Venezuela gaat Kalasjnikovs bouwen

Voor de productie van de Venezolaanse AK 103-Kalasjnikovs - het meest moderne type - en de bijhorende munitie komen er twee fabrieken in de deelstaat Aragua in het centrum van het land, een investering van 240 miljoen euro. Het project schept 800 directe en 5.000 indirecte arbeidsplaatsen.

Venezuela kocht vroeger een kwart van zijn wapentuig in de Verenigde Staten, maar dat land besliste op 15 mei geen wapens meer te leveren aan de regering van de linkse en anti-Amerikaanse president Hugo Chávez. Rusland, na de VS de grootste internationale wapenleverancier, is het logische alternatief.

Volgens een eerder deze maand gepubliceerd rapport van de Zweedse vredesdenktank SIPRI heeft Venezuela vorig jaar zijn militaire uitgaven fors verhoogd. Dat was mogelijk door de hoge aardolieprijzen, die een ongekende dollarstroom naar het land stuwen. Maar de Venezolaanse defensieuitgaven blijven beperkt en “zelfs bescheiden” in vergelijking met Chili en Colombia, de twee Latijns-Amerikaanse landen die het meeste in hun leger investeren, zegt de voormalige Venezolaanse generaal en defensiespecialist Alberto Müller Rojas.

Toch klinken de recente aankopen van Venezuela indrukwekkend. Dit jaar krijgt het land 30.000 Kalasjnikovs en de eerste drie van vermoedelijk 40 militaire helikopters uit Rusland. In Spanje schaft het Venezolaanse leger tien transportvliegtuigen, twee verkenningsvliegtuigen en zes kleine oorlogsschepen aan. Uit Brazilië komen een twintigtal lesvliegtuigen die ook voor grensbewaking kunnen worden ingezet.

Volgens analisten bestaat de kans dat die aanzienlijke voorraden wapens in handen kan vallen van derden. In buurland Colombia is al veertig jaar lang een burgeroorlog aan de gang tussen goed uitgeruste rebellen en het door paramilitaire eenheden gesteunde regeringsleger. Critici hebben ook vragen bij het Venezolaanse plan om de huidige troepensterkte van 80.000 manschappen binnen vijf tot tien jaar te vertienvoudigen. (PD)