Think Global: Ongelijkheid staat oplossing voor armoede in de weg

Op vrijdag 19 april organiseerde 11.11.11 , de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging haar allereerste Think Global Day. Met dit nieuwe initiatief wil 11.11.11 het debat aanwakkeren rond belangrijke vraagstukken omtrent ontwikkeling in Noord en Zuid. Deze eerste editie stond volledig in het teken van ongelijkheid. Nooit eerder was er immers zoveel rijkdom in de wereld terwijl de kloof tussen rijk en arm zo groot bleef.

  • 11.11.11 Het eerste debat wordt ingeleid door Roberto Bissio van Social Watch. 11.11.11
  • 11.11.11 Het eerste panel van de dag besprak het thema 'Ongelijkheid vandaag wereldwijd'. Met Roberto Bissio (Social Watch), Karel Van Eetvelt (Unizo), Maria Jepsen (European Trade Union Institute) en Danielle Dierckx, (OASES - Universiteit Antwerpen). 11.11.11
  • 11.11.11 Debat rond 'Impact van ongelijkheid op ontwikkelingssamenwerking' met Duncan Green(Oxfam Groot-Brittanië), Jean Bossuyt (European Centre for Development Policy Management), Jan Vandemoortele (co-auteur Millennium Development Goals VN) en Bogdan Vanden Berghe (11.11.11). 11.11.11

‘Dat er meer rijken zijn, betekent daarom niet dat het aantal armen verminderd is.’ Jos Geysels, voorzitter van 11.11.11 opende deze Think Global Day met een citaat van spreker Mario Bissio uit het aprilnummer van MO*. ‘We zien allemaal dat de taart groter is geworden, maar de kruimels voor de armen zijn dat amper. Waarom worden er geen conclusies getrokken?’ De toon is gezet.

Gie Goris (MO*) stelt in zijn inleidende woorden de belangrijke vraag of ongelijkheid wereldwijd een zelfde evolutie kent. ‘Hoe zit het met de ongelijkheid tussen landen en de ongelijkheid binnen landen? Vertoont deze overal hetzelfde gezicht? En welke strategieën moeten we hier dan op toepassen?’

De juiste vraag stellen

Roberto Bissio, directeur van het Instituto del Tercer Mundo in Uruguay en coördinator van het secretariaat van Social Watch opent met de parabel waarmee ook zijn artikel in MO* opende: Er was eens een excentrieke mollah in Anatolië, Nasreddin. Op een dag liep hij overduidelijk iets te zoeken op een plein. ‘Ben je zeker dat je je sleutel hier ergens verloren bent?’, vroeg een van de mannen die spontaan hun hulp aangeboden hadden. ‘Neen’, zei Nasreddin. ‘Ik ben hem aan de voordeur van mijn huis verloren.’ ‘Maar waarom zoek je hem dan op het dorpsplein?’, vroeg de helper. ‘Omdat er hier ten minste licht is.’ Dat “straatlichteffect” is volgens Bissio het grote probleem in de debatten rond ongelijkheid. De eenvoudige of meest voor de hand liggende oplossingen zijn vaak weinig effectief.

‘We are the 99 procent’

Met de boom and busted grafiek wordt duidelijk dat de wereldrijkdom de voorbije twintig jaar enorm is toegenomen maar dat het aantal mensen die kunnen voorzien in hun basisbehoeften wereldwijd nauwelijks gestegen is. Het globale kapitaal zit dus geconcentreerd bij een toplaag. De taart groeit aan een sneltempo, maar zij die ervan kunnen eten zijn nog steeds de happy few. ‘Economische groei en sociale vooruitgang gaan niet hand in hand.’ Stelt Bissio, ‘Het neoliberale dogma uit de jaren zeventig waarbij ontwikkelingslanden om de oren werden geslagen met begrippen als privatisering, liberalisering en het aantrekken van investeringen, werkt ongelijkheid in de hand. De rijken werden veel rijker en de armen íets minder arm.’

Bissio concretiseerde zijn pleidooi met enkele onthutsende cijfers. Zo liggen de inkomens van de 1,75 procent topverdieners wereldwijd hoger dan de gezamenlijke inkomens van de 77 procent aan de onderkant. ‘Door de enorme economische groei in China lijken de cijfers te zeggen dat ongelijkheid tussen landen is afgenomen maar wanneer je de inkomens van de Chinese of Indiase bevolking tegenover die van de Verenigde Staten plaatst, zie je duidelijk dat deze groei behoorlijk relatief is.’

Om de laatste twijfelaars te overtuigen, haalt Bissio een onderzoek aan waaruit blijkt dat de negatieve correlatie tussen ongelijkheid en geluk enorm is. ‘Niet werkloosheid of de economische crisis maakt ongelukkig maar wel ongelijkheid. Ongelijkheid zorgt voor een gevoel van bedrog en dat maakt mensen kwaad. Behalve dan de 20 procent aan de top, die behoorlijk tevreden zijn met hun positie.’

Sociale EU

Gedelegeerd bestuurder van UNIZO, Karel Van Eetvelt kan zich goed vinden in het pleidooi van Bissio en stelt dat in België het basisprobleem bij de 1 procent rijksten ligt, die vooral uit grote multinationals bestaat. ‘De Europese Unie zou socialer moeten. Het sociaal raamwerk bestaat wel op nationaal niveau maar dat is onvoldoende om weerwerk te bieden aan grote bedrijven.’ Zijn anekdote over de minimumtaks tijdens de federale begrotingsonderhandelingen is veelzeggend; ‘Iedereen rond de tafel ging akkoord met een minimumtaks van vijf procent voor de grote bedrijven, maar het is die erg machtige 0,0001 procent die het voorstel uiteindelijk toch heeft tegengehouden.’

Maria Jepsen, directeur van de onderzoeksafdeling van het European Trade Union Institute merkt op  dat de heterogeniteit van een samenleving een uitdaging vormt als het erom gaat over mensen motiveren om belastingen te betalen. ‘Men is meer geneigd solidair te zijn met mensen die op je lijken. De vraag is hoe je solidariteit kan behouden in sterk gediversifieerde landen.’

Beperk de rijkdom

Na de koffiepauze volgt een debat over ontwikkelingssamenwerking en hoe ongelijkheid ook hierop een impact heeft. Centrale gast, Duncan Green, auteur van From Poverty to Power geeft de inleidende lezing. ‘Wat zou er gebeuren moesten we ongelijkheid nu echt serieus beginnen nemen?’

Green pleit voor een grotere focus op het politieke. ‘In tegenstelling tot louter armoede is ongelijkheid iets relationeels –je bent niet ongelijk op je eentje, maar het zegt iets over je verhouding tot anderen — daarom is het een erg politiek geladen onderwerp en vergt het ook politieke oplossingen op lange termijn. We moeten van ongelijkheid een politiek project maken’, pleit hij vurig. ‘Met het loon van de honderd rijksten van deze wereld zouden we de armoede vier keer uit de wereld kunnen helpen. In plaats van armoede onderaan te begrenzen zouden we beter een plafond op rijkdom instellen.’

Belastingen opnieuw sexy

Bogdan Vanden Berghe gelooft inderdaad dat we op meer politieke thema’s moeten spelen zoals belastingen. ‘Met de recente berichten over belastingparadijzen voor de allerrijksten zijn belastingen opnieuw een sexy topic. Nu is dan ook een uitgelezen moment om die ideeën rond belastinghervormingen te implementeren.’

Opmerkelijk was ook dat Bogdan Van denBerghe erkende dat ngo’s met het meer politieke verhaal van ongelijkheid minder brede maatschappelijke steun en minder fondsen zullen kunnen verwerven. Dat betekent ook de ngo’s mensen zullen moeten ontslaan.‘We moeten zo eerlijk zijn om dat onder ogen te zien, ook al heeft zo’n financiële aderlating pijnlijke sociale gevolgen. Als we nu niet het juiste verhaal brengen uit vrees om zo middelen te verliezen, zullen we daar later dubbel en dik voor betalen.’

Ook Jean Bossuyt, hoofd van de afdeling strategie binnen het European Centre for Development Policy Management gaat akkoord. ‘Ngo’s hebben altijd de focus gelegd op geld; ze zagen ontwikkeling te veel als iets technisch. Maar succesvolle ontwikkelingshulp vereist begrip van wat er leeft in een complexe samenleving. In Senegal bijvoorbeeld zijn vele hervormingen mislukt omdat men geen rekening hield met de belangen van de maatschappelijke actoren: de elites, het middenveld.’

Jan Vandemoortele, de man die een heel leven voor de Verenigde Naties werkte, en mee aan de millenniumontwikkelingsdoelen schreef, staat huiverig tegenover die aanpak. ‘Wie zijn wij om anderen de les te gaan spellen in verband met ongelijkheid of democratie? Dat wordt niet langer aanvaard, hoor.’

0,7 procent

Bogdan Vanden Berghe blijft echter stellig geloven dat ook de klassieke projecten zoals waterputten noodzakelijk blijven. ‘Projectwerk zal altijd nodig zijn maar daarnaast hebben we gewoon ook andere vormen van ontwikkelingssamenwerking nodig.’

Rond het budget van ontwikkelingshulp en de fameuze belofte dat de rijke landen 0.7 procent van hun inkomen aan hulp besteden, zijn de meningen behoorlijk verdeeld. Jean Bossuyt wijst op de gevaren van de korte termijnresultaten waar je met deze 0,7 procent aan vast blijft hangen. ‘De ontwikkelingshulp wordt in een keurslijf geduwd. De  rapporten die elk jaar moeten worden voorgelegd geven je weinig bewegingsvrijheid. Die kortetermijnverwachtingen zorgen te vaak nog voor weinig structurele oplossingen.’

De verplichting om elk jaar een bepaald bedrag aan ontwikklingsgeld te moeten uitgeven, zorgen er juist voor dat je je politieke werk, niet ernstig kan nemen, merkte Marcus Leroy vanuit de zaal op: de regeringen van ontwikkelingslanden weten immers dat de donoren met een bestedingsdruk worstelen.

Vandemoortele en Vanden Berghe willen echter blijven vasthouden aan het streefdoel van 0,7 procent van het nationaal inkomen. Vandemoortele bleef de 0,7 een belangrijk symbool van solidariteit vinden. Bogdan Vanden Berghe: ‘Het zou veel moeite kosten die 0,7 procent los te laten. De zaken die in het verleden fout zijn gelopen met dit geld moeten we aanpakken, vervangen door projecten die wel werken maar daarom moeten we de norm niet veranderen.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.