Strijd tegen racisme is geen inbreuk op vrije meningsuiting

Haat, discriminiatie en racisme op internet bestrijden vormt geen inbreuk op de vrije meningsuiting, zegt Jozef De Witte, directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Bij een evaluatie van het meldpunt cyberhate heet het dat aanzetten tot discriminatie de echte beperking van de meningsuiting is.
  •  Kettingmails blijven moeilijk uit te roeien.
Sinds de start van het meldpunt in 2006 stijgt het aantal meldingen jaar na jaar. Dat heeft enerzijds te maken met de toegenomen bekendheid van het meldpunt, maar ook door een groter aantal haatboodschappen. Vooral de web 2.0-diensten, zoals weblogs en fora, kennen een sterke stijging. Meer dan één op drie van de meldingen slaat op blogs, discussiefora en sociale netwerksites zoals Facebook en YouTube. 
Ook kettingmails blijken moeilijk uit te roeien: ‘De afzenders van kettingmails die oproepen tot haat en geweld tegen vreemdelingen en andere minderheidsgroepen zijn heel moeilijk te achterhalen, ook al omdat er vaak verschillende versies van circuleren’, zegt De Witte. ‘Daardoor is het ook moeilijk in te schatten hoeveel mensen uiteindelijk dergelijke mails ontvangen.’
Om de cyberhate sterker te bestrijden start de organisatie met een vernieuwde website waarop dergelijke boodschappen gemeld kunnen worden en waarop je xenofobe en racistische kettingmails kan terugvinden. Daarnaast publiceert het Centrum een brochure met praktische tips en ideeën om te reageren tegen cyterhaat. ‘We moeten ervoor zorgen dat internet een legale plaats blijft omdat het zoveel kansen biedt’, zegt De Witte.

Niet zelf op zoek


Het Centrum beperkt zich -bij gebrek aan middelen- tot de meldingen die binnenlopen en gaat niet zelf op zoek naar racisme-inbreuken. De eerste prioriteit is een verzoek de haatboodschappen te verwijderen, als dat niet gebeurt wordt er -uitzonderlijk- een gerechtelijke procedure opgestart. ‘Maar vaak krijgt het Centrum ook meldingen waarvan ze zelf moet zeggen dat ze perfect passen binnen de grenzen van de vrije meningsuiting’, zegt medewerker François Deleu.
Sociale netwerksites en krantensites zetten ondertussen zelf stappen om discriminerende inhoud op hun websites te bannen. De krant Le Soir modereert dagelijks 3.000 tot 5.000 reacties van lezers, maar heeft voor bepaalde onderwerpen beslist niet langer de reactiemogelijkheid toe te laten.
‘Ik vind dat heel erg, maar het was niet meer te beheren’, zegt Philippe Laloux van Le Soir. Aanleiding voor de beslissing was een nieuwsbericht over een zwangere Palestijnse vrouw die vorig jaar gedood werd door het Israëlisch leger. ‘De reacties waren afschuwelijk.’

Jongeren


Uit een onderzoek van de Universiteit Antwerpen blijkt één op vier jongeren al geconfronteerd te zijn met racisme of discriminatie op internet. Drie op tien leerlingen blijken als slachtoffer te zijn geweest van cyberpesten en uit de cijfers van het meldpunt blijken veel overtredingen door jongeren begaan te zijn. Een meisje met een handicap kreeg op Netlog te horen dat ze ‘genetisch minderwaardig’ is. Op een school in Diest startte een leerling met de verspreiding van een racistische nieuwsbrief.
‘Jongeren beseffen vaken niet welke impact hun gedrag kan hebben, net doordat je zo makkelijk iets op internet kan publiceren’, zegt Sofie D’Hulster, medewerkster van de cyberhatecel van het Centrum. ‘Er is in ons land dan ook nog een lange weg af te leggen rond sensibilisering en preventie bij jongeren, maar ook bij leraren’. Nederland staat op dat vlak al verder, met ondermeer een site (RU4REAL?) die op jongeren mikt en vormingen geeft op scholen.

Privacy


De strijd tegen haat en discriminatie op het internet is niet tegenstrijdig met de vrijheid van meningsuiting. Die moet zo groot mogelijk blijven, vindt het Centrum. Anderzijds mag de strijd tegen racisme en discriminatie niet in het vaarwater komen van de privacy van surfers.
De Liga voor Mensenrechten probeert de Belgische overheid er dezer dagen van te overtuigen om een regeling uit te werken die het recht van privacy meer ontziet. De Belgische overheid moet namelijk een Europese richtlijn om alle telecommunicatiegegevens 6 maanden tot twee jaar te bewaren, binnenkort omzetten in nationale wetgeving. België wil die gegevens 2 jaar bijhouden, volgens de organisaties een serieuze uitholling van het recht op privacy.
‘Je moet niet met een kanon op een mug gaan schieten’, zegt Yves Poullet van het Centre de Recherche Informatique et Droit (CRID).’Eén jaar alles bijhouden zou waarschijnlijk al meer dan genoeg zijn.’ Jozef De Witte wil zich niet uitspreken of de dataretentierichtlijn een langere periode dan 6 maanden moet beslaan, maar zegt niet ongevoelig te zijn voor de argumenten van de Liga voor Mensenrechten.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.