Veiligheidsraad verlengt olie-voor-voedselprogramma

De Amerikaanse ja-stem verraste velen, want vorige week waren de VS nog
tegen een onvoorwaardelijke verlenging van het programma. De regering-Bush
wilde eerst een herziening van de uitgebreide lijst met toegelaten goederen
om te vermijden dat Irak het humanitaire programma zou misbruiken. Volgens
diplomatieke bronnen slaagde Washington er niet in die eis door te drukken
omdat het Pentagon en het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de vooravond
van de stemming nog niet klaar waren met hun alternatieve lijst.

Er werd wel een compromis bereikt: de nieuwe resolutie laat de
Veiligheidsraad toe om binnen een tijdsbestek van 30 dagen wijzigingen aan
te brengen aan de lijst van toegelaten goederen. Bovendien moeten de VN
binnen dit en zes maanden onderzoeken of de hulpgoederen eerlijk verdeeld
worden en daar een rapport over uitbrengen.

Het olie-voor-voedselprogramma werd in 1995 opgestart op initiatief van de
VN, nadat rapporten van UNICEF en de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO)
hadden aangetoond dat het economische embargo tegen Irak op grote schaal
ziekte en honger veroorzaakten bij de Irakese bevolking. Vorige maand bracht
UNICEF een rapport uit over de humanitaire impact van het programma. De
ondervoeding bij kinderen is erdoor verbeterd, zegt het VN-kinderfonds, maar
er zijn nog steeds bijna één miljoen kinderen jonger dan vijf die te lijden
hebben onder chronische ondervoeding - dat is bijna een kwart van de min
vijfjarigen.