Soennitische coalitie heeft weinig draagvlak – analyse

De nieuwe Soennitische coalitie die in december wil deelnemen aan de parlementsverkiezingen in Irak, heeft weinig draagvlak onder de Soennitische bevolking. Het Amerikaanse optimisme over de Soennitische deelname is voorbarig, zegt de Amerikaanse historicus en politiek analist Gareth Porter.

Drie Soennitische politieke groeperingen kondigden recent aan dat ze voor de Iraakse parlementsverkiezingen op 15 december gezamenlijke kandidaten naar voren willen schuiven. De Los Angeles Times citeerde vlak na die aankondiging een ‘westerse functionaris in Bagdad’ – de gebruikelijke aanduiding voor de Amerikaanse ambassadeur Zalmay Khalilzad – die beweerde dat de Soennitische invloed in de politiek de steun voor de opstand langzaam zal uithollen.

De regering van George W. Bush ziet de vorming van de coalitie en de hoge opkomst van Soennieten bij het onlangs gehouden referendum als een teken dat de Soennieten minder sympathie voelen voor de opstandelingen die proberen de Amerikaanse politiek in Irak te ondermijnen.

In werkelijkheid volgde de meerderheid van de Soennieten bij de verkiezingen in januari en het referendum in oktober echter een strategie die werd ingegeven door de leiders van de opstandelingen en Soennitische geestelijkheid die zich tegen de Amerikaanse aanwezigheid keert. De hoge opkomst bij het referendum over de nieuwe Grondwet is te danken aan het feit dat opstandelingenleiders en geestelijken de Soennieten opriepen ‘tegen’ te stemmen.

De relatieve rust bij het referendum werd door de Amerikaanse militaire woordvoerder majoor-generaal Rick Lynch toegeschreven aan de waakzaamheid van Amerikaanse en Iraakse veiligheidstroepen”. Het uitblijven van grootschalig geweld was echter het gevolg van het besluit van Soennitische opstandelingenorganisaties om het maximale resultaat uit het referendum te slepen. Dat besluit werd bijna doorkruist toen begin oktober werd besloten dat de tegenstanders van de grondwet tweederde van alle beschikbare stemmen moesten halen, in plaats van tweederde van de daadwerkelijke stemmers.

Een leider van het ‘Leger van Mohammed’ verklaarde destijds tegenover Time Magazine dat diverse opstandelingengroepen op dat moment overwogen om de verkiezingen volledig te blokkeren in de drie belangrijkste Soennitische provincies. Toen het parlement het plan onder buitenlandse druk wijzigde, besloten de Soennitische opstandelingenleiders tot een staakt-het-vuren.

Buitenlandse opstandelingen probeerden de verkiezingen wel op enkele plaatsen te verstoren. Zij pleegden onder meer een aanslag op een stembureau in Ramad. Geweld in de provincie Anbar zorgde daar voor een lage opkomst onder Soennieten, behalve in Fallujah.

Het besluit van drie Soennitische groeperingen om een coalitie te vormen, moet niet verward worden met een breed gedragen Soennitische besluit om te participeren in het politieke systeem. De Iraakse Islamitische Partij, de Iraakse Volksvergadering en de Nationale Raad voor Dialoog zijn elitegroepen zonder groot draagvlak.

De belangrijkste motivatie van deze drie groeperingen om mee te doen, is om een plaats te verwerven in het Iraakse parlement. Daarvoor zijn ze bereid een compromis te sluiten met de door de VS gesteunde Sjiitische en Koerdische leiders. Vier dagen voor het referendum sloot een groepje Soennitische leiders een overeenkomst met Sjiitische en Koerdische leiders. Daarbij werd afgesproken dat ze de Grondwet zouden steunen, in ruil voor de zekerheid dat over sommige onderdelen van de wet nog onderhandeld kon worden door een nieuw parlement.

Een van de Soennitische politici die besloot campagne te voeren voor de Grondwet, Mishan al Jabouri, voorspelde dat 80 procent van de bevolking in de provincie Salahuddin voor de Grondwet zou stemmen. In werkelijkheid stemde 81 procent tegen, wat erop wijst dat traditionele machthebbers niet altijd meer gevolgd worden.

In Tikrit stemde 96 procent tegen, volgens de Onafhankelijke Kiescommissie van Irak (IECI). In Fallujah was dat 97 procent en in Samarra 95 procent. Over de Soennitische districten in Mosul werden geen cijfers vrijgegeven, maar volgens Soennitische leiders week het beeld daar niet af van andere stedelijke Soennitische regio’s.

Bij de verkiezingen in januari ontbrak ook de steun van de opstandelingenleiders voor de Soennitische partijen die wilden meedoen. Zowel de Iraakse Volksvergadering als de Iraakse Islamitische Partij wilden kandidaten beschikbaar stellen, maar de opstandelingenleiders en geestelijken riepen op tot een boycot. De Iraakse Islamitische Partij registreerde zich wel voor de verkiezingen, maar dreigde vervolgens met een boycot als ze niet uitgesteld werden. Uiteindelijk voerde de partij geen campagne. De Iraakse Volksvergadering deed dat wel, maar kreeg slechts 15.000 stemmen.

Hoewel de Verenigde Staten het anders doen voorkomen, was de verkiezingsboycot die opstandelingen en geestelijken in januari organiseerden, in feite een groot succes. Volgens verslagen uit de eerste hand uit Soennitische gebieden, bleef 95 tot 98 procent van de Soennieten thuis bij de verkiezingen.

Op grond van de resultaten van de verkiezingen en het referendum, kan geconcludeerd worden dat de Soennitische gemeenschap opvallend eensgezind is en dat zij de strategische koers van opstandelingen en geestelijken volgt. Enkele tekenen wijzen er al op dat de nieuwe Soennitische coalitie het moeilijk zal krijgen. De Soennitische onderhandelaar Hussein al-Falluji, die tegen de Grondwet is, waarschuwde op 18 oktober dat de Soennieten de verkiezingen in december zullen boycotten als blijkt dat tijdens het referendum gerommeld is met stemmen.

Saleh al-Mutlak, een van de leiders van de Nationale Raad voor Dialoog, zei dat het erg moeilijk zal worden om de mensen ervan te overtuigen aan het politieke proces mee te doen, omdat ze bang zijn dat hun stem toch geen invloed heeft. Al-Mutlak was een van degenen die het niet eens was met het besluit van de Raad om mee te doen met de coalitie. Het lijkt waarschijnlijk dat Soennitische opstandelingenleiders en geestelijken ten aanzien van de decemberverkiezingen hun oude standpunt zullen innemen, namelijk een boycot. (JS/ADR)



Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.