Verhofstadt is de internationale schaamte nabij

Louis Michel trekt van de ene Europese hoofdsstad naar de andere om er een fikse stijging van het Europese budget voor ontwikkelingssamenwerking te bepleiten. In de Belgische regering is er niemand echt tegen meer ontwikkelingshulp, maar er blijkt ook niemand echt voor te zijn. En dus blijven alle gedane beloften loze woorden.
Wat baten mooie verklaringen en zelfs wetteksten als de politieke wil afwezig is? Niet veel, zo blijkt als we de woorden van de regeringen Verhofstadt over meer geld voor ontwikkelingssamenwerking vergelijken met de daden. Het begon nochtans redelijk mooi, onder de paarsgroene regering Verhofstadt I. De premier profileerde zich gaarne op internationale fora, onder andere door schone verklaringen krachtig te koppelen aan harde, financiële afspraken. En dus liet Verhofstadt onder meer in de conferentie van Monterrey over Geld voor Ontwikkeling in 2002 weten dat ons land tegen 2010 0,7 procent van ons nationaal inkomen aan ontwikkelingshulp zou besteden.
In 2002 werd die belofte onder impuls van de toenmalige groene staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Eddy Boutmans zelfs in een wettekst gegoten. Onder artikel 458 van de programmawet, verscholen in een zee van besluiten, verbond de regering Verhofstadt I er zich toe in een jaarlijkse solidariteitsnota bij elk van haar begrotingen te verduidelijken welke maatregelen zij voorziet opdat, volgens een jaarlijks volgehouden stijging, de middelen die worden ingezet voor de Belgische ontwikkelingshulp uiterlijk vanaf 2010 minstens 0,7 procent van het Bruto Nationaal Inkomen(BNI) zouden bedragen.
De verbintenis vond zelfs nog haar weg naar het regeerakkoord van juli 2003 van Verhofstadt II: ‘Om de armoede te bestrijden… zal de regering een ambitieus beleid van ontwikkelingssamenwerking voeren… De middelen van ontwikkelingssamenwerking zullen stelselmatig worden verhoogd tot 0,7 procent van het Bruto Binnenlands Product in 2010.’
Er kan natuurlijk altijd gediscussieerd worden over de betekenis van de woorden ambitieus of stelselmatig, maar het is ondertussen duidelijk dat de regering deze belofte niet waarmaakt. Van een jaarlijks volgehouden stijging is geen sprake meer.

Van 0,43 over 0.61 naar0,40


Eddy Boutmans besteedde in 2002, in zijn laatste jaar als staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, 0,43 procent van het BNI aan ontwikkelingshulp. Dat was een duidelijke stijging tegenover de jaren voordien, paarsgroen zorgde kennelijk voor een trendbreuk. Sinds 2002 gaat het echter alleen nog maar bergaf. In 2003 kon de schijn nog worden hoog gehouden. Sterker nog: onze hulp schoot als een komeet de hoogte in, tot 0,61 procent van ons BBP, maar daar werd vooral de Belgische Delcrederedienst beter van.
De grote stijging in de uitgaven van Ontwikkelingshulp was immers te wijten aan een kwijtschelding van 600 miljoen euro schulden van Congo bij Delcredere, onze openbare export-en investeringsverzekeraar. Het ging echter om schulden die Congo toch al jaren niet meer afbetaalde. Het land zelf haalde dus geen ontwikkelingsvoordeel uit deze operatie, maar het betekende wel dat Ontwikkelingssamenwerking nu in jaarlijkse schijven een vergoeding van 13,5 miljoen euro betaalt aan Delcredere voor deze schuldkwijtschelding.
Daar hebben vooral Belgische bedrijven, die zich via Delcredere laten verzekeren voor risicovolle investeringen en uitvoer in het buitenland, baat bij. Volgens de regels van de OESO, de rijke landen zeg maar, mocht België in 2003 die schuldkwijtschelding voor 100 procent inbrengen als ontwikkelingshulp. Dus steeg onze hulp dat jaar officieel met ruim 600 miljoen euro terwijl er voor het Zuiden niet meer geld op tafel kwam.
Voor 2004 was er geen megaschuldkwijtschelding voorhanden. België moest dus met echt geld over de brug komen om zijn cijfer op peil te houden. Dat is niet gelukt. Vorig jaar besteedde België 1,169 miljard euro of 0,4066 procent van zijn nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking. Een serieuze daling tegenover 2002. Komt daarbij dat België dit keer de opvang van vluchtelingen in ons land wél inbrengt als hulp terwijl dat in 2002 niet is gebeurd. Zonder die 33 miljoen euro zakt ontwikkelingssamenwerking in 2004 zelfs onder de 0,4 procent.
Voor 2005 is de prognose dat er 0,424 procent naar ontwikkelingssamenwerking gaat, nog altijd minder dan in 2002. Zelfs dat cijfer zou wel eens erg optimistisch kunnen zijn. Dat heeft dan weer alles te maken met het “ankerprincipe”, zoals dat bij de administratie heet. ‘De jongste jaren laat minister van Begroting Johan Vande Lanotte in de laatste maanden van het jaar weten dat slechts 95 procent van de toegezegde middelen mag worden besteed. Zo had de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS) dit jaar een theoretische begroting van 767 miljoen euro, maar 65 miljoen daarvan mocht niet worden besteed. Dat is vervelend werken, omdat het een dynamiek schept om zo snel mogelijk geld uit te geven. Voor 2005 heeft DGOS in principe 800 miljoen euro, maar we zullen die enkel echt kunnen besteden als we dit keer vrijstelling krijgen van het ankerprincipe of als er extra geld komt,’ getuigt iemand van de administratie die liever anoniem blijft.

September komt eraan


Minister van Ontwikkelingssamenwerking Armand De Decker wil wel (goeie wil klinkt wat meliger, en geeft hem net iets teveel krediet, dus als het zo duidelijk is, verkies ik het zo) -hij beloofde 0,45 procent voor 2004 en 2005- maar geeft eigenlijk zelf toe dat hij niet op kan tegen de dynamiek van begrotingsminister Van de Lanotte. Hij rekent uitdrukkelijk op de hulp van de ngo’s om het tij te keren. Bij 11.11.11 staan de alarmlichten alvast op rood. Soumaya Zaougui: ‘Onder Verwilghen heette het dat we met een jaarlijkse stijging van 0,04 van het BBP per jaar de 0,7 zouden halen in 2010.
De Decker zei eerst dat een jaarlijkse stijging van 0,05 procent nodig zou zijn, maar met de huidige cijfers wordt het al 0,06 procent per jaar. Het groeipad wordt telkens aangepast in functie van de budgetruimte van de overheid. Eigenlijk komt het erop neer dat deze regering helemaal niet meer geld wil uittrekken voor solidariteit.’
Boutmans, ondertussen weg uit de nationale politiek, slaat de situatie van op een afstand gade, zonder leedvermaak. ‘Er is uiteindelijk niemand tegen meer hulp, maar wie is er echt voor? Ik heb ondertussen geleerd dat je niet moet kijken naar de programma’s van de politieke partijen maar naar hun prioriteiten. Die programma’s lijken in belangrijke mate op elkaar, maar op het moment dat er beslist moet worden wat er met deze of gene miljarden moet gebeuren, gaat het om de prioriteiten. In mijn ervaring was Verhofstadt een van de behoeders van een groeipad naar de 0,7 procent.
Nu is hij echter meer geïsoleerd dan toen en slaagt hij er niet in die groei door te drukken.’ Ook internationaal gaat Verhofstadt af. In september komen alle landen van de Verenigde Naties in New York bijeen. Dan mogen ze vertellen wat ze al hebben gedaan voor de millenniumdoelstellingen, de grote belofte van 2000 om de extreme armoede in de wereld tegen 2015 te halveren.
Verhofstadt zal daar moeten bekennen dat België, ondanks alle beloften, nu eigenlijk minder besteedt dan drie jaar geleden. Rudy Demeyer van 11.11.11 beseft dat het vooral van de druk van de civiele samenleving zal afhangen of België nog zijn beloften waarmaakt: ‘Er komt een grote campagne om de regering te herinneren aan haar beloften. We moeten duidelijk maken dat er elke maand een tsunami over het Zuiden raast.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.