Spreken is zilver, zwijgen is goud [Blog uit Birma]

Het bladgoud weegt zwaar op de religieuze monumenten van Birma. De generaals dragen met veel overtuiging hun giften bij, in de hoop dat de monniken niet op nieuw hardop kritiek uitoefenen. En als ze dat toch doen…
  • Gie Goris Gie Goris
In mei 1994 schreef ik mijn eerste reportage over Birma, onder de titel: spreken is zilver, zwijgen is goud. Daarmee vatte ik zowel de alomtegenwoordige politieke repressie als de even onontkoombare gouden glans van het grotendeels boeddhistische land. En voor wie daaraan zou twijfelen: het goud blinkt vandaag nog gloedvoller dan zestien jaar geleden. De militaire junta liet in 1999 de grote Shwedagon pagoda nog helemal renoveren en oppoetsen, zodat die er vandaag nog indrukwekkender uit ziet -al was ik niet meteen méér onder de indruk vandaag dan toen.
Shwedagon blijft een van de meest indrukwekkende plekken die ik ken om te vertoeven. In een van de toeristische gidsen lees ik dat er plaatsen op aarde zijn waar de heiligheid gewoon uit lekt, en dat Shwedagon zo’n plek is. Helemaal akkoord. Net als het Registan in Samarkand, Bagan in Centraal-Birma of Angkor Thom in Cambodja, en ik veronderstel Macchu Pichu, maar daar ben ik nooit geweest. Op blote voeten over het witte marmer, tussen de ontelbare koepels, stupa’s en tempels: het heeft iets hemels.
Ik had me voorgenomen om me helemaal te concentreren op het inhoudelijke werk, aangezien ik de bezienswaardigheden van Birma bij vorige gelegenheid al bezocht -als deel van de toeristische dekmantel die ook toen noodzaklelijk was. Maar op terugweg van een ontmoeting in Noord-Dagon -waar de industriële buitenrand van Rangoon overgaat in de verstedelijkte plattelandswijken- en met een onbruikbaar uur voor de boeg, liet ik me -gelukkig- verleiden om toch nog eens af te stappen aan de oostelijke ingang van de grootste pagoda van het land (de militaire supremo, Senior Generaal Than Shwe,  liet intussen een vergelijkbare pagode bouwen in zijn nagelnieuwe hoofdstad Naypyidaw, maar zag er wel op toe dat die Uppattasanti pagode zo’n dertig centimer lager is dan de 98 meter van Shwedagon -noblesse oblige).
De cijfers van Shwedagon zijn bijna even indrukwekkend als de lijfelijke ervaring zelf. Volgens de Lonely Planet hebben opeenvolgende heersers gedurende de voorbije duizend of tweeduizendvijfhonderd jaar (er is onenigheid over de ouderdom van het heiligdom) niet minder dan 53 metrieke ton bladgoud verzameld op de pagode. De Insight Guide voegt daaraan toe dat er aan de top van de belvormige pagode 5448 diamanten en 2317 robijnen, saffieren en topazen ingewerkt zijn, met in het midden een reuzachtige emerald. Rond de centrale pagode staan 1065 gouden en 420 zilveren bellen, en 100 andere stupa’s, paviljoenen en hallen. Nicholas Greenwoods Guide to Burma voegt daar nog een lijst massieve klokken aan toe, van 16 tot 40 ton zwaar.
Maar de gelukzaligheid van een bezoek aan Shwedagon hangt niet af van het Guinness Book of Records gehalte van de plek. Het is de gewijde maar ontspannen sfeer, het esthetische effect van die georganiseerde chaos aan gebouwen, boeddhabeelden en afbeeldingen van andere half-aardse, half-hemelse schepselen, het gezang op de achtergrond, iemand die een gong of een bronzen klok luidt, kortom: de rust die je niet opgedrongen wordt, maar je overkomt.
Het lot -in de vorm van de moessonregen- was me bovendien bijzonder gunstig gezind. Net op het moment dat de zon haar eigen, gouden en gloedvolle neergang inzette, kleurde de hemel aan de andere kant van de stupa helemaal donkerblauw. Het dramatische effect van dat contrast is moeilijk te beschrijven, maar het beklijft wel. De tropische bui die enkele minuten later volgde, was heerlijk verkoelend, van onder de beschermende pannen van een van de verzamelhallen op het grote plein rond de stupa.
Is bovenstaand relaas een toeristisch promopraatje? En kan dat, politiek gesproken, wel? Want al sinds 1991 vraagt de politieke oppositie om niet naar het Gouden Land af te reizen, aangezien de dollars die toeristen spenderen grotendeels op de bankrekeningen van de generaals eindigen. Ik ontmoet nogal wat mensen die heel grote vragen hebben bij die oude boycotstrategie. En zelfs degenen die voorstander zijn van blijvende sancties, twijfelen aan de argumenten om ook het toeristisme aan zo’n boycot te onderwerpen.
Het is te vroeg om er zelf al conclusies uit te trekken, maar het blijft een boeiend debat, dat voor veel Birmezen in het toeristische circuit van levensbelang kan zijn. En los van de politieke vragen, blijft anno 2010 gelden wat Somerset Maugham in 1930 schreef: ‘The Shwe Dagon rose superb, glistening with its gold, like a sudden hope in the dark night of the soul of wich the mystics write, glistening against the fog and smoke of the thriving city.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.