Syrië zal Amerikaans militair bewind niet erkennen

Syrië waarschuwt dat een Amerikaans militair bewind in Irak zware gevolgen
kan hebben voor de regio. De Syrische president Bashar Assad herhaalde
gisteren (donderdag) in de Libanese krant Al-Safir dat het
Amerikaans-Britse offensief in Irak een duidelijke bezetting is en een
flagrante agressie tegen een VN-lidstaat. Gevraagd naar een reactie op de
zegevierende berichten van de Britten en de Amerikanen in Bagdad spreekt
Buthaina Shaaban, de woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse
Zaken, duidelijke taal: Er is een verschil tussen een overgangsregering en
een militaire regering. Als het een militaire regering wordt, dan spreken
we over een bezettingsregering. Er zijn internationale wetten die eisen dat
regeringen worden verkozen.

De vraag ‘wat nu?’ klinkt misschien nergens acuter dan in het grootste
buurland van Irak. Syrië wordt al sinds 1963 geregeerd wordt door een
rivaliserende tak van de Baathpartij, die sinds gisteren de touwtjes in
Bagdad kwijt lijkt. De hypothese dat na Irak Syrië aan de beurt is, heeft
de voorbije weken heel wat inkt doen vloeien. De relaties met de VS zijn na
de timide toenadering na de Golfoorlog van 1991, nu op een historisch
dieptepunt beland. Damascus wordt ervan beschuldigd wapens geleverd te
hebben aan Irak. De Amerikaanse Defensieminister Donald Rumsfeld, die de
beschuldiging vorige maand voor het eerst uitte, had het over een
vijandige daad. En zijn collega van Buitenlandse Zaken Colin Powell
plaatste Syrië voor de keuze: Steun blijven verlenen aan terroristische
groeperingen (een verwijzing naar de Libanese Hezbollah) en aan het
stervende regime van Saddam Hoessein of een nieuwe en hoopvolle koers inslaan.

Sommige commentatoren interpreteren die uitspraken als tekenen dat Syrië
aan de beurt is. Maar er komen ook andere signalen uit de westerse wereld.
Richard Murphy, die in de VS onderminister van Buitenlandse Zaken voor het
Midden-Oosten was van 1983 tot 1989, sloot een conflict met Syrië uit. En
de Britse premier Tony Blair gaf de Syrische president Bashar al-Assad
maandag de garantie dat Damascus geen doelwit is. Blair verduidelijkte dat
Groot-Brittannië het absoluut oneens is met hen die erop aandringen om
Syrië in het vizier te nemen, zo parafraseerde een officiële Syrische bron
het telefoongesprek tussen Blair en Assad. De teneur in de media is nu dat
het ‘hierna Syrië’-scenario onwaarschijnlijk is. De regering-Bush weet dat
zoiets het Midden-Oosten nog meer zou radicaliseren.