Verkrachters in inheemse gebieden komen gemakkelijk weg

Rashida Manjoo, de speciale VN-rapporteur voor geweld tegen vrouwen, zegt dat Indianen veel kwetsbaarder zijn voor geweld dan andere etnische groepen in de Verenigde Staten.
 
Manjoo, die voor een onderzoek naar de situatie van vrouwen in de VS sprak met een aantal functionarissen en mensenrechtenactivisten, verwijst naar gegevens waaruit blijkt dat een op de drie inheemse vrouwen tijdens haar leven verkracht wordt.

In de meeste gevallen gaan de verkrachters vrijuit omdat Indianenleiders beperkt gezag hebben als het gaat om het vervolgen van mensen die zich op hun territorium schuldig maken aan criminaliteit. Volgens de Indianen is het erg moeilijk om daarbij hulp te krijgen van de Amerikaanse autoriteiten.

Korte straffen

“Sinds 1978 mogen wij, net als andere Indianen in de wereld, geen verkrachters en misbruikers meer vervolgen die niet van Indiaanse afkomst zijn”, zegt Terri Henry, raadsvrouw van de Eastern Band Cherokee Indianen.

Henry, die ook lid is van het Indian Law Resource Center, zegt dat het geweld tegen inheemse vrouwen gewoon door zal gaan als de Amerikaanse autoriteiten niets doen aan de “wettelijke barrière die de handen van de Indianenleiders bindt.”  

Indianenrechtbanken kunnen alleen straffen opleggen van een tot drie jaar. De straf voor verkrachting is in North Carolina echter maximaal veertig jaar, zegt zeg. “De meeste Indiaanse slachtoffers vinden een straf van drie jaar niet rechtvaardig.”

Werkgroep

In januari kondigde de Amerikaanse procureur-generaal de formatie van een nieuwe werkgroep aan die zich moet bezighouden met het beschermen van inheemse vrouwen tegen geweld.

De werkgroep, die procureurs, rechters en advocaten telt, moet een handboek opstellen voor federale vervolging van misdrijven tegen vrouwen in inheemse gebieden.

De regering van president Barack Obama nam recent de VN-Verklaring voor de Rechten van Inheemse Volken aan, een stap die werd verwelkomd door de leiders van de 370 miljoen inheemsen in de wereld.

De historische VN-verklaring, die werd verworpen door de regering van George W. Bush, erkent dat inheemse volken in de wereld landrechten hebben en hun traditionele geloofssystemen in ere mogen houden.