Stadslandbouw van New York tot Rotterdam

Steden bieden alleen maar ruimte aan steen en beton? Niets is minder waar. In oktober nam Velt-directeur Jan Vannoppen deel aan de studiereis ‘Stadslandbouw New York’. Zijn collega’s Riet Janssens en Geert Gommers bezochten een aantal initiatieven in Rotterdam. Via enkele samentuinen in een stedelijke omgeving is er dan weer ervaring bij Velt. Tijd om het fenomeen ‘stadslandbouw’ eens onder de loep te nemen.

  • Jan Vannoppen Leerjongens in een tuin van het jeugdwerk- en wijkopbouwproject Added Value in New York. Jan Vannoppen
  • The New Food Frontier Voedselproductie geïntegreerd in de stad, een mogelijk toekomstbeeld om het voedselsysteem duurzamer te maken. The New Food Frontier
  • Projectleider Sarita Daftary en enkele jongeren die stage lopen in de gemeenschapsboerderij ‘East New York Farms’, die verspreid ligt over een 10-tal tuinen in de wijk.
  • Kinderen leren tuinieren en koken – hier op Glynwood Farm in de Hudson-vallei – is een topprioriteit in de strijd tegen obesitas en diabetes.
  • Karen Washington, voorzitster van de New York City Community Garden Coalition.

Stad zoekt landbouw

De term Urban Agriculture, vertaald als ‘Stadslandbouw’, trekt de aandacht omdat er iets van water en vuur in zit. Want is het niet zo dat landbouw verdwijnt waar de stad oprukt? En dat veel boeren hun zonen en dochters aanraden om een baan in de stad te zoeken? Dat, godbetert, de stadsmens traditioneel een beetje neerkijkt op de landbouwer? En dat in omgekeerde richting, de boerenstand zich blauw ergert aan de eisen, de regels en het papierwerk dat vanuit de hoofdstad op hen afkomt?

Het voedselsysteem – de manier waarop voedsel geproduceerd, verwerkt, verdeeld en geconsumeerd wordt – is in de loop van de vorige eeuw op industriële leest geschoeid. ‘Op die manier kon een snel toenemende bevolking gevoed worden en  droeg landbouw bij aan de economische groei’, stelt de New York City Council in een mooi uitgebalanceerde visietekst met als titel FoodWorks. ‘Maar er zijn ongewenste neveneffecten: in alle fases van het systeem is er een hoog energieverbruik, wordt er veel voedsel verspild en ontstaat er veel afval. De landbouwsector vergrijst, landbouwgrond verschraalt of wordt bouwgrond. Een obesitasepidemie dreigt de volksgezondheid achteruit te laten gaan in plaats van vooruit. Nieuw beleid en investeringen zijn nodig voor veranderingen in het voedselsysteem.’   

Van akker tot dak

‘Voedsel werkt op verschillende domeinen’, zegt het New Yorkse stadsbestuur en het geeft daarmee een frisse kijk, veel breder dan we gewend zijn van de agrovoedingsindustrie of het landbouwministerie.  Het New Yorkse bestuur focust niet alleen, of niet in de eerste plaats, op productie en winst, maar wil via stadslandbouw vooruitgang boeken op ecologisch, economisch, sociaal en gezondheidsvlak. 

Dat verklaart waarom ze in New York op het vlak van ‘stadslandbouw’ vier verschillende types onderscheiden: van een groot aantal volkstuintjes en institutionele boerderijen, over een reeks gemeenschapsboerderijen tot een handvol fotogenieke commerciële daktuinen.

Institutionele boerderijen en tuinen

(institutional farms & gardens)

Commerciële boerderijen

(commercial farms) 

Samentuinen

(community gardens)

Gemeenschaps-
boerderijen

(community farms)

245 tuinen van sociale wooncomplexen

117 schooltuinen

3

390

7

Verbonden aan een instelling (bijvoorbeeld een school, gevangenis, sociale huisvestingsmaatschappij/ woningbouwvereniging)

Beheerd als een commercieel bedrijf (for profit).

 

Beheerd door een groep lokale vrijwilligers. 

Beheerd door een non-profitorganisatie die vanuit haar missie betrokken is bij de lokale gemeenschap.

Tabel: Types van stadslandbouw in New York City

Verder is er in FoodWorks veel aandacht voor de landbouwbedrijven in de wijde omtrek (200 km) rond New York, waar men de regionale voedselproductie wil behouden, verhogen en ecologischer maken. Dat heeft veel voordelen: de aanvoer van verse, gezonde groenten en vruchten aan betaalbare prijzen, minder vervuiling door transport, werkgelegenheid en lokale economie op het platteland rond de stad, en het behoud van groen in een stedelijk landschap. De staat New York is bekend om zijn appelboomgaarden, al gaat het areaal achteruit, want New York City wordt tegenwoordig bevoorraad vanuit China. Door appelverkoop op boerenmarkten en met een ‘ciderweek’  wil men bij de New Yorkers interesse wekken voor lokale appelproducten.

New York ziet een rol weggelegd voor deze regionale landbouw om het voedselsysteem te verbeteren en stippelt er een beleid voor uit: men wil boerenmarkten in alle wijken, een groothandelsboerenmarkt, een toename van Community Supported Agriculture (hier bij ons bekend onder de vorm van zelfoogstboerderijen), maar ook een heroriëntering van de landbouwsubsidies, bescherming van landbouwgrond en ondersteuning voor nieuwe boeren. 

Hoe zit dat hier bij ons? Sinds ruim een jaar is er in Vlaanderen veel te doen rond transitie in landbouw en voeding, waarbij men stadslandbouw, biologische landbouw en ‘anders eten’ (minder vlees, seizoen- en streekgebonden) vermeldt als interessante niches die kunnen bijdragen om ons voedselsysteem duurzamer te maken. Banden tussen consument en producent weer wat nauwer aanhalen ontwikkelde men als toekomstbeeld. Het doet wel denken aan de New Yorkse visie.

Leer het, kweek het, eet het

Grow NYC is een grote organisatie die volkstuinen en boerenmarkten opricht, en tuin- en compostcursussen organiseert.  Met de slogan Learn It, Grow It, Eat it, maakt Grow NYC jongeren warm voor ecologisch tuinieren en gezonde voeding. Dat is geen overbodige luxe in sommige wijken van de Bronx, waar drie op vijf inwoners zwaarlijvig is en één op vijf diabetes heeft. Elders in New York is het al niet veel beter, vandaar deze vorm van jeugdwerk die verder gaat dan vrijetijdsbesteding. Het gaat om heuse opleidingstrajecten.

Op bijna alle bezochte locaties waren jongeren stage aan het lopen, begeleid door de medewerkers van de stadsboerderij die meer doen dan teelttechnisch onderricht bieden. Ze geven de jongeren een flinke steun in de rug in deze tijd van economische crisis en werkloosheid. De jongeren leren niet alleen tuinieren, ook koken en catering komen aan bod, verkopen op de markt, plannen en overleggen, sociale vaardigheden… Kortom, gemeenschapsontwikkeling en bijscholing van de bovenste plank.

Een andere doelgroep zijn jonge kinderen, die met hun leerkracht en enkele ouders op ontdekkingstocht gaan in de New Yorkse groentetuinen. Koken en proeven hoort er ook bij. In de schoolkantines zijn er geregeld stalletjes van het ‘garden to school café’, met groente- en fruithapjes gemaakt van de oogst die de leerlingen zelf meebrachten uit een stadstuin. ‘Verbazingwekkend hoe sommige kinderen geen kale (boerenkool) kennen, maar ja, veel van hen komen uit gezinnen met een laag inkomen’, zegt Stephen O’Brien van het onderwijsdepartement.

En dan volgt een onthutsend cijfer: in de 1700 scholen van het stadsnet heeft 80 procent van de leerlingen recht op een gratis lunch, omdat hun ouders arm zijn. Van de 9 miljoen New Yorkers leeft 1,7 miljoen onder de armoedegrens; met schoolmaaltijden en voedselbonnen worden ze voor honger behoed. Anderzijds zijn er in Manhattan 700.000 miljonairs. De armoedekloof is groot en groeit nog altijd.

Voedselhulp zou overbodig moeten zijn, maar het systeem heeft kleine positieve neveneffecten; het kan namelijk gebruikt worden als instrument in het voedselbeleid van de stad. In het programma voor schoolmaaltijden gaat $140 miljoen per jaar om. Tegenwoordig gaat $2 miljoen daarvan naar voedselaankopen in de streek rond New York. Het is een kleine stap in de goede richting. 

Samentuinen!

Tijdens de studiereis ging veel aandacht naar community gardens, wat we in het Nederlands perfect kunnen vertalen als ‘samentuinen’, want in deze tuintjes primeert het groepsgevoel, het samen tuinieren en leven. In de Bronx neemt Karen Washington ons op sleeptouw van het ene buurttuintje naar het andere. De namen alleen al: Garden of Happiness, Hands & Hearts, Garden of Youth… Als fysiotherapeute houdt Karen ouderen zo lang mogelijk op de been. Ze weet als geen ander dat beweging en gezonde voeding daarvoor van belang zijn. Dat vertaalt zich in een sterk vrijwilligersengagement in community work, als voorzitster van de New York City Community Garden Coalition.

‘Deze buurt heeft het laagste inkomen van heel de VS, dus is zelf groenten kweken een goede manier om aan gezonde voeding te komen. Vroeger waren de tuiniers vooral zwarte Amerikanen, tegenwoordig zijn het Hispanics, die hier de groenten uit hun thuisland kweken voor eigen gebruik of om op de boerenmarkt te verkopen’, vertelt Karen. Groot zijn de tuintjes niet, maar wel talrijk en waardevol voor het sociale weefsel en de leefbaarheid van de buurt. Ze ontstonden in de crisisjaren 1970, toen veel bouwterreinen er ongebruikt bij lagen. Buurtbewoners palmden ze in. De overheid zag dat eerst met lede ogen aan, maar regulariseerde de toestand met het Green Thumb-programma van de Dienst Parken en Recreatie. 

Directeur Edie Stone vertelt trots: ‘Het gaat om 600 tuinen. De buurt kan beslissen wat er gebeurt. Onze enige eis is dat de tuin goed onderhouden wordt en geregeld open is voor het publiek.’ Op de vraag of er ecologisch wordt getuinierd, is het antwoord dat het niet verplicht is, maar dat men de tuiniers met succes in die richting leidt dankzij workshops en doordat de stad materiaal levert. Het gaat in de eerste plaats om grond en compost, want er wordt overal gewerkt met bedden van een voet hoog, omdat de zuiverheid van de bodem hoogst onzeker is. 

Actieve senioren in Zonhoven

In de Bronx zegt fysiotherapeute Karen Washington dat beweging en gezonde voeding van belang zijn om ouderen zo lang mogelijk op de been te houden. In Vlaanderen wordt hier eveneens op ingespeeld. In de samentuin in Zonhoven (provincie Limburg, België) werkt Juliette, recent verhuisd naar een bejaardenflat. ‘Als de muren op me afkomen, is het een verademing om hier in De Hoev te kunnen tuinieren.’ De dame voegt er tevreden aan toe: ‘In zo’n verhoogde bak is dat goed te doen voor mij.’ 

Deze tuin kwam tot stand onder impuls van het OCMW van Zonhoven en de vzw ‘Werkende Handen’, met de steun van het gemeentebestuur, de provincie Limburg en de intercommunale Limburg.net. Velt zorgde voor het ontwerp en de begeleiding, en deed de knowhow over tuinieren met andersvaliden op in onder andere Frederiksoord.

Velt-medewerker Luc Vanhoegaerden: ‘We werken hier aan inclusie, door validen en andersvaliden samen in één tuin te laten werken. Voor mensen met rugproblemen zijn er verhoogde kweekbakken gebouwd en rolstoelgebruikers kunnen terecht bij aangepaste kweektafels; ze kunnen er met hun rolstoel gewoon onder rijden. Van de negentien tuiniers zijn er momenteel vier senioren wat moeilijk te been en er is één rolstoelgebruiker. Ze zijn allemaal goed op dreef en de sfeer is opperbest.’

Sociale huisvesting en stadslandbouw

Sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen op vrij grote schaal ‘institutionele stadslandbouw’ promoten door in hun bouwprojecten ruimte voor tuinen of boomgaarden in te plannen. Groen moet er toch zijn, dan kan het net zo goed eetbaar. Enkele Velt-medewerkers zagen een mooi voorbeeld tussen de flats in Schiebroek-Zuid in Rotterdam. Sinds de zomer van 2011 zie je op het grasveld tussen de flats of tegen de gevels aan verschillende moestuinen. Een mooie serre die vier pientere senioren delen, kietelt de nieuwsgierigheid.

‘Deze moestuinen zijn door de flatbewoners zelf aangelegd, met de nadruk op zo veel mogelijk zelf doen’, zegt Caroline Zeevat van de huisvestingsmaatschappij Vestia. ‘Wij zorgen bijvoorbeeld voor FSC-gelabelde palen, draad en materiaal; zij steken zelf de omheining in elkaar. Omdat ze het zelf doen, dragen ze er meer zorg voor. En ook de kinderen hebben er respect voor, want pa of ma heeft het gemaakt.’

De kijk van Velt

In steden en gemeenten begint men hier en daar te discussiëren over lokale voedselstrategieën. New York toon ons dat stadslandbouw daarin een rol te spelen heeft, op voorwaarde dat men stadslandbouw ziet als een mix van commerciële én gemeenschapsinitiatieven. Velt wil graag een rol spelen in het debat en de actie in België en Nederland, en wil daarbij de brede definitie van stadslandbouw promoten. We willen graag de centrale rol van stadslandbouw, ‘voor en door de mensen’, benadrukken.

Velt heeft al veel knowhow en terreinervaring op het vlak van tuinieren in potten en bakken en voor de oprichting en begeleiding van samentuinen. In de samenleving is er veel vraag naar, maar het beleid en de lokale besturen reageren tot nu toe nogal schoorvoetend, bijvoorbeeld om grond ter beschikking te stellen, infrastructuurwerken uit te voeren, en de planning en begeleiding te financieren. Nu er nieuwe gemeentebesturen gevormd worden is er in Vlaanderen een kans om deze mensen mee te krijgen. In België zijn er alweer  verkiezingen in 2014, het lijkt nog ver, maar een laatste les uit New York luidt: ‘Beleid kun je ook maken aan de basis. Verandering moet je soms gewoon doen en als je goed zit, zullen de mensen die de regeltjes maken wel volgen.’

Dat lijkt te lukken in een stad van 9 miljoen inwoners met één burgemeester. Het lijkt moeilijker hier bij ons waar we minder volk hebben, maar zoveel meer bevoegde instanties. Een beetje ecodurver weet echter: ‘Een neen heb je, een ja kun je krijgen.’

Dit artikel verscheen eerder in Seizoenen, het tweemaandelijkse tijdschrift van Velt.

Lees ook de blog die Velt-voozitter Jan Vannoppen bijhield tijdens zijn studiereis naar New York.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.