Symbolisch bloedbad tegen Thaise premier

Symbolisch rood, vinden de aanhangers van Shinawatra. Het refereert naar een oud gebruik: als je je eigen bloed vergiet op de stoep of voor de vijand, dan is dat een aanzegging van het einde van die vijand. Die vijand is voor de roodhemden de huidige premier Abhisit van de Democratische Partij.
De 44-jarige Abhisit Vejjajiva werd in december 2008 door het parlement verkozen tot de nieuwe eerste minister van Thailand, nadat Somchai Wongsawat zijn premierschap moest neerleggen voor verkiezingsfraude.
Abhisit is niet zinnens af te treden. ‘De oppositie kan ons geen nieuwe regering opleggen. Die zou na een paar dagen of weken opnieuw door protesten moeten opstappen. Zo stopt het nooit’, zegt premier Abhisit Vejjajiva.

‘Blijven protesteren’

Maar ook de demonstranten hebben beslist in Bangkok te blijven, hoewel hun aantal ondertussen fors gedaald is tot zo’n 40.000. Thaksin Shinawatra, die in Montenegro verblijft, heeft zijn aanhangers opgeroepen te blijven protesteren, schrijft The Bangkok Post. 
Thaksin wil het record van de anti-Thaksinpartij People’s Alliance for Democracy (PAD) breken, die in 2008 193 opeenvolgende dagen op straat kwamen en maandenlang het Government House, de zetel van de toenmalige premier Somchai Wongsawat, bezetten. (zie ook de Tijdlijn gele hemden versus rode hemden)
Opvallend is dat het protest er een halve maand komt nadat het Thaise hooggerechtshof een miljard euro van de ex-premier Thaksin Shinawatra, dat na de staatsgreep in 2006 in beslag genomen was, aan de staat heeft toegewezen. De rest van zijn persoonlijk vermogen, zo’n 0,7 miljard euro, mag Thaksin houden.

Consensus mogelijk

‘Door de uiting van de politieke gevoeligheden toe te laten, en te kanaliseren, is het misschien wel op termijn mogelijk dat er een nieuw soort consensus gevonden wordt, of nieuwe allianties gesmeed worden, want de politiek in Thailand zit niet muurvast in strakke ideologieën, maar hangt samen met politieke partijen die heel vloeibaar zijn en makkelijk met elkaar vermengd kunnen worden’, zegt MO*hoofdredacteur Gie Goris in Ter Zake.

Meeste demonstranten zijn boeren

De protesten begonnen vorige week zaterdagavond, toen ongeveer 80.000 in rood uitgedoste demonstranten uit het noorden en noordoosten zich verzamelden in de hoofdstad. De meeste demonstranten uit de noordoostelijke provincies zijn boeren, zegt Narong Unsri, een gepensioneerde radio-operator die gewerkt heeft in de gaswinning.
‘We willen de regering laten weten dat er verkiezingen moeten komen, want deze regering is een gekaapte regering’, zegt Narong. Hij verwijst daarmee naar de vijftien maanden oude coalitieregering van premier Abishit Vejjajiva. Hij kwam niet door democratische verkiezingen aan de macht, maar door een deal die het leger achter de schermen beklonk en die ervoor zorgde dat een stemming in het parlement positief voor hem uitpakte.

Miljoen mensen niet gehaald

De oppositie wilde aanvankelijk een miljoen mensen op de been brengen. Dat doel is niet gehaald. Wel is er sprake van een ‘historische gebeurtenis’, zegt Thanet Aphornsuvan, historicus aan de Thammasat Universiteit in Bangkok. ‘Dit is fenomenaal. Het laat op een nieuwe manier zien wat de kracht is van politieke mobilisatie van het platteland. Het beeld dat het platteland regeringen aan de macht helpt en de inwoners van Bangkok ze ten val brengen - door protesten - is aan het wankelen gebracht. We zien nu het omgekeerde gebeuren.’
De laatste keer dat aanzienlijke aantallen boeren de straten van de Thaise hoofdstad overspoelden, was begin jaren negentig. Zo’n 20.000 boeren protesteerden toen tegen de manier waarop de regering omging met verschillende onderwerpen, zoals ontwikkeling, de bouw van stuwdammen en landproblemen. De boeren kampeerden een week voor het Regeringshuis, waar de premier zijn kantoor had.