Servische belastingbetaler financiert verdediging oorlogsmisdadigers

De wet die de financiële bijstand mogelijk maakt en zopas werd gestemd in het Servische parlement, is voor de nationalisten een eerherstel voor de gevangen genomen Servische burgers. Mensenrechtengroepen en hervormingsgezinden noemen het een stille amnestie voor Slobodan Milosevic en alle wreedheden die tijdens zijn regime plaatsgrepen. Hoe dan ook is de wet een duidelijk signaal dat de Servische regering haar houding tegenover het Joegoslaviëtribunaal scherp heeft gewijzigd, en toont ze aan hoe dubbelzinnig de Serviërs tegen hun recente verleden aankijken.

Nadat een volksopstand in 2000 een hervormingsgezinde regering aan de macht bracht, werd de afgezette president Milosevic in 2001 uitgeleverd aan het tribunaal in Den Haag. Milosevic wordt verantwoordelijk gehouden voor vele van de 200.000 doden tijdens de Balkanoorlogen in de jaren negentig. De toenmalige regering-Djindjic wilde met het Joegoslaviëtribunaal samenwerken; de gematigde nationalistische president Kostunica wilde de bloedige pagina in de geschiedenis van Servië helpen omslaan.

Maar sinds de dood van de pro-westerse premier Zoran Djindjic, die een jaar geleden werd vermoord, en de verkiezingen in Servië, waarna president Kostunica de steun nodig had van de partij van Milosevic om een minderheidsregering te kunnen vormen, is het klimaat helemaal omgeslagen. Plots lijkt de Servische regering helemaal niet meer bereid met het VN-tribunaal in Den Haag samen te werken. De wet op de financiële amnestie voor de beschuldigden lijkt de voorlopige bezegeling van die houding. Eindelijk verdedigt Servië zich tegen de geveinsde beschuldigingen in Den Haag, reageerde een parlementslid van de socialistische partij van Milosevic, Zarko Obradovic.

Hervormingsgezinde politici wijzen op de gevaren van de Servische koerswending. De Servische belastingbetaler riskeert wel eens voor veel meer te moeten opdraaien dan Milosevic’ loon alleen, waarschuwt de vorige minister van Buitenlandse Zaken, Goran Svilanovic. De wet maakt alle verwezenlijkingen van de eerste democratische regering ongedaan. Servië raakt opnieuw geïsoleerd. De steun die ons land ontving dankzij de erkenning door de VN en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa dreigt weg te vallen.

Zopas liep Servië een Amerikaanse cheque van 25 miljoen dollar mis omdat het niet samenwerkt met het Joegoslaviëtribunaal. De Servische kandidatuur voor het lidmaatschap voor de Europese Unie is in het vriesvak geplaatst tot het einde van het jaar. (BL/AD)