Venezuela kijkt aan tegen stagflatie

De Venezolaanse economie heeft voor het eerst in vijf jaar een negatief groeicijfer doen optekenen. Het Venezolaanse bruto binnenlands product kromp het voorbije kwartaal met 2,4 procent. Experts waarschuwen voor stagflatie – de onzalige combinatie van een recessie en hoge inflatiecijfers.
De prijzen stijgen in Venezuela al vijf jaar sneller dan in alle andere Latijns-Amerikaanse landen. In 2008 bedroeg de Venezolaanse inflatie 30,9 procent. Voor de eerste zeven maanden van dit jaar komt de algemene prijsstijging ook al uit op 13,1 procent.
Venezuela heeft af te rekenen met de effecten van de internationale crisis – daardoor kan het minder staal, aluminium en petrochemische producten uitvoeren. Maar het land wordt nog veel zwaarder getroffen door de daling van de aardolieprijzen. Olie is de motor van de Venezolaanse economie; de export van olie is goed voor 93 procent van de Venezolaanse staatsinkomsten.
In 2008 bracht de olie-export Venezuela nog 90 miljard dollar op; voor de eerste helft van dit jaar staat de teller nog maar op 22,8 miljard dollar.

Gepantserd tegen de crisis


In januari pochte de Venezolaanse president Hugo Chávez nog dat zijn land “gepantserd” was tegen de crisis. “Zelfs als de olieprijs naar nul dollar duikt, zal deze revolutie niet stoppen”, verklaarde hij. In maart preciseerde Energieminister Rafael Ramírez dat Venezuela voor 57 miljard dollar aan reserves heeft.
Maar economen klinken minder optimistisch. “We waarschuwen al een tijd dat Venezuela in een stagflatie verzeilt. Dat is niet meer gebeurd sinds het begin van de jaren 80”, zegt José Guerra, het hoofd van het Instituut voor Economie van de Centrale Universiteit in Caracas.
De productie in de oliesector is met 4,2 procent teruggelopen en volgens Guerra is ook de situatie in de staal- en de aluminiumindustrie “kritiek”. Dat zal de activiteit in de verwerkende nijverheid doen teruglopen en duizenden goede banen doen verloren gaan.
De verkoop in de supermarkten is met 25 tot 40 procent teruggelopen, en tussen januari en juli dit jaar werden 45 procent minder auto’s verkocht. General Motors heeft zijn assemblagefabriek in Venezuela voor drie maanden gesloten, terwijl Mitsubishi zijn activiteiten in Venezuela voor onbepaalde tijd heeft stilgelegd.

Staat beheert de dollars


Volgens Orlando Ochoa, een professor economie aan de Katholieke Universiteit Andrés Bello, wordt de stagflatie in de eerste plaats in de hand gewerkt door de daling van de olieprijs. “We hebben altijd gezegd dat de situatie alleen houdbaar was voor de regering als de olieprijs hoog bleef en zelfs altijd bleef stijgen.” Daarnaast hebben ook de strenge prijs- en wisselcontroles en de beperkingen op de beschikbaarheid van harde munten volgens Ochoa een negatief effect. Ze schrikken investeerders af en doen het aanbod teruglopen.
Ondernemers en handelaars in Venezuela klagen al sinds vorig jaar dat ze steeds moeilijker aan dollars tegen de wettelijk vastgelegde wisselkoers kunnen komen om hun import te betalen. De officiële wisselkoers bedraagt 2,14 en 2,15 bolivar voor een dollar, een duidelijke overwaardering van de Venezolaanse munt.
Iedereen probeert tegen de goedkope koers te wisselen, waardoor er een rantsoenering van kracht is. Om druk van de ketel te halen laat de regering ook een alternatieve wisselprocedure toe. Bij de ‘permuta’ worden offshorebedrijven ingezet om schuldvorderingen in bolivar en dollar te wisselen. De wisselkoers op de parallelle markt, die wettelijk niet bekend mag worden gemaakt in Venezuela, ligt vele malen hoger dan de officiële koers.
Ook de talrijke nationaliseringen doen de Venezolaanse economie volgens Ochoa geen goed. Sinds 2007 heeft de Venezolaanse onder meer telecommunicatiebedrijven, elektriciteitsmaatschappijen en cementfabrieken overgenomen, naast bedrijven in de landbouw en in de dienstensector. In sommige van die bedrijven moet de staat veel geld pompen.

Schuldenspiraal


“De openbare uitgaven blijven toenemen en worden met steeds meer leningen gefinancierd, wat een gevaarlijke schuldenspiraal in werking zet”, zegt de econoom Domingo Maza Zavala, een voormalige voorzitter van de Nationale Bank. “Intussen gaat de regering niet in op de eisen van de werknemers, wat op zich ook al een teken is van de nakende recessie”.
Maar volgens minister van Economie en Financiën Alí Rodríguez is er niets aan de hand. “Je kan niet spreken van een stagflatie na 22 kwartalen groei, gevolgd door een inkrimping waarbij herstel perfect mogelijk is”.
Rodríguez heeft aangekondigd dat de regering spoedig economische aanpassingsmaatregelen zal bekend maken. Misschien wordt onder meer de toegang tot harde deviezen weer gedeeltelijk geliberaliseerd. Rodríguez stelt ook een verhoging van de binnenlandse benzineprijs voor. Benzine kost in Venezuela maar drie eurocent per liter. Daardoor loopt de staat zes tot acht miljard euro per jaar mis.
Vreemd genoeg gaat het bergaf met de Venezolaanse economie net nu de olieprijs zich begint te herstellen. Een vat Venezolaanse olie was het eerste kwartaal van dit jaar gemiddeld 40 dollar waard, het tweede kwartaal 53 dollar en vorige maand tot 67 dollar. Maar volgens Guerra en Ochoa blijven er veel elementen investeerders ontmoedigen: de nationaliseringen, het rigide prijs- en wisselbeleid, het gebrek aan plaatselijke producenten en de harde maatregelen tegen bedrijven die zich niet aan alle regels houden.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.