Stéphane Hessel: 'Mensenrechten worden enkel gegarandeerd voor de 1 procent rijksten'

In Mechelen werd op vrijdag 31 augustus het startschot gegeven van Newtopia, een najaar vol artistieke evenementen en debatten over de verhouding tussen kunst en mensenrechten. Stéphane Hessel, de man die met zijn Indignez-vous! boekje een golf van jeugdig protest in gang zette, maar vlak na de Tweede Wereldoorlog ook mee verantwoordelijk was voor het schrijven van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens, is uitstekend geplaatst om over die thematiek te spreken. Katerina Gregos en Elena Sorokina –beiden curatoren met een grote betrokkenheid op maatschappelijke thema’s– spraken met hem in Parijs.

  • CC Jean-Marc Ayrault Stéphane Hessel. CC Jean-Marc Ayrault

Katerina Gregos: Europa heeft in het verleden een model geleverd – alhoewel met de nodige gebreken – van bepaalde waarden en fundamentele mensenrechten, die toegepast werden door de nationale staat en de nationale overheid. Gezien de financialisering van de economie en de erosie van de burgerlijke vrijheden en de verzorgingsstaat in Europa, denkt u dat de mensenrechten op dit moment in gevaar zijn?

STÉPHANE HESSEL: Ja, u heeft volledig gelijk. Laat ik het zo stellen: tussen 1948 en 2000 werd er grote vooruitgang geboekt. Europa is het enige deel van de wereld dat gebonden is door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en dat is niet alleen een tekst, maar het omvat ook een rechtbank. Er is een Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg en hoewel het niet altijd zijn macht uitoefent, is het in staat Europese landen aan te pakken wanneer ze de mensenrechten schenden. Europa heeft grote vooruitgang geboekt, en het klopt waarschijnlijk dat er veel vooruitgang werd geboekt tussen 1989, toen de Berlijnse Muur viel, en 2000. De Wereldconferentie voor de Mensenrechten van 1993 in Wenen was een enorme stap vooruit, want het was daar dat het recht op ontwikkeling werd aanvaard als een onvervreemdbaar mensenrecht. Dat was iets wat tegelijk erg nieuw én onvoorzien was. In datzelfde jaar werd het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR: Office of the High Commissioner for Human Rights) opgericht, een functie die nu uitgeoefend wordt door een fantastische Zuid-Afrikaanse, Navanethem Pillay.

Maar in 2001 gebeurde er iets vreselijks: de twee torens van het World Trade Center stortten in. In het kielzog daarvan begon George Bush aan een reeks schendingen van de VN-wetten. Hij trok ten oorlog in Afghanistan en vervolgens in Irak, dat laatste zonder dat de Veiligheidsraad ermee instemde. Dat was het begin van een periode tussen 2001 en nu waarin de financiële krachten sterker werden dan het internationaal recht. De periode tussen 2001 en 2012 was een decennium van echte regressie. De grote naties waren alleen geïnteresseerd in het handhaven van hun financiële en economische macht. Ze wilden meer olie hebben en hielden geen rekening met de noodzaak om onze arme aarde te beschermen. Ze buitten haar bovenmatig uit en hielden zich niet aan de beloften die in al die prachtige teksten waren gedaan.

We beleven een tijd waarin er veel regressie is op het gebied van de mensenrechten. Eén land schendt de mensenrechten voortdurend: Israël. Het houdt geen rekening met de mensenrechten van zijn Palestijnse buurman. Daarom is dit een moment waarop het zeer belangrijk is dat de jongere generatie de strijd voor de mensenrechten overal ernstig neemt. Dit is een moment waarop de mensenrechten beschouwd moeten worden als de strijd die gestreden moet worden, tegen de krachten van de financiële wereld en de markt in, en tegen de overdreven invloed die ze hebben op de wijze waarop democratieën worden bestuurd.

Elena Sorokina: U zei eerder dat een van de opvallende vernieuwingen die door de Verklaring van de Rechten van de Mens werden ingevoerd het universalisme was. Wanneer we het hebben over het Europa van vandaag, dan zien we regeringen aan de macht – Hongarije is een van de meest opvallende voorbeelden daarvan – die uiterst radicale nationalistische of populistische agenda’s hebben. Is de geest van het universalisme, die de kern van de mensenrechten vormt, vandaag ook in gevaar?

STÉPHANE HESSEL: De kern van de mensenrechten is altijd al in gevaar geweest. Hoewel er zeker vooruitgang werd geboekt, zijn er altijd momenten geweest waarop men het gevoel had dat de nationalistische of extreemrechtse bewegingen er nog steeds waren, als overblijfselen van het nationaalsocialisme en het fascisme. Er was ook een tijd dat de communistische ideologie in grote delen van Europa aanwezig was.

Vandaag zitten we tussen twee ideologieën in: de communistische, die twintig jaar geleden het grootste deel van haar kracht verloor, en een andere ideologie, die net zo gevaarlijk is voor de mensenrechten, namelijk de neoliberale financiële ideologie die enkel en alleen de markt verheerlijkt en stelt dat de democratie niet tussenbeide mag komen. Dat is een zeer gevaarlijke manier om naar de dingen te kijken. En het is waar dat economische, culturele en sociale rechten zeer moeilijk uit te voeren zijn in een andere vorm dan die van de verzorgingsstaat. Het is net de verzorgingsstaat die voor die rechten zorgt.

De democratische staat wordt geacht de burgerlijke en politieke rechten te waarborgen door middel van eerlijke processen, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, enzovoort. Dat zijn burgerlijke en politieke rechten en ze zijn behoorlijk actief, althans in Europa. Maar er zijn een aantal fundamentele sociale en economische rechten die niet voldoende worden gewaarborgd.

Waar we nu in Europa getuige van zijn, dat is de opkomst van een nationale wil om de bijzonderheden van dit of dat land te bewaren, het te verdedigen tegen de opkomst van een echt gemeenschappelijk en federaal Europa. Dat is het gevaar dat Europa nu bedreigt, en hetzelfde gevaar bedreigt landen overal ter wereld: ook Rusland, China en andere landen hebben de neiging om zich te richten op nauwe, nationalistische verlangens, die indruisen tegen de mogelijkheid om op een broederlijke manier met andere landen samen te werken. Vergeet niet dat artikel 1 van de Universele Verklaring zegt dat alle mensen gelijk geboren worden in waardigheid en rechten; we zijn begiftigd met een verstand en met een geweten, en we moeten in een geest van broederschap met elkaar leven.

Uiteraard staan we erg ver af van het bereiken van die prachtige utopie, dat prachtige programma. Maar niets weerhoudt ons ervan te vechten, ieder van ons, als individu of groep of natie of politieke partij, om dit niet alleen een droom te laten worden, maar meer en meer een realiteit.

Katerina Gregos: Ik wil nog eens terugkomen op wat u zei over de neoliberale financiële ideologie. Ik denk dat een van de problemen waarmee we geconfronteerd worden is dat deze ideologie een ongelooflijk totaliserend vermogen heeft vergaard. Ik wil dat ook betrekken op de globalisering en het universalisme. Veel mensen die zich nu verdiepen in de mensenrechten, argumenteren dat globalisering en universalisme een negatief effect hebben gehad op de traditionele kanalen voor het bevorderen van de mensenrechten, die u net noemde – overheidsinstellingen, de burgermaatschappij, enzovoort – en dat er nieuwe strategieën moeten worden bedacht voor de mensenrechten. Hoe kunnen we deze dictatuur van het financiële kapitaal breken?

STÉPHANE HESSEL: Precies, de dictatuur van de lobby’s, van de financiële markten, van de buitensporige macht van de financiële wereld en de druk die financiële behoeften en verlangens uitoefenen op democratische regeringen: dit alles moet overwonnen worden. Dat is de taak die verricht kan worden door burgers die bereid zijn hun energie te investeren in de strijd voor een staat die de mensenrechten bevordert voor iedereen, een staat die echt een democratische wetgeving zal introduceren, dat wil zeggen een wetgeving die goed is voor het volk, niet alleen voor de bevoorrechten.

Dat is iets wat via de politiek bereikt kan worden. Het doel van de politiek is erop toe te zien dat de basisbehoeften van het volk voorrang hebben op de wensen van de bevoorrechten. Kansarmen zijn er altijd. Maar als ze kunnen klimmen op de maatschappelijke ladder, als ze voor zichzelf de rechten kunnen opeisen die ze zouden moeten hebben en die alleen de bevoorrechten hebben, dan zien we een toename van de democratie. We moeten ervoor zorgen dat de bevoorrechten overal in onze geglobaliseerde samenleving toegeven aan de kansarmen. Dat is de strijd waar alle mensen in verwikkeld zijn, of dat nu individueel is of via politieke partijen of burgernetwerken.

‘Cultuur’ mag nooit een excuus zijn om de mensenrechten niet te garanderen.

Elena Sorokina: Maar we kunnen het onderscheid tussen bevoorrechten en kansarmen naar het mondiale niveau tillen, want er zijn bevoorrechte landen, die zich de mensenrechten kunnen veroorloven, en kansarme landen, die dat niet kunnen. Dit brengt ons tot een discussie die onlangs overal gevoerd werd, namelijk over universaliteit versus culturele specificiteit in de mensenrechten. Er was met name enorme druk van die niet-westerse landen die de universaliteit van de mensenrechten in vraag stellen en beweren dat culturele specificiteit de overhand moet hebben op universele (mensen)rechten.

 

STÉPHANE HESSEL: Ik heb dat gevecht op veel internationale conferenties moeten leveren. We moeten voorzichtig zijn, want er zitten een hoop leugens achter de bewering dat verschillende culturen mensenrechten verschillend moeten beleven. Het feit dat sommige culturen meer geïnteresseerd zijn in collectieve rechten en andere meer in individuele rechten neemt niet weg dat we beide nodig hebben. Ze zitten allebei in de Universele Verklaring.

Dat is niet uitsluitend een verklaring van individuele rechten: ze heeft het over democratie en over broederschap, en dat zijn gemeenschappelijke waarden. Maar er zijn regeringen die beweren dat ze niet verplicht zouden moeten zijn om de mensenrechten, die nauwkeurig omschreven zijn in de Verklaring of in de Pacten, toe te passen. Dat is een foute manier van naar de dingen kijken. Deze rechten zijn even belangrijk voor een jonge Chinees of een jonge Russische als voor een Fransman of een Nederlandse burger. Deze rechten zijn absoluut fundamenteel.

Het is waar dat de diversiteit van culturen ook een recht is: het recht op de eigen cultuur is een universeel recht. En het is dus evident dat we in maatschappijen gaan leven met verschillende culturen en waarschijnlijk met verschillende manieren om de mensenrechten uit te drukken. Misschien zullen ze niet dezelfde termen ge¬bruiken; misschien zullen ze andere talen gebruiken. Maar de basis en de fundamentele beginselen zoals vast¬gelegd in de Universele Verklaring moeten niet beschouwd worden als minder geldig in het ene of het andere land vanwege een traditie die verschilt.

Daarom is het belangrijk om zeer vastberaden te zijn. Dit is de makkelijkste manier waarop een regering de mensenrechten kan schenden: de leiders kunnen zeggen dat in hun traditie mannen belangrijker zijn dan vrouwen, zodat ze artikel 2 van de Universele Verklaring niet kunnen accepteren. Geen vrouw ter wereld kan dat accepteren. Zelfs in sterk islamitische landen vechten vrouwen voor hun rechten en zullen ze ervoor blijven vechten.

Emiliano Battista: Er zijn de beginselen die werden vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en er zijn de beginselen op grond waarvan een bepaalde samenleving leeft en zichzelf organiseert. Wat gebeurt er als deze twee met elkaar in conflict zijn? Moeten de begin-selen van de Verklaring de overhand krijgen? Zo ja, wat zeg je dan tegen iemand die beweert dat dit de koloniale tendens in onze cultuur is, een cultuur die er van oudsher zeker van is dat zij ‘beter’ is?

STÉPHANE HESSEL: Het is een belangrijke manier om naar de dingen te kijken. Neem nu de situatie in een land waar de gelijkheid van mannen en vrouwen niet wordt gerespecteerd, of waar jonge meisjes worden verminkt omdat ze dan niet worden mishandeld in hun familie. Je kan je dan afvragen: wie is er echt verantwoordelijk voor dit deel van je cultuur? Is het een echte traditie in je religie? Of is het iets wat werd ingesteld door samenlevingen die het overwicht in kracht en macht van de man over de vrouw wilden behouden?

Als dat de reden is waarom de tradities er zijn, is het dan juist om ze te blijven handhaven? Of is er niet iets – en dat heeft niets met de koloniale wil te maken – dat we kunnen zien als de fundamentele wil van alle mensen? Dat iets is vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en het moet overal belangrijk gevonden worden.

Er zijn veel dingen in de westerse traditie, de macht van het geld bijvoorbeeld, die ook vaak indruisen tegen de waarden die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring. Met andere woorden: alle landen hebben kenmerken die niet zo makkelijk te combineren zijn met de mensenrechten. Het is belangrijk om dat onderscheid te maken.

Ik heb altijd beweerd dat de verscheidenheid van culturen voor ons allemaal iets belangrijks is; we zouden het vreselijk vinden om in een wereld te leven waar slechts één cultuur heerst. Maar het feit dat er verschillen zijn tussen culturen betekent niet dat de ene beter is dan de andere. Alle culturen hebben goede en slechte kanten. Als je kijkt naar een cultuur, waar dan ook, en je erin verdiept en de aspecten ervan ziet die de mensenrechten schenden – en dat zal je in de meeste culturen zien gebeuren – dan moet je tegen deze schendingen vechten.

‘Cultuur’ mag nooit een excuus zijn om de mensenrechten niet te garanderen. Als een cultuur beweert dat vrouwen niet gelijk zijn aan mannen, dan kunnen we zeggen dat die cultuur nog niet rijp is, dat ze het stadium nog niet heeft bereikt waarin de gelijkheid tussen mannen en vrouwen als een vanzelfsprekende waarheid voor alle mannen en vrouwen wordt gezien.

Elena Sorokina: Het lijkt me dat het kernbegrip in deze discussie ‘waardigheid’ is, een centraal idee in de mensenrechten. Hoe kan je waardigheid definiëren in de wereld van vandaag? Is dat anders dan in 1945?

STÉPHANE HESSEL: Ja, dat is een uitstekende vraag. Waar staan we vandaag met het begrip waardigheid? Wordt waardigheid door de wet gegarandeerd? Ja. Maar wordt ze ook feitelijk gegarandeerd? Niet altijd. Waarom? Omdat er bevoorrechte enkelingen zijn die beweren dat hun privileges gerechtvaardigd zijn. Zij handelen zonder respect voor de situatie van degenen die de sociale, economische, culturele rechten en de mensenrechten, die zijzelf wel genieten, nog niet bereikt hebben.

In de afgelopen twintig jaar is er overal een gebrek aan respect voor de mensenrechten geweest. We leven in een mondiale samenleving, geleid door een oligarchie, door de 1% tegenover de 99%, zoals de beweging Occupy Wall Street het uitdrukt. Op dit moment worden mensenrechten gegarandeerd voor een deel van de bevolking in plaats van voor de hele bevolking. Dat is waar het nog steeds misloopt.

De wereld van vandaag wordt geregeerd door de markten en de financiële wereld, in veel grotere mate dan twintig jaar geleden. Dat is regressie. En we zijn steeds minder goed in staat om in ieders welzijn te voorzien.

 

Bovenstaand gesprek is een uittreksel uit een exclusief interview dat Katerina Gregos and Elena Sorokina met Stéphane Hessel (uitgeschreven door Emiliano Battista)  hadden voor de catalogus van de tentoonstelling Newtopia: De staat van de mensenrechten, in Mechelen en Brussel (1 september tot 10 december 2012).

De catalogus wordt uitgegeven door Ludion. 255 blzn. ISBN 978-94-6130-074-4. Naast een overzicht van de getoonde werken, bevat de catalogus ook teksten van onder andere Aung San Suu Kyi, Lu Xiabo en Anna Politkovskaja en essays van onder andere Raoul Vaneigem, Lina Khatib en Ariella Azoulay.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.