingen beseffen na lang treuzelen dat een volledige schuldkwijtschelding onvermijdelijk is. Hiermee verliezen ze hun controle op de arme landen, wat wij een goede zaak vinden.’ De monopoliemacht van IMF en Wereldbank ten opzichte van de armste ontwikkelingslanden brokkelt overigens ook af door de opkomst van vooral China en enkele andere financiers onder de opkomende landen.
Het controleverlies door schuldkwijtschelding wordt volgens De Meyer deels gecompenseerd door “goed bestuur” als voorwaarde te stellen voor hulp. ‘In realiteit zorgt die vage voorwaarde ervoor dat hulp vrij willekeurig toegekend wordt als het goed uitkomt voor de politieke agenda van het donorland. Vaak worden oneigenlijke tegenprestaties verwacht van arme landen, zoals de privatisering van openbare diensten en het openstellen van de eigen markt voor westerse bedrijven.’ Dat wordt tegengesproken door Gino Alzetta, de Belgische directeur bij de Wereldbank: ‘Er worden voorwaarden verbonden aan het MRDI. Dat zijn de normale voorwaarden die nodig zijn om van de kwijtschelding een succes te maken. Privatisering hoort daar niet bij. Laten we nu voor eens en voor altijd afstand doen van die fantasie die nog stamt uit de jaren negentig.’ (rvdm/jvd)

Er zijn vele soorten schulden


Het MDRI betekent niet dat de betrokken landen plots van al hun schulden bevrijd zijn, onderstreept Rudy De Meyer van 11.11.11. ‘De nog resterende schulden zijn allesbehalve kleine of marginale bedragen. Het gaat onder meer over schulden aan andere internationale financiële instellingen, binnenlandse schulden die aangegaan werden om buitenlandse schulden te kunnen afbetalen, bilaterale schulden aan andere overheden en de commerciële schulden aan de privésector.’
Door die soms massieve pakketten oude bilaterale schulden kwijt te schelden, konden de rijke landen de voorbije jaren hun hulpbudgetten ogenschijnlijk fatsoeneren. Het misleidende daaraan is dat ontwikkelingslanden die schulden dikwijls al jaren niet meer afbetalen. Kwijtschelding biedt hen dan ook niet meteen bijkomende financiële ademruimte. Toch is het goed dat die kwijtschelding gebeurt, al was het maar omdat de betrokken ontwikkelingslanden dan niet langer ten prooi kunnen vallen van aasgierfondsen. Deze parasitaire beleggingsfondsen kopen de bilaterale schulden op aan een sterk verlaagde prijs om er vervolgens via de rechter alsnog de volle pot voor te eisen. Op die manier dreigt ontwikkelingsgeld dat landen ontvangen voor de millenniumdoelen, uiteindelijk in de zakken te belanden van deze economische aasgieren. Donoren beginnen zich daar nu tegen in te dekken. In België werd de zaak ook al besproken op de ministerraad.  (rvdm / jvd)

Harde valuta


  • MDRI zorgde voor tot nu toe voor een schuldkwijtschelding van 39,4 miljard dollar (voor 22 landen).
  • Als alle landen die in aanmlerking komen hun schuldkwijtschelding krijgen, loopt de schuldkwijtschelding op tot 53,3 miljard dollar.
  • Voor landen in Sub-Sahara Afrika betekent het MDRI een vermindering van gemiddeld 64,4 procent van hun schulden.
  • Ghana belooft de 57,9 miljoen dollar die het in 2006 uitspaarde door de sculdkwijtschelding investeren in energie- en watervoorzieningen, het herstellen van snelwegen, gezondheidszorg en communicatietechnologie
  • Oeganda heeft toevallig ook 57,9 miljoen dollar extra in 2006 en wil dat geld vooral gebruiken om de elektriciteitsvoorziening in het land te verbeteren.
    (bron: Multilateral debt: one step forward, how many back? Rapport van Eurodad)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.