Sri Lanka: 150 doden door gevechten tussen leger en Tamil Tijgers

Bij de noordelijk gelegen sleutelstad Kilinochchi werd de afgelopen dagen zwaar gevochten. Hoeveel mensen bij de strijd om het belangrijkste militaire en administratieve centrum van Tamil Tijgers (LTTE) precies zijn omgekomen, is niet te zeggen. De pro-rebellenwebsite Tamilnet meldt dat er zeker 43 regeringssoldaten zijn gedood, terwijl het leger praat over 27 gesneuvelden.  Zowel het leger als de rebellen hebben de neiging de slachtoffers van hun tegenstander te overdrijven. Ook weet niemand weet hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen. Onafhankelijke cijfers zijn niet te verkrijgen en journalisten worden uit het conflictgebied geweerd.

Vredesbestand

Het is al een aantal maanden erg onrustig in op het eiland. Sinds het begin van dit jaar laaide de burgeroorlog in het oosten en noorden van Sri Lanka weer op. De regering zegde toen het bestand met de Tijgers op. De Tamil-rebellen pakten 25 jaar geleden de wapens op om te strijden tegen de door Singalese meerderheid gedomineerde regering, die al sinds de jaren vijftig een discriminerende politiek voert ten aanzien van de Tamilminderheid. LTTE staat bij bekend als een van de hardste en best getrainde guerrillabewegingen ter wereld. In het conflict zouden al minstens 70.000 doden zijn gevallen.

Het nieuws van het Ministerie van Defensie over de gang van zaken op de slagvelden is overwegend positief. Het regeringsleger van Sri Lanka de westkust van het eiland weer helemaal onder controle. De militairen hebben het gebied rond Pooneryn in handen, wat hen strategische voordelen oplevert:  het normale transport kan weer op gang komen, wat de dure prijzen voor levensmiddelen op het eiland weer naar beneden kunnen brengen. Geluiden over het aantal burgerslachtoffers en gesneuvelde militairen aan eigen zijde, zijn bijna niet terug te vinden in de Sri Lankaanse media.

Er zit een groot gat tussen wat de regering zegt en de situatie die zich in het gebied lijkt te ontwikkelen.

Humanitaire ramp

Verschillende internationale hulporganisaties waarschuwen voor een mogelijke humanitaire ramp in Sri Lanka. Volgens de VN zijn al minstens 300.000 mensen op de vlucht voor het t geweld, op zoek naar een veilige plek om te wonen. Ook is er een schreeuwend tekort aan voedsel. Niet omdat het er niet is, maar omdat de bevolking geen geld heeft om het te kopen. Van april tot september kreeg deze groep voedselhulp van de VN, maar aan deze noodhulp kwam een einde toen alle internationale hulporganisaties gebied moesten verlaten. 
Ook mensenrechtenorganisatie Amnesty International luidt de noodklok. De Sri Lankaanse regering heeft voor 4000 gezinnen 2100 tijdelijke onderkomens gebouwd, terwijl 20.000 gezinnen zonder onderdak zitten, aldus de mensenrechtenorganisatie. “Er zit een groot gat tussen wat de regering zegt en de situatie die zich in het gebied lijkt te ontwikkelen”, zei Amnesty’s Azië directeur Sam Zarifi. Hij riep de regering op internationale waarnemers toe te laten in het gebied. In de Sri Lankaanse krant The Times stelt de regering dat de informatie van Amnesty onjuist is. „Er is voldoende voedsel opdat er niemand dood gaat van de honger, en er zijn genoeg medicijnen om uitbraken van besmettelijke ziektes te voorkomen”, aldus president Mahinda Rajapaksa.