Slachtoffers aardbeving Haïti wachten nog op fatsoenlijk onderdak

In Washington werd na een half jaar hulpverlening teruggeblikt op het werk dat al gedaan is en aandacht gevraagd voor wat er nog moet gebeuren. “We zijn nu voorbij de onmiddellijke crisis en we moeten nu vooruitkijken op langere termijn”, zei Cheryl Mills, raadgever van minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton. “We zitten in die moeilijke positie van overgang tussen de twee. Dat is altijd een uitdaging in deze omstandigheden.”
Mills wees op het blijvende probleem dat veel mensen het nog altijd met een tent moeten stellen als onderdak. De internationale gemeenschap heeft al betere woonomstandigheden beloofd voor 600.000 mensen, maar er worden maar moeilijk plaatsen gevonden waar die woningen kunnen komen. “Betere behuizing is het belangrijkste probleem in de komende maanden”, aldus Mills.
Tijdens die maanden kan elke vooruitgang echter tenietgedaan worden door orkanen. Uit gegevens van het Amerikaanse Centrum voor Klimaatvoorspelling blijkt dat de omstandigheden voor La Niña zich lijken te ontwikkelen, een weersfenomeen dat gepaard gaat met een intens orkaanseizoen in de Atlantische Oceaan en de Caraïben. In 2008 werd Haïti al eens getroffen door vier opeenvolgende orkanen. 

Hulp

In maart beloofde de internationale gemeenschap 5,3 miljard dollar voor de wederopbouw van Haïti, maar amper een tiende van dat geld is al overgemaakt. In een gezamenlijk opiniestuk in de New York Times hopen de voormalige Amerikaanse president Bill Clinton en de Haïtiaanse eerste minister Jean-Max Bellerive dat de donoren snel over de brug komen.
“Zonder betrouwbare schema’s van uitbetaling kan de commissie onmogelijk plannen, projecten financieren of snel reageren op dringende noden”, schrijven ze. “Gaat de reconstructie zo snel als velen van ons gehoopt hadden? Nee, niet nu zoveel Haïtianen dakloos, hongerig en werkloos blijven. Is er vooruitgang geboekt? Zonder enige twijfel. Maar we moeten het allemaal beter doen.”
Ook Mills ziet positief nieuws in het feit dat er geen belangrijke uitbraak van een epidemie is geweest. Maar ook zij wijst erop dat er nog veel te doen staat om de volksgezondheid te verzekeren. “De statistieken zijn eigenlijk beter dan voor de aardbeving”, zegt ze.  “Maar dat is niet meteen een bewijs van hoe goed de zaken er voor staan, eerder een indicatie van hoe Haïti eraan toe was van bij het begin.” Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft 90 procent van de mensen in de hoofdstad nu toegang tot gezondheidszorg, tegenover 56 procent voor de aardbeving.