Strafvrijheid mensenrechtenschenders voorlopig alleen in Argentinië voorbij

De voormalige Argentijnse junta en haar beulen zijn niet meer veilig voor het gerecht, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat andere Latijns-Amerikaanse landen als Bolivia, Brazilië, Chili, Paraguay en Uruguay het Argentijnse voorbeeld gauw zullen volgen en de amnestiewetten afschaffen waarmee ze de overgang van dictatuur naar democratie konden bespoedigen.

Het Argentijnse parlement annuleerde vorige maand twee wetten uit de jaren 80 die de daders van mensenrechtenschendingen uit de dictatuur van 1978 tot 1983 tot hiertoe grotendeels strafvrijheid garandeerden. Eerder had de centrum-linkse president Néstor Kirchner al een decreet uit 2001 geschrapt dat de uitlevering van mensenrechtenschenders aan het buitenland onmogelijk maakte.

De Argentijnse dictatuur was in de jaren 70 en 80 het bloedigste regime in Zuid-Amerika, maar ook in de buurlanden werden linkse opposanten toen genadeloos aangepakt. Tienduizenden mensen werden ontvoerd, gefolterd en vermoord. In het kader van de zogenaamde ‘Operatie Condor’ werkten de regimes en de ordediensten van Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Paraguay en Uruguay zelfs samen om elke vorm van verzet in de kiem te smoren. In Argentinië loopt momenteel een gerechtelijk onderzoek naar Operatie Condor, maar Paraguay, Uruguay en Chili hebben negatief gereageerd op uitleveringsverzoeken in dat verband.

Toch wordt ook in de buurlanden van Argentinië de roep luider om de daders van de zware mensenrechtenschendingen uit die tijd eindelijk voor het gerecht te brengen, zeker nu in verscheidene landen linkse partijen aan de macht zijn of uitzicht hebben op regeringsverantwoordelijkheid. Sommige veteranen uit die partijen hebben zelf geleden onder de repressie.

De druk is groot op de Chileense president Ricardo Lagos en ook op zijn Braziliaanse ambtsgenoot Luiz Inácio Lula da Silva, de stichter van de Braziliaanse Arbeiderspartij. Tabaré Vázquez, de leider van het linkse Frente Amplio in Uruguay en favoriet voor de presidentsverkiezingen van 2004, krijgt er ook al mee te maken.

Naast Uruguay heeft Brazilië als enige van de zes landen die participeerden aan Operatie Condor dat nog geen enkel lid van de toenmalige junta voor de rechter gebracht. Braziliaanse mensenrechtenorganisaties klagen dat ook de regering-Lula nog niets in beweging heeft gebracht. Brasilia vindt het blijkbaar nog te vroeg om de amnestiewet te herzien die in 1979 werd uitgevaardigd door de laatste Braziliaanse dictator, Joao Baptista Figueiredo. Die regeling garandeert strafvrijheid voor alle linkse rebellen en leden van de politie en het leger die zich tijdens de dictatuur van 1964 tot 1985 schuldig maakten aan folterpraktijken en politieke moorden. Veel van de daders zijn bekend geraakt door onafhankelijk onderzoeken. Het Braziliaanse gerecht probeert momenteel klaarheid te scheppen in de dood van een aantal leden van de ‘Guerrilla van Araguaia’ die tussen 1972 en 1974 in handen van het leger vielen, maar president Lula heeft onder druk van het leger beroep aangetekend tegen een vonnis dat de regering oproept militaire documenten vrij te geven over de zaak.

In Uruguay, dat van 1973 tot 1985 een dictatoriaal regime kende, wordt het gerecht gehinderd door een amnestieregeling uit 1986 die in 1989 werd bekrachtigd in een plebisciet. De wet maakte een einde aan de vervolging van militairen en politieagenten die de mensenrechten schonden tijdens de dictatuur. De regeringen van Luis Lacalle (1990-1995) en Julio Sanguinetti (1995-2000) stonden zelfs geen onderzoek toe naar het lot van de bijna 200 Uruguayanen die ‘verdwenen’ tijdens de dictatuur, al kon dat wel volgens de amnestiewet zolang er geen proces aan werd verbonden. De huidige president, Jorge Batlle, luidde een ommezwaai in met de oprichting van een waarheidscommissie. Die kwam al aan de weet dat zeker 30 ‘vermisten’ doodgemarteld werden door militairen. Maar de afschaffing van de amnestiewet blijft onwaarschijnlijk. Het parlement kan de wet alleen annuleren als bewezen wordt dat ze onder extreme druk werd goedgekeurd. Een alternatief is dat het hooggerechtshof de wet ongrondwettelijk verklaard - maar daarmee zou het orgaan ingaan tegen een vroegere uitspraak.

De centrum-linkse regering in Chili maakt ook geen aanstalten om komaf te maken met de amnestiewet die in 1978 door het regime van Augusto Pinochet werd opgesteld en betrekking heeft op alle politiek geïnspireerde misdaden die tussen 1973 en 1978 werden begaan. De omvang van die misdaden is vrij duidelijk door het werk van twee waarheidscommissies die in 1990 en 1992 werden opgericht. Sinds 1990 gaan de Chileense rechtbanken er vanuit dat ontvoeringen niet onder de amnestiewet vallen omdat het misdaden zijn die blijven voortduren tot de lijken van de slachtoffers zijn gevonden. Op die manier kwamen er al processen tegen een 300-tal voormalige militairen en politieagenten. In 2000 werd zelfs een procedure opgestart tegen Pinochet, maar in 2002 maakte het hooggerechtshof daar een einde aan op grond van zwakke geestesgesteldheid van de oud-dictator. Op 12 augustus maakte de regering-Lagos plannen bekend om nog verdergaande onderzoeken in te stellen naar de mensenrechtenschendingen uit de dictatuur - ook naar alle folteringen waarvan tot 150.000 Chilenen het slachtoffer werden. Daarin zit wel een verkapte nieuwe amnestieregeling verborgen: daders die meewerken met het gerecht, kunnen rekenen op strafvermindering.

In Paraguay kostte de dictatuur van generaal Alfredo Stroessner, die het uithield van 1954 tot 1989, het leven aan naar schatting 3.000 mensen. In Paraguay is volgens mensenrechtenactivisten sprake van een de facto-amnestie: de politieke wil ontbreekt om het onfrisse mensenrechtenverleden grondig te onderzoeken. Dat heeft veel te maken met het feit dat de Coloradopartij er sinds 1947 onafgebroken aan de macht is. Toch werden na de val van Stroessner zeven belangrijke mensenrechtenschenders uit de tijd van de dictatuur veroordeeld. Het parlement probeert momenteel een waarheidscommissie op te zetten.

In Bolivia heeft vice-president Carlos onlangs een ‘inter-institutionele raad’ opgericht om klaarheid te scheppen in de ‘verdwijningen’ van opposanten tijdens de dictatuur van Hugo Banzer (1971-1978). Die raad moet op eieren lopen, want Banzer won de presidentsverkiezingen van 1999 en kon daarmee als enige dictator uit Zuid-Amerika de macht opnieuw veroveren. Luis García Mesa, een andere sterke man uit Bolivia, zit wel al sinds 1993 achter de tralies.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.