Tsjetsjeense diaspora wordt herdacht

Tegenwoordig zijn de onrusten in Tsjetsjenië nog steeds niet van de baan. Volgens de Russische regering is er eindelijk stabiliteit in de autonome republiek van de Russische federatie, maar de bomaanslagen werden enkel vervangen door angst en terreur.
Ramzan Kadirov, die nog bekend staat om zijn wreedheden en ondemocratische standpunten, leidt momenteel de republiek.

Streng gecontroleerd

Volgens de website Chechnya Peace Forum worden de burgers streng gecontroleerd, de vrijheid van meningsuiting wordt onderdrukt, de democratische verkiezingen worden gemanipuleerd en de aanwezigheid van westerse journalisten uit het buitenland wordt met welziend oog bewaakt.
De regio werd na de val van de Sovjet-Unie onafhankelijk verklaard, maar kende in het midden van de jaren ’90 een reeks van bloedige oorlogen met Rusland, toen nog onder leiding van voormalige Russische president Vladimir Poetin.

Zwarte geschiedenis 

65 jaar geleden, op 23 februari 1944 vond de Tsjetsjeense diaspora plaats. Op bevel van Stalin moest het Tsjestjeense volk gedeporteerd worden naar de uithoeken van de Sovjet-Unie. Zo werden 500.000 mensen naar Siberië en Centraal-Azië uitgezet. Alle aanwijzingen in verband met Tsjetsjenië werden uit de kaart geveegd. Het was alsof de regio nooit had bestaan.
De helft van de Tsjetsjenen is onderweg gestorven tijdens slachtpartijen gepleegd door Russische troepen of  door voedseltekorten. Sommigen konden de Siberische kou gewoon niet meer aan. De anderen hebben meer dan 13 jaar in ballingschap geleefd. Na Stalin’s dood mochten de overlevenden terugkeren naar hun geboorteland.
In 2004 werd een motie ingediend door het Europees Parlement waarbij deze catastrofe als genocide werd erkend. Jaarlijks wordt deze dag door Tsjetsjenen van over heel de wereld herdacht.