Telecentra leren Latijns-Amerika surfen

Verschillende Latijns-Amerikaanse landen hebben de laatste jaren vooruitgang geboekt in de strijd tegen de zogenaamde digitale kloof - de achterstand van de ontwikkelingslanden op het gebied van computergebruik en internettoegang. De kloof wordt vooral gedicht met een collectieve oplossing: de bouw van telecentra die voor iedereen toegankelijk zijn. Maar critici vragen zich af wat het nut is van die investeringen als de internettoegang enkel gebruikt wordt om spelletjes te spelen en e-mails te versturen.


De telecentra waar mensen goedkoop of gratis kunnen surfen schieten de jongste jaren als paddestoelen uit de grond in Venezuela, Mexico, Cuba en Brazilië. Het hoort allemaal bij ‘het dichten van de digitale kloof’, een thema dat even hip als omstreden is en waarover de Internationale Telecommunicatie Unie (ITU) eind dit jaar de Wereldtop over de Informatiesamenleving (WSIS) organiseert.

Venezuela kent nu 243 gratis ‘infocentra’ in bibliotheken, musea, stadhuizen en ngo-centra en opent er de komende maanden nog eens honderd. Mexico kent sinds vorige jaar het e-Mexico programma dat voor 2007 mikt op 3.200 ‘digitale gemeenschapscentra’ in allerlei openbare gebouwen. Surfen wordt er gratis. Chili heeft al 294 telecentra geopend in geïsoleerde dorpen en achtergestelde stadswijken en heeft nu 368 digitale stations in openbare bibliotheken die werken tegen symbolisch lage prijzen. Ook Brazilië zit op schema, met 100 ‘infocentra’ in Sao Paulo alleen.

De Cubaanse minister van Communicatie Ignacio González Planas vindt gratis internettoegang voor iedereen een goed idee, maar wil in eerste instantie internettoegang aanbieden aan professionelen in de sectoren als het wetenschappelijk onderzoek, het onderwijs, de gezondheidszorg en de sociale sector. Voorlopig is het pover gesteld met de toegang tot het internet in Cuba - de trafiek verloopt er nog via hopeloos verouderde infrastructuurlijnen. Het enige waarmee Cuba kan uitpakken, zijn 300 Jeugdclubs voor computerliefhebbers.

Argentinië heeft het grootste aantal verbindingen in de regio met vier miljoen gebruikers (ongeveer 11 procent van de bevolking). De overheid heeft haar plannen om grootschalige internettoegang te financieren opgeborgen sinds het begin van de economische crisis. Van de plannen van de Argentijnse miljonair-filantroop Martín Varsavsky om 40.000 scholen in Argentinië aan te sluiten op een educatieve portaal Educ.ar werd al maanden niets meer vernomen.

Al die inspanningen hebben ervoor gezorgd dat de kloof tussen Latijns-Amerika en de OESO-club van rijke landen niet groter is geworden. In 2002 had acht procent van de Latijns-Amerikanen toegang tot het internet, zo blijkt uit een recent rapport van de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Cariben (ECLAC). Ter vergelijking: in de OESO-landen heeft 79 procent van de bevolking toegang tot het internet. Niettemin zegt het VN-agentschap dat de impact van de internationale digitale kloof is afgenomen in onze regio. Die trend is af te lezen uit een hele reeks indicatoren. Zo groeit het aantal internetgebruikers in Latijns-Amerika de laatste jaren sneller dan in enig welke andere regio. Het Amerikaanse bedrijf eMarketer voorspelt dat het aantal internetgebruikers zal toenemen tot 60 miljoen in 2004.

Toch hoort er een belangrijke kanttekening bij die stijgende curves: de openbare voorzieningen op het vlak van het internet worden vooral gebruikt door een economische elite. Uit onderzoek is ook gebleken dat IT-geletterdheid sterk bepaald word door de scholingsgraad, etnische afkomst en (in steeds mindere mate) geslacht. Lagere inkomensklassen, laag geschoolden en inheemsen maken nauwelijks gebruik van de nieuwe technologieën. Ondanks de vooruitgang blijft het internet in Latijns-Amerika het terrein van elites, ook al maken studenten en gezinnen er steeds meer gebruik van, zegt de Mexicaanse experte Roxanne Blanford. Het is een fenomeen dat zich voorlopig beperkt tot de steden en het is nog geen universeel communicatiemiddel.

De tegenstanders van de digitale gemeenschapscentra in Mexico vinden campagnes om arme Mexicanen kennis te laten maken met computers klinkklare onzin. Javier Matuk, een expert inzake IT: Wat gaan de mensen in een arme gemeenschap doen met computers? De stand van hun rekening checken? E-mails lezen?

De educatieve waarde en het emancipatorische surplus van de telecentra moet overigens met een korrel zout genomen worden. Uit de ECLAC-studie blijkt dat Latijns-Amerika computers vooral gebruikt voor ‘zachte’ doeleinden, bijvoorbeeld spelletjes spelen, nieuws lezen en e-mails versturen. Er moet dringend meer werk gemaakt worden van het ‘hard gebruik’ van de PC, zegt de ECLAC. De computer heeft vooral nut als middel voor online betalingen, e-government en collectieve probleemoplossing via internetfora.

We mogen niet vergeten, zegt de ECLAC, dat de digitale kloof een gevolg is van sociale en economische verschillen die al bestonden voor er van computers sprake is. Het zijn aanbevelingen die de organisatoren van de Wereldtop over de Informatiemaatschappij die in december gehouden wordt in Geneve, ter harte mogen nemen.


Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.